Het is nog net geen negen uur wanneer ik vanmorgen (twee uur later dan ik eigenlijk had gewild) bij het spottersveld mijn auto parkeer. Ik zie de valk op de trommel, ik zie de valk op de hoge antenne en... ik zie de ooievaar op precies dezelfde plek waar ik hem gisteren voor het eerst ontdekte: bij de Loop waar ie net met zijn kop boven het gras uitsteekt.
Ik neem even rustig de tijd om de bijzonderheden in de omgeving in me op te nemen, nog niet wetend wat er allemaal volgen zal.
Omdat zich niet zo heel veel vogeltjes laten zien, vallen de jonge roodborsttapuitjes aan de andere kant van de Loop des te meer op. De koeien staan ook weer eens een keer in de buurt en dat doet me denken aan een opmerking van Piet over het ontbreken van prikkeldraad niet ver van het bruggetje.
Bij het klappoortje lopen een paar wandelaars wat vreemd heen en weer. Ze hebben een hond bij zich. De man loopt opeens naar het bospad bij de poel en de vrouw gaat door het klappoortje en loopt het bosje daarachter in. Ik snap deze bewegingen niet en sla er verder geen acht meer op.
Op de Hemelsbleekweg is al een paar weekjes een laag grint over het asfalt gestrooid waardoor je auto's nog meer dan anders hoort naderen. Terwijl ik nog bezig ben om de ooievaar te bewonderen draai ik me half om met het doel te kijken of de naderende auto misschien een medespotter is. Opvallend genoeg blijkt het een politieauto te zijn. Ik kijk deze na en verwacht dat zij bij de toren rechtsaf zullen slaan. Maar dat is niet het geval. De auto wordt bij de toren geparkeerd en twee agenten lopen meteen daar wat rond. Weer hoor ik een auto naderen en wanneer tot mijn verbazing dit ook een politieauto blijkt te zijn, die eveneens bij de toren stopt is mijn aandacht wel vastgelegd.
Agenten praten even met elkaar, er wordt iets van de grond geraapt en dan rijdt de tweede auto inderdaad het onverharde wegdeel in. De anderen lopen ook even die kant op, maar keren al snel weer terug. Nu gaat één agent het bos echt in en de ander volgt het bospad op weg naar het bruggetje. Vraagtekens op mijn hoofd worden telkens groter. Toen ik alweer een paar jaar geleden nog voor de lokale omroep en lokaaldotcom actief was had ik het wel geweten: ik was op zeker achter de agenten aan gegaan. Nu kost het me nog steeds wel wat moeite, maar besluit ik toch gewoon maar eens af te wachten.
Hans (de buurman) is even voor dit alles met zijn hond bij me geweest - een rood krasje op mijn pols resteert na de begroeting met de hond - en is die kant op gewandeld.
Wanneer de tweede politieauto weer terugkeert en de agent de anderen na gaat komt ook Hans om de hoek gewandeld. Hij ziet de politiewagens en versnelt zijn pas hun kant op. De burgers van even daarvoor praten even met de agenten en de hele bups verdwijnt in de bosje bij het bruggetje. Hans is er bijna en gaat hen snel na. Ik heb nog steeds geen idee wat er aan de hand is en ik doe mijn best om mijn fantasie te bedwingen. In de verte loeit een koe. Zou er eentje gewond zijn geraakt? Hebben de wandelaars iets gezien wat niet door de beugel kan? Hebben zij een levenloos lichaam aangetroffen? Waarom dan die omsingeling van de toren?
Dan komt daar Hans aangelopen. Iets aan zijn pas verraadt dat hij iets te vertellen heeft. Een auto komt me voorbij, de inzittenden maken een praatje met Hans die wijst naar het bos. "Drie zijn er ontsnapt", hoor ik in flarden uit het gesprek. "Opgejaagd - Door het poortje"
Wanneer de auto zijn weg vervolgd loop ik Hans tegemoet, spoedig zal ik deelgenoot worden van het verhaal van de dag.
"Och d'r ware drie kelfkes ontnapt", weet Hans. Hij heeft ze zelf door het slingerpoortje teruggejaagd maar ondertussen zal de politie al wel gebeld zijn. Toen hij de politiewagens zag is hij er snel achteraan gegaan om hen dit te vertellen zodat ze niet nodeloos naar de al teruggekeerde kalfjes hoeven te zoeken. Er is ook een volwassen dier ontsnapt en dat zit in het bosje in het deel waar ze eigenlijk niet kunnen komen, maar het kan geen kwaad als er daar eentje zit.
Toch wel een beetje opgelucht besluit ik nu maar een eind te gaan wandelen want zonder dat ik het gemerkt heb is de valk uit de antenne verdwenen. Ik ga in elk geval even naar de achterkant om te zien of ik daar misschien nog een valk kan ontdekken. Het ijsvogeltje zie ik niet. Ik meende het gehoord te hebben, maar nu zie ik het niet. Aan de achterkant geen valk. Terug maar weer, voorbij het bruggetje stel ik me een beetje verdekt op in de hoop nu het ijsvogeltje dat ik alweer meende te horen te zoeken. Stemmen komen rap dichterbij.
Wanneer ze vlakbij zijn draai ik me om. "En alles weer gevangen?" open ik het gesprek. Het antwoord is kort: "de eigenaar is gebeld en die komt er aan". Ik wijs op de ooievaar die van dit plekje veraf te zien is. "Bij ons is dat niet bijzonder", zegt de ene agente kortaf. "Hier is het dat wel", antwoord ik best wat bits terug. "En daar duikt het ijsvogeltje", het is in een schim dat ik het zie, maar meteen is het ook weer verdwenen. De agenten kijken in de richting waar ik wijs. Verdwenen!
We lopen terug. De agenten praten nog wat na voordat zij in hun auto's stappen. Ik sta ondertussen alweer met mijn camera klaar want o zo dichtbij zit me daar... een roodborsttapuitje.
Wat later komt Piet aan. Ik zit op het bankje en tuur naar de toren. "En zie eens wat er achter je is", denkt Piet me te verrassen. "De ooievaar", lach ik.
Ook Jan Steenarend komt nog. Hij is er blij mee om de ooievaar hier ook weer eens te zien. We hebben heel wat te bepraten en dan opeens zie ik dat de ooievaar opvliegt. "Hij gaat thermiek zoeken", weet Jan. "Die gaat vertrekken", roept Piet. Heel langzaam maakt de ooievaar rondjes op zoek naar de thermiek en dan opeens gaat het steeds hoger en hoger. Achter de toren langs en .... weg. "Die gaat een vlucht maken naar Afrika".
Haha, en Kuiko heeft de schets van zijn verhaal daarmee al in zijn hoofd: "Ontsnapte boeven en een vlucht naar Afrika".