Kerstavond heb ik de vernieuwde website online gezet. Dat de dag erna het weer allerminst geschikt was voor een Mortelgang zint me niet. "Morgen zal het beter zijn", stelt mijn vrouw me gerust. En morgen is vandaag. De ruiten van mijn auto zijn stevig bevroren. Het is koud, maar ik omschrijf dit altijd als een "eerlijke" kou. Ik zie op tegen het ijsvrij maken van de ruiten. Coriena haalt me via facebook over de streep. "Ja, ik ga".
De valken zijn vanmorgen steeds actief geweest, zo weet ik inmiddels. Dat staat me wel aan. Het ijsvrij maken van de autoruiten is minder zwaar dan ik vooraf vreesde. Een paar minuutjes later zit ik in de auto en verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Ik heb er echt veel zin in.
Voor me rijd iemand in een wel zeer gestaag "zondags" tempo. Normaal kan ik me daar wel aan ergeren, niemand hoeft van mij te hard te rijden, maar ga wel in het voorgeschreven tempo mits de omstandigheden dat toelaten. Het verpest mijn bui zeker niet en ik blijf gewoon op afstand. In mijn spiegel zie ik dat een ander zich er wel aan ergert, maar deze achtervolger slaat in de dorpskern van de Mortel linksaf.
In de berm bij het spottersveldje parkeer ik mijn voiture. Er hangt wat nevel laag boven de grond die het lastig maakt (zeker met het tegenlicht van de zon) om de overkant van de Snelle Loop te bekijken. Op de toren heb ik de valk dan allang in de hoge antenne zien zitten. Is de ander ook thuis? Ik zie er maar eentje.
De bankjes zijn nat en nog aangevroren, niet echt "zitbaar" dus, of ik zal een kouwe en natte kont krijgen. Dat gaan we niet doen. Ik tuur wat om me heen en hoor duidelijk het geluid van ganzen. Het duurt even voordat het tot me doordringt dat ze boven me vliegen. Ik verbaas me wat over de richting (noordwaarts) en wanneer ik even later het plaatje terugkijk schiet ik in de lach. Je zou zo maar kunnen denken dat er een slechtvalk juist in mijn richting komt vliegen, maar het is toch echt een gans die van me af vliegt.
Ik besluit om naar de toren te wandelen en dan te bepalen of ik een grote of een kleine wandeling aandurf. Het wordt een tusseninnetje. Ik steek via het bruggetje de Loop over. Helaas geen ijsvogeltje in het vizier. Het klappoortje lijkt niet veel meer nodig te hebben om een saloondeurtje te worden. Het hangt nog net tegen de portierpaal, maar er hoeft niet veel duwende vorst meer te komen of het poortje zal haar grip tegen de paal verliezen. Ik zie geen middelen om het provisorisch op te lossen en hoop maar dat het goed blijft gaan.
Vanaf het veld kan ik de valk op de grote antenne veel beter op de plaat vastleggen, maar het is er erg nat en drassig dus besluit ik mijn wandeling aan deze zijde van de Loop hiermee te stoppen en terug te keren naar gene zijde. Ik ga nu linksaf en zie in de verte de gestalte van de zilverreiger. Deze reiger zien we nu al zo lang dat we hem als vaste bewoner van het gebied beschouwen, iets wat een aantal jaren geleden een zeldzaamheid was. De mensen van natuurbeheer zijn dus wel degelijk bezig om resultaat te kweken met hun werk.
Opeens vliegt de reiger weg en ik verbaas me daar over. Ik heb me amper bewogen dus waarom zou ie van me schrikken? Maar dan zie ik opeens een kleine hond in de buurt van het bankje met het betonblok rondlopen. "Aha, ik ben dus onschuldig". Ik loop nu ook naar het bankje. Daar zie ik de wandelende baasjes van het hondje die me een goedemorgen wensen. Dat krijgen ze van me retour.
De zilverreiger strijkt neer bij een blauwe reiger en twee nijlganzen. De kudde Aberdeen Angus staat breeduit bij elkaar. Ik wurm me door het poortje, hmmm, ik ben wat aangekomen, merk ik en loop dan door naar een plek waar ik de toren aan de zijden die vanaf het spottersveldje niet te zien zijn kan bekijken. Ik kom niet verder dan één valk op de hoge antenne, maar die had ik al steeds in beeld.
Op een hoger deel van het eilandje tussen de gesplitste Loop is een recht stuk stijl afgegraven en er steekt een takje over. Een ideale plek voor een ijsvogeltje, bedenk ik tevreden. Dan draai ik om een maak aanstalten om terug te keren naar het spottersveldje. Er zit ondertussen een man op het betonblok, ik groet, maar krijg geen antwoord. Ook goed. Verderop herken ik Bas, de hond van Jan de jachtopziener. Jan blijft even op het bruggetje staan en lijkt me op te wachten. "Ik heb je lang niet meer gezien", begroet hij me. Ik leg hem uit dat ik inderdaad vanwege mijn gezondheid even verstek heb moeten laten gaan en hoe blij ik met trip van vandaag ben. We wandelen samen op naar Jan zijn auto, ondertussen vertelt Jan dat Piet ook gearriveerd is. Snel kijk ik naar het spottersveld en ben blij daar Piet te herkennen. Ik versnel mijn pas een beetje om naar Piet te gaan maar bedenk ter hoogte van de berk bij de brede poort van het veld dat het altijd zinvol is om daar even om te draaien om de toren te bekijken. Het blijkt een goede zet, want ik zie hoe er een slechtvalk op het rooster zit. Die zet er nog niet bij mijn aankomst. Zit de valk in de antenne ook nog op zijn plaats? Ja, dat wel, maar die klappert met de vleugels. Even opletten nu. Ik heb het teken goed geïnterpreteerd, de valk gooit de kont omhoog en .... vliegt weg. Onmiddellijk is daar ook de reactie van de valk op het rooster (ik vermoed VV) en beide valken verdwijnen noordwaarts.
De begroeting met Piet is hartelijk. We zijn allebei blij elkaar weer eens te zien. Piet wil me uitleggen waar de valken zitten, maar ontdekt dan pas dat de twee allebei weg zijn. Hij heeft teveel aandacht gehad voor het schillen van zijn appeltje en heeft alle actie daardoor gemist.
Maar we hoeven niet lang te wachten. Rap na elkaar naderen de twee valken de toren weer, waarbij de voorste uit ons zicht verdwijnt maar de tweede landt op de lage (nieuwere) antenne. Had die eerste prooi bij zich? we denken het wel. PA is de valk op de lage antenne en die laat zijn schooiende kreetje horen. We zijn er haast zeker van dat VV met prooi terugkeerde.
Het duurt even en dan schooit PA nog eens en vliegt vervolgens naar de achterkant waar VV vermeend met de prooi zit. Weer duurt het even en dan opeens zien we een valk via de achterkant naar de "hoek van de bovenste ring" vliegen. Het is PA die inderdaad met een prooitje of een deel van het prooitje op de ring zit. Zijn geschooi heeft kennelijk gewerkt. Mooie kerstgedachte toch?
In de bomen naast ons is opeens veel beweging. Er blijken wat staartmeesjes te zitten, maar ook koolmeesjes en nog wat ander klein spul laat zich zien. Ik ben zo dik tevreden met dit alles dat ik me betrap op een dikke smile. Toch wordt het tijd om huiswaarts te gaan. Dat doe ik met een vette glimlach op mijn tronie. Wow, heerlijk dit. Vrolijke Tweede Kerstdag u allen....