Het is me steeds opgevallen dat sinds de komst van de nieuwe lichtbakens die aan de bekende ramen onder de ringen zijn geplaatst maar geen slechtvalk wordt aangetroffen. Vanmorgen heb ik een uurtje vrij gehouden om weer even naar de toren te gaan. Ik weet dat de wind koud zal zijn, maar gelukkig regent het niet. Het licht is door alle bewolking verre van ideaal voor de prentjes, maar ik besluit dat dit vandaag niet het hoofddoel zal zijn.
Op het spottersveldje is niemand aanwezig maar er zijn sporen dat er wel iemand is geweest. Iemand die niet bepaald van korsten om bruin brood schijnt te houden is me voor geweest. De nijlganzen en de zilverreiger vallen meteen op, verder is een eerste blik op de toren meteen op de koektrommel gericht. Daar is de kans immers tegenworodig het grootst dat we een slechtvalk aantreffen. En dat is ook nu weer het geval.
Waarom willen die valken maar niet op de lampen gaan zitten, zoals ze voorheen zo vaak deden. Sterker nog: in negen van de tien gevallen waren de lampen wat voor kippen het welbekende "op stok gaan" betekent. De slaapplek bedoel ik dus.
Terwijl ik met dit vraagstuk blijf zitten speur ik de rest van de toren af. Aan deze zijden is geen tweede valk te vinden. De koude wind maakt me aan het twijfelen of ik wel aan een wandeling zal beginnen. Dan hoor ik om het hoekje van de weg een bekend gesputter naderen. Het is Piet zijn autootje dat de hoek om komt. Even later stapt Piet uit en neemt alleen zijn kijker mee. Ook hij heeft de kou van de dag al ervaren en uit dat door zijn scoop maar eens in de auto te laten.
We kletsen wat bij en dan vraag ik of Piet de valken recent nog op de lampen heeft gezien. Het antwoord is even verrassend als logisch. "Dat kan ook niet", ben ik achter gekomen, zegt Piet. "Die lampen zitten hoger dan de vorige en ze zitten dichter tegen het raam aan, de lamp zit dus bijna tegen de bovenkant van het beton boven het raam aan". Verbijsterd zet ik mijn kijker voor de ogen en zie dat de lamp inderdaad zowat onder de rand zit. Daar kunnen ze helemaal niet meer tussen.
Wat jammer, want dat is in de loop der jaren altijd de favoriete plek van zowel ouders als kids geweest. Hoe vaak hebben we ze zelfs daar een prooi(restant) zien eten? Bovendien zitten de hoogste lampen onder de ring nog altijd een stuk lager dan de onderste ring, voor het bekijken van de valken voldoet een verrekijker dan niet meer zo.
Ook de prentjes zullen dus wat inboeten. Wat zonde nou.
Een kleine sperwer zoeft laag onder de boomrand aan de andere kant van de Loop, hij veroorzaakt een hoop paniek bij de duiven die in de boomtoppen zitten uit te rusten.
Wat later merkt Piet de buizerd op die dicht aan de oever van de Loop opvliegt en ook laag door de bomen zweeft. Waar hij landt kunnen we niet zien, we horen hem wel nog een poosje. En dan is daar opeens ook wat actie vanaf de toren. De valk op de koektrommel verlaat die en zoeft vrij laag over de bomen rechts van ons weg. Daar raken we hem kwijt.
Een rilling zorgt ervoor dat ik mijn besluit neem: "ik ga naar de kachel". "Ik vertrek ook weer, 't is een veel te koude wind hier", geeft Piet aan. "Fijne feestdagen en tot ziens weer". "Hetzelfde Piet, fijne dagen".