Het gaat al naar de middag, mijn dochter stuurt me een appje of ik even kan helpen met het ophangen van een rekje voor in de tuin. En welke vader weigert zijn dochter nou om een handje te helpen? Deze vader in elk geval niet.
Het rekje moet de climatis helpen te geleiden, een pindakaashuisje is er voor de vogeltjes en een vetblokhoudertje moet een verdere verwenning van vogeltjes bevorderen. Na gedane arbeid gaan we nog even in het zonnetje in de tuin zitten. Ik hoor de groene specht die ik zo vaak hoor wanneer ik mijn wandeling met Wisky maak. Mijn dochter heeft de groene specht met regelmaat in haar tuintje gezien, maar herkent het geluid niet. Ik zoek het geluid op, op mijn mobiel en speel het af. De herkenning is er meteen. "Is dat de groene specht? Dat geluid ken ik wel ja". Nog eens speel ik het geluid af. En dan.... ergens aan de overkant van het veld dat grenst aan haar achtertuin wordt het geluid overgenomen. We schieten in de lach. Da's de echte!
Ik pak mijn spullen bij elkaar en breng ze naar huis. Ondertussen is het teken al lang opgepikt door de grijze massa in mijn bovenkamer: "hey kerel, tijd om te gaan Mortelen".
Niet veel later zit ik in de auto. Niet ver van de toren passeer ik een paar fietsers. Het zijn buren uit de straat. Ik rijd hen voorbij en sla een stukje verder rechtsaf. Hemelsbleekweg. Voor me stapt een ruiter te paard en een begeleidend fietser te fiets. Ik minder vaart en rij uiteindelijk de berm in bij het welbekende spottersveldje. Er staat een graafmachine en er zijn paatljes uitgezet. Een man die aan dezelfde weg woont weet me te vertellen dat dinsdag gestart wordt met het bouwrijp maken van de grond. Er komen zes woningen te staan, zo weet hij me te vertellen. Even raak ik in paniek. Waarom ook het spottersveldje? Nu snap ik ook waarom de boompjes zo nodig weg moesten. Ik troost me met de gedachte dat ik regelmatig bij de poel aan de overkant van de Loop ga staan en dat is ook nog niet zo'n slecht plekje. Even later stap ik naar de toren om mijn wandeling in te zetten en zou ik het voorval al snel weer vergeten.
Ik heb de valken nog niet kunnen traceren, maar mijn mobiel laat zien dat er eentje in de nestkast zit. Dat verbaast me uiteraard niets. Maar dat de ander niet te vinden is, dat is jammer. Gisteren was het al eenzelfde verhaal. Jammer! Het is kwart voor drie. Ik stap door het bos en besluit langs de loop verder te gaan naar de achterkant. Ik slinger me wat voorzichtig om het wildpoortje heen, je weet immers nooit wat er zit. Ditmaal zijn het twee spreeuwen die vlak voor me zitten. Al bij het tweede plaatje vliegen ze op. Ik bekijk de mogelijke plekken aan de achterkant van de toren. Geen valk te zien. Terug dan maar weer.
Wanneer ik even later bij het bruggetje sta, ga ik er overheen, stap door het klappoortje en loop naar de paddenpoel. Een "lucky shot" verbergt een kikker: die heb ik maar alvast. De kieviten kan ik niet ontdekken, ook de plek waar mogelijk het nestje is, is verlaten. Ik heb laatst bewust verzwegen waar dat was om nieuwsgierigen te beletten er heen te gaan, maar gisteren moest ik wel om te voorkomen dat iemand met zijn hond te dichtbij zou komen. Nu zijn de vogels weg en kan ik me wel voor het hoofd slaan dat ik er gisteren iets van heb gezegd.
Wel zie ik een kraai met nogal wat veel wit aan de vleugels. Wanneer deze opvliegt zie ik tot mijn verbazing dat het de bonte kraai is. Nooit eerder zag ik er een in Nederland (wel in Griekenland). De foto lijkt te zijn gelukt. Verder gaat het. Nu ga ik het bos in. Ik hoor de bonte specht niet ver van me vandaan, maar ik kan hem nog niet ontdekken. Pas wanneer ik weer verder loop zie ik hem naar een andere boom vliegen. "Gotcha".
Wanneer ik bij de grote poel aan kom, vliegt daar de reiger weg. Ik ga even op het bankje zitten en neem de tijd om te speuren naar de koppies van de schildpadjes die iemand vorig jaar in de poel achter gelaten heeft. Het duurt best wel even voordat ik uiteindelijk het koppie boven het water uit zie steken. Drie fietsers die me passeren brengen de bewijsvoering teweeg... het koppie verdwijnt namelijk onder water en de kring volgend zie ik ook wat van de vorm van het lijfje: schildpadje één is terecht. Een stukje verderop denk ik een tweede te zien, maar dat kan ook een kikker zijn.
Aan de overkant heeft Sjaak zijn auto achter de graafmachine gezet. Hij zit daar al even en we hebben al even naar elkaar een arm opgestoken ten teken van herkenning. Ik besluit naar hem toe te lopen en te informeren wat hij al weet van de bouwplannen die volgende week starten.
Even later zitten we naast elkaar op het bankje. De kievit is ondertussen al teruggekeerd en dus zal de titel van mijn verhaaltje al niet meer "Verjagers bedankt" of zo hoeven te zijn. Terwijl we daar op het veldje zitten is daar opeens de beweging hoog bij de toren. We zien ze gelijktijdig: twee valken naderen de toren. De grootste gaat in de antenne zitten, de ander op het hekwek er vlakbij. Dat duurt niet lang. Beide valken vliegen op. Boven onze hoofden zijn ze, wanneer ik plotseling gekrijs hoor dat uit de nestkast lijkt te komen. Ik zoek het op op mijn mobiel: klopt er zit er nog steeds eentje in de nestkast, maar vliegt er nu ook eentje achter de toren, terwijl er twee achter ons vliegen? Hier helpt geen mobieltje aan.
Een fietser uit Deurne valt met de neus in de boter. We proberen de valken te volgen maar de welbekende truuk wordt weer uitgehaald. De valken gaan op stealth-mode. Op een of andere manier valt het licht dan dusdanig op ze dat ze ineens onzichtbaar raken. De ene zien we weer opduiken. "Als we alledrie dezelfde zien, dan is het er nog één", weet ik heel intelligent.
Wanneer wat later een valk terugkeert naar de toren zien we hem nog net aan de achterkant landen. Het is het teken. Alledrie stappen we op. Zou het voor het laatst zijn op dit spottersveldje?