Vanmorgen word ik onaangenaam verrast met een internetstoring bij de KPN. En aangezien ik een KPN-klant ben, hoor ik bij de slachtoffers. En omdat hiermee mijn hele dagvulling verstoord raakt weet ik geen betere plaatsvervangende invulling te geven dan maar gaan te Mortelen. Natuurlijk was ik dat helemaal niet van plan.
Ik ben de eerste die vandaag het spottersveldje lijkt te betreden. En ietwat tegen de normale procesgang in ga ik nu eerst op zoek naar de hagedisjes. Het zonnetje is dun aanwezig en dat kan genoeg zijn voor het reptiel om zich op te gaan warmen. Ik heb geluk want ik zie het gras bewegen wanneer ik in de buurt kom en focus me daar op. Bingo: hebbes!
Meteen komt Jan Steenarend ook aangereden. Hij is blij dat ik het hagedisje gevonden heb want vorige week vreesden we voor iets onaangenaams omdat Jan het twee dagen achtereen niet had kunnen vinden.
Op de toren ontdek ik het jonge mannetje meteen op de "koektrommel". Dat is kennelijk een erg geliefde plaats, ook voor hem. Een etage lager (hmm in werkelijkheid 2 etages lager), zit zijn vader op de lamp. De derde valk kan ik niet vinden, de kans is natuurlijk levensgroot aanwezig dat ze aan de achterkant zit.
Ook de roodborsttapuiten zien we weer. Vooral aan de overzijde van de Loop huppen ze beurtelings van paaltje naar paaltje en van rietstengel naar elsenboompje. Terwijl we turen naar de jonge roodborsttapuiten en hun vader die zich ook laat zien, arriveert ook Piet. Tegenwoordig is dit het trio dat zich nog het meest op het spottersveld laat zien. En dan mis ik nog Johan die zeer regelmatig zijn hond uitlaat en ook even komt kijken, vandaag zullen we hem niet zien.
Voor zover we kunnen zien heeft de Kindervakantieweek De Mortel nauwelijks een spoortje dan wat platgetrapt gras nagelaten, mijn complimenten aan de leiding en de kids!
In het gras op het spottersveldje vind ik een nog niet eens leeg colablikje, met een zucht pak ik het op en deponeer ik het in de daarvoor bestemde vuilnisbak.
Opeens zien we het gebeuren. Lezers die niet tegen enge, moordzuchtige verhalen kunnen: gelieve een alinea over te slaan, want moord, dat is het waar ik over moet verhalen.
Op het bankje wordt een langpootmug te grazen genomen door iets wat veel weg heeft van een daas. De vliegenkop klemt de kop van de langpootmug in een verstikkende houdgreep. De langpotige probeert zijn lange stelten nog wel op te richten maar de aanvaller weet van geen wijken. De vleugels van de langpootmug staan open maar hebben niet de kracht om het luchtruim te kiezen. Weerloos, kansloos, pure moord en wij zien toe en laten het wijselijk gebeuren. Jan en ik vertonen meteen papparazzi gedrag want terwijl dit vreselijke misdrijf zich voor onze ogen afspeelt nemen wij op ons gemak foto's. "Ja, mocht er een uitgebreid politieonderzoek gedaan worden, dan is dit natuurlijk uitermate geschikt bewijsmateriaal".
Het duurt lang voordat er verandering komt in de situatie op het bankje en ondertussen heeft een andere gebeurtenis onze aandacht. Junior slechtvalk heeft de toren verlaten. Er nadert een andere valk, maar dat is zeker geen slechtvalk. Dit veel kleinere valkje nadert de toren, suist er links en rechts omheen en lijkt een geschikt plekje te zoeken om er te landen, maar dat doet hij niet. We doen er even over voordat we met enige zekerheid durven te stellen dat het een gewoon torenvalkje is. Onderwijl zit VM nog altijd rustig op de lamp en stoort zich nergens aan.
Opeens verdwijnt het kleine valkje in de richting waar we twee nestkastjes op palen weten. De rust keert terug, maar niet voor lang.
De moordenaar probeert zijn slachtoffer ergens in het lange gras te gaan verbergen wanneer we een best wel luide knal horen alsof metaal op de grond valt. Even later ziet Jan wat beweging op het terrein van de toren en zowaar staat daar opeens een bus op het terrein. Even later vliegt ook VM weg en wij vermoeden dat dit verband houdt met de komst van de man in de toren.
De valken zullen we vanmiddag niet meer terugzien, wel gaat onze aandacht nog even uit naar een laagvliegende buizerd die in een berk in de wei aan de overkant landt. "Volwassen vogel", hoor ik Jan en Piet zeggen. "Hoe zien jullie dat?", vraag ik nieuwsgierig. "De gele poten en snavel, precies zoals bij de slechtvalk!"
En wanneer we allemaal op het punt staan om te vertrekken zie ik nog één vogeltje op een paaltje juist áchter ons. "Lijkt wel een roodborstje", veel meer dan een gok is het niet. "Nee zal wel wel gewoon een aauwe (= volwassen) roodborsttapuit zijn", meent Piet. Piet richt zijn scoop en lacht. "Je hebt gelijk, Kuiko, het is een roodborstje".
Voel ik nu iets van trots, wanneer we van het veldje naar de auto lopen?