Wie mijn verhalen wel eens leest weet dat ik een sportliefhebber ben, maar dat ik een pesthekel heb aan de zwaar vervuilende sporten. Lees je berichten in de krant dat de lokale overheden het in hun bol halen om auto's ouder dan een bepaald bouwjaar de toegang tot hun stad te verbieden vanwege hun vervuilende eigenschappen, dan kan ik maar niet begrijpen hoe het trekkertrek aan de rand van een natuurgebied wel met alle toestemming georganiseerd kan worden.
Elk jaar opnieuw kan ik me daar over opwinden, elk jaar opnieuw overdenk ik of ik actie zal gaan ondernemen om de tractorpulling nabij de Mortelse toren te doen verbieden. Elk jaar opnieuw laat ik het vervolgens maar voor wat het is omdat ik geen Don Quichot wil zijn die zonder veel kans op resultaat de strijd opneemt tegen de opmars van de windmolens.
Gelukkig heeft dit jaar de organisatie het niet gewaagd om de van oudsher geldende grens tussen de Vrije Heerlijckheyd Ghemert en het land van Bakel, de Snelle Loop, te overschrijden om op het vrije veld bij de toren, grensend aan het spottersveldje een parkeerplaats te maken. Het stemt me meteen al enigszins milder. Enkele ogenblikken maar, want dan zorgt een verschrikkelijk geraas en een smerig kwalmende rookpluim ervoor dat mijn afkeer weer tot niveau twaalf stijgt.
Een speaker kondigt met groot enthousiasme een spreker aan, die nog maar eens flink onderstreept hoe professioneel en ordelijk de organisatie ook dit jaar weer een evenement van ongekende grootte heeft weten neer te zetten. Ergernis daar weer over brengt het irritatieniveau tot 13 (en dat is op een schaal van 20 dus al behoorlijk hoog).
Dan gelukkig, de schreeuw van de roofvogel. De "Torrevalk" die al jaren een "Slechtvalk" blijkt te zijn meldt zich met een korte ronde om de toren en landt vervolgens op de hoge antenne. Ik gok er op dat dit de jonkvrouwe van de toren is. Zou zij hinder ondervinden van al het gekwalm en de herrie van de tot het maximum opgevoerde motoren? Hier moet ik ruiterlijk toegeven dat ik daar eigenlijk in al die jaren nooit echt iets van gemerkt heb. Uitgebreide prooivluchten blijven uit, maar dat kan ik niet direct toeschrijven aan de trekkertrek activiteiten.
Wanneer de zoveelste rookpluim opstijgt achter de opgebouwde tribunes valt mijn oog op een rasecht volhoudertje: aan de overkant van de Loop zit weer de roodborsttapuit. Het vergt het maximum van mijn kijker, maar ik denk toch te kunnen zien dat het om een mannetje gaat. Waarschijnlijk nog een jonkie. Door de aandacht voor de moedige ukkepuk die zich niet uit het veld laat slaan door de stinkende herriemakers op enkele tientallen meters achter hem, vergeet ik de toren in de gaten te houden.
Wanneer ik me omdraai is de valk uit de antenne verdwenen. Bestemming onbekend. Ik tuur in alle windrichtingen naar de blauwe lucht. Een enkel wolkje neem ik in me op om eventueel als orientatiepunt te dienen wanneer ik de valk misschien toch ergens ontdek. Het is tevergeefs.
Bij mijn aankomst heb ik een volledige scan van de toren uitgevoerd. Wanneer ik de valk plotseling op het kozijn van het raampje onder het raam-met-lamp zie zitten, weet ik zeker dat deze er even van te voren nog niet zat. Toch vermoed ik dat dit PA is.
