Iets voor half negen sta ik bij de kapper op de stoep. De deur staat uitnodigend open hoewel de kapper strikt pas om half negen begint. Binnen blijkt dat twee heren me voor zijn. Ik reken snel uit dat ik dus over een uurtje weer buiten zal staan. De timing klopt precies en dus is er tijd zat om nog een koffie te pakken en dan mijn spullen voor een Morteling bij elkaar te graaien. Uit voorzorg gaat toch ook de jas maar mee, want het blijkt iets frisser dan ik had gehoopt.
Even later sta ik op een welbekend spottersveld. Ik merk dat er iets is veranderd aan mijn vaste patroon. Het is niet meer eerst de toren die gescand wordt, maar eerst de omgeving en dat blijkt een goede keuze. Bij de Loop staat iets wits dat de moeite waard is om even goed te bekijken. Ik ga op de tafel staan en zie tot mijn genoegen dat er een ooievaar in de Loop staat. Kijk, zo vaak zien we die niet bij De Mortel. In de buurt van de poel hoor ik een flinke groep keuvelende vrouwenstemmen. Ik hoop dat ze ooievaar er niet mee verstoren, maar die schrijdt rustig verder langs de kant van het water. Bij het achtuurboompje besluit de vogel statig aan mijn kant van de Loop verder te gaan en verdwijnt dan al gauw achter de oeverbekleding. Even later doemt de uiver op in de pas gemaaide wei bij de boer. Op de toren een bijna vertrouwd beeld: jonkie op de koektrommel onder de ring en ouder op de lamp een stukkie daaronder. Ik waag me er niet aan om te zeggen wie dit is, want het is te lastig om het onderscheid te zien.
Geen hagedisjes deze keer. De wind en een redelijk betrokken lucht met een grauw wolkendek doet me besluiten om toch maar eventjes de jas uit de auto te pakken. Terwijl ik die pak, bedenk ik dat een wandeling ook wel weer eens lekker is. Bovendien zijn dat die calorietjes die er ongemerkt afgaan. Voor het zware werk sport ik, maar dat heeft dit keer maar heel moeizaam tot een gewichtsafname geleid. Toch ben ik in hoera-stemming want mijn doorzettingsvermogen heeft ervoor gezorgd dat ondanks tegenslagen mijn bmi sinds gisteren uit het donkerrood is geraakt.
Drie weken later dan ik had gepland, maar nu is mijn doel voor het einde van het jaar opeens toch weer in handbereik. Maar goed, daar hebben we het nu niet over. Ik kuier langs de toren het bos in en eigenlijk gewoon uit routinematige gewoonte wacht ik even wanneer ik bijna het paadje langs de Loop heb bereikt en tuur even naar de oversteek bij de zandhoop. Mijn gehoor vertelt me deze keer niks, maar mijn slechte ogen nemen toch maar mooi een zekere beweging waar. Mijn verrekijker doet de rest: er zit een ijsvogeltje in een struikje langs de Loop. Ik zie het duiken en terugkeren, dan weer een ander beginnend boompje bezoekend en weer een herhaling van het proces. Ik leun tegen een boompje en probeer het te filmen. Het lukt. Terwijl ik film duikt het vogeltje weer, maar ik kan niet ontdekken waar het blijft en dus wandel ik maar verder.
Aan de andere kant van de Loop houd ik natuurlijk de bosjes langs de oevers goed in de gaten en weer ontdek ik het ijsvogeltje. Dan komt er iemand uit het bos en is het schuwe vogeltje gevlogen. Het verbaast me enorm dat ik zo dichtbij heb kunnen komen en dat iemand die veel verder weg was wel tot een vlucht heeft geleid.
Verder gaat het. Ik wil een kijkje gaan nemen over de weilanden en velden achter het bos aan de andere kant van de Loop en zet aan naar het paadje recht tegenover het spottersveld. Aan de achterkant (niet te verwarren met de achterkant van de toren) zie ik wel veel kraaiengespuis maar verder niet veel bijzonders. Maar links in de verte zie ik wel weer de ooievaar. Hoor ik iets bij de toren? Ik besluit op onderzoek uit te gaan door zo snel mogelijk terug te keren op de scheidingslijn tussen weiland en veld. Ik hoor nu niets bijzonders, maar ik zie het karretje van Piet naderen. Ik besluit terug te wandelen. Weer zie ik het ijsvogeltje zitten. Piet, die aan de andere kant staat tuurt naar dezelfde plek. Maar kan het ijsvogeltje nooit zien zitten. Piet komt dichterbij maar dan komt er opnieuw een niets vermoedende wandelaar uit het bos. Tsjiep, weg is het ijsvogeltje.
Ik wijs Piet op de ooievaar die nog steeds vlakbij de boerderij paradeert. De huispoes zit vlakbij en slaat deze ook voor hem vreemde vogel gade. We lopen terug naar het spottersveld waar ondertussen Gerrit ook is gearriveerd. Behalve dat de valken even gevlogen hebben en de jonkie roodborsttapuitjes zich nog even vlakbij laten zien is het mooiste wel geweest.
Twaalf uur geweest: tijd voor de gebakken eikes. Deze keer met een garnituur van een klein slaatje, gewervelde augurkjes, zilveruitjes en beetje sambal erbij. Hmmm dat gaat lekker smaken!
(later misschien nog een filmpje erbij)