Na minitieus gedraai aan mijn kijker om het beeld iets scherper te krijgen heb ik nog steeds geen enkele zekerheid of het inderdaad PA is, en dus ga ik de toren tegemoet. De valk zit aan een van de schaduwzijdes van de toren en dan is het maken van een plaatje lastig. Voor ik het weet sta ik pal onder de toren door het gebladerte te turen. Mijn camera klikt keer op keer, het resultaat is niet om over naar huis te schrijven. Nog een metertje naar rechts, plaatje, nog een naar rechts, plaatje.... dan opeens sta ik zover naar rechts dat ik de valk op de andere zijde van de toren zie zitten. Het is madam, die op de lamp zit, dus moet het toch PA zijn die op het kozijn heeft plaatsgenomen.
Complete trosjes fietsers komen voorbij. Alsof het aanstekelijk is, besluiten alle fietsers van het ene groepje wel een groet te geven, andere groepjes fietsen zonder groet te passeren. "Prima, dan groet ik ook niet", besluit ik.
Wanneer ik me voldoende uitgeleefd heb met het schieten van milieuvriendelijke plaatjes draai ik me om en kuier ik terug naar het spottersveldje waar één van de passerende fietsersgroepjes zich op de benkskes gevleid heeft voor een korte pauze.
De meningen over de herrie aan de overkant zijn verdeeld: "mijn kleinzoon zit er vast en zeker ook". "Die van mij is met zijn vrienden naar Rowan Hees geweest". "Ik vind het toch maar een herrie". "Mijn kleinzoon vind die muziek wel mooi". "Nee, ik bedoel die tractors". "Ojaaah, ik ook". "Is er braaand?" "Nee, dat doen die trekkers". "Wa un voilighejd". "Hullie liever as ik" "Naw, da meen ik".
Nadat het volgende deel van de route is bepaald ("Meneer, waar zijn we hier eigenlijk?"), vertrekt het groepje weer.
Een poosje is het stil dan opeens zie ik een bekende die het veldje opgekomen is. Het is Frank. "Of ik nog iets over S2 vernomen heb?" Behalve van wat via de officiele kanalen naar buiten is gekomen, weet ik inderdaad ook geen nieuws. Frank vertrekt weer. Even is het stil, ook aan de overkant. Dan begint het geronk weer. Ongemerkt is er een auto in de berm tot stand gekomen. Het is Piet uit Lieshout. Hij heeft al gezien dat ik (opnieuw) naar de roodborsttapuit aan de overkant van de Loop sta te turen.
Dan horen we de valk. Achter de toren vandaan is de valk opeens in de lucht. "Vrouwtje?" en meteen erachteraan "Moet wel, want ut menneke zat op het kozijn". De valk zet de landing in en met de pootjes vooruit zet ik haar op de foto. Ik mis de landingsplek, die ik vermoed op de plek waar ze al die tijd ervoor ook al zat. Maar dan hoor ik Piet zeggen dat ze in het bovenste raam landt. Ik laat mijn camera zakken en grijp naar mijn kijker. "Verhip, dat heb ik niet gezien".
Af en toe kijken we weer om naar de overzijde van de Loop. Piet ziet hem als eerste. Een nog jonge, heel licht gekleurde buizerd zit op het (nieuwe) hekje bij de Loop achter het spottersveldje. Ook Piet is enthousiast over de schoonheid van deze buizerd, die jammer genoeg maar heel even blijft zitten. Maar dan komt ie zelfs nog ietsje dichterbij zitten. We verbazen ons, dat deze jonge buizerd niet schrikt van de herrie achter hem. Maar dan vliegt hij opnieuw op en verdwijnt in het bosje (tot onze stomme verbazing) nog dichter bij de herrie.
Het is al een heel eindje in de middag en eigenlijk heb ik het wel gezien voor vandaag. De valk op het bovenste raam is alweer naar de blinde zijde vertrokken en PA zit nog steeds als een standbeeld op zijn eigen raampje. Dan wijst Piet me naar het aangeplantte boompje. "Spin al gezien?"
Ik weet van niks en Piet tikt voorzichtig tegen het web: roef, daar verschijnt een dikke spin met een vol opgezet lijf. De kiekjes verraden een monster. Dat valt toch nogal mee. Voor wie bang is voor spinnen: oogjes dicht en niet naar de plaatjes kijken...