Met de beste wil van de wereld zitten bezoekjes aan De Mortel er maar zeer beperkt in. Eigenlijk hoor ik daar blij mee te zijn, want het kondigt enig economisch herstel aan, maar alles waar 'te' voor staat (met uitzondering van te paard en te voet) is ook weer niet goed.

Te druk is dus niet goed. Vandaar het bezoekje laat op de zondagochtend op een warm veldje waar de zon zijn best doet om me uit te nodigen me van mijn jasje te ontdoen.

De valk op het kozijn direct rechts onder de ring valt meteen op. Een man staat er op "mijn" plekje bij het boompje naar te kijken. De valk laat zich horen en zonder verder de toren te scannen zoek ik in de lucht naar de ander. Die kan ik niet ontdekken en dus wordt het nu tijd om de rest van de toren in me op te nemen. Een poosje voordat ik vertrok zat er een valk binnen in de nestkast. Ik neem al gauw aan dat die er nog zit,

Een paar buizerds cirkelen erg dicht bij de toren. Zou dat de reden van de alarmroep zijn? In het broedseizoen is het dat wel eens, maar nu?

Mijn aandacht gaat al snel naar een van de buizerds die ondertussen uitgeweken is naar het luchtruim boven het bos achter me. De buizerd ijlt opvallend snel naar beneden. Echte duikvluchten ben ik van een buizerd niet gewend, ik begin te twijfelen of het toch wel een buizerd is. Maar dat blijkt toch wel het geval te zijn.

Dan hoor ik vanaf de toren opnieuw geluid. De valk op bovenste raampje zit er niet meer, maar één verdieping lager (en dus het rechterraampje) is haar nieuwe stekkie geworden. Het is een zij, dat weet ik wel zeker. Ik maak een foto en draai de camera ietsje te ver naar links en krijg daardoor per ongeluk het raam met de lamp in het vizier. "Verhip, zit er daar nou ook een?" Het verrast me om PA niet OP maar ONDER de lamp te zien zitten. Dat is toch geen plekje voor PA, maar dat hij het is, daar heb ik geen twijfels over. Zeker nu ik beide valken in één beeld kan vangen ben ik er zeker van. 

De valk rechts (de 'vreemde vrouw' zoals ze genoemd wordt), blijft niet lang zitten, zover is me wel duidelijk. De stand, - een beetje voorover gebogen - wijst op enige onrust. Dat klopt ook want opeens verlaat ze het kozijn. Terwijl ik haar door mijn kijker volg werpt ze een mooie schaduw af tegen de muur van de toren. Dan zeilt ze met redelijk hoge snelheid hoog voor me langs en veroorzaakt ze me eerste blauwe bollen voor de ogen omdat ze voor de zon doorkruist en zie ik haar met wat moeite een stuk verder weer omdraaien. De prooi kan ik niet ontdekken, maar de valk heeft in elk geval zeker geen prooi te pakken. 

Fietsers stappen af en naderen het veldje. Even ben ik afgeleid, maar dan zie ik nog net hoe de terugkerende valk met de pootjes vooruit aanzet om op de lamp aan de voor mij verborgen noordelijke zijde te landen.

Nog meer fietsers komen voorbij. Het blijkt een hele meute gegroepeerd fietsende, wat oudere Helmondse bewoners te zijn. Het gaat er aardig plat op het typische Helmondse taaltje aan toe. Het is bijna niet na te doen, maar het klinkt altijd prachtig. Het verschil met mijn eigen dialect is veel groter dan de noorderling kan horen, uiteraard zijn er natuurlijk ook veel overeenkomsten. Het gaat vooral om de tongval. Neem van me aan dat dit groepje mensen een geluid weet te veroorzaken dat in schril contrast staat met de inhoud van hun gesprek: "wa is ut hierrrr tog moi en rustig, wonnie". Het aanhorende verschijnt er een glimlach op mijn gezicht, maar ik zeg niets.

"Die torrevalleke zin denk ik wel vort oitgevlogge", meent een van de dames. "Wa vur torrevalleke", vraagt de ander. "Die op dun tillevisie zen gewist in ut veurjoar". "Oooh, da wizzik nie, jaaaa, da zal dan wellll". 

Met moeite hou ik me in. Het ligt op mijn tong om de dames te corrigeren en hen te vertellen dat er 'slechtvalken' op de torre zitten en dus geen 'torrevalleke'. Maar ik zou de conversatie alleen maar verstoren en hoor hun liever ongestoord toe. De heren en dames moeten zich toch ietwat haasten want aan het einde van hun georganiseerde fietstocht wacht een kop soep. "As we nie durfietse, missen we daaalijk nog de soep, die aander zin allaaang durgefietst", maant een van de dames haar echtgenoot om toch maar eens vaart te gaan maken.

Even later sta ik weer in alle rust alleen op het veldje. Aan de overkant van de loop zie ik tot mijn tevredenheid de roodborsttapuitjes van het ene paaltje naar het andere huppen. De oevers van de Loop zijn recent gemaaid. 

Me afvragend wanneer de volgende gelegenheid voor een bezoekje zal zijn stap ik in mijn auto.... Tot wirrus, wonne. 

Mooiste van 2012

P1350777.jpg
P1360033.jpg
P1360052.jpg
P1360120.jpg
P1360161.jpg
P1360306.jpg
P1360339.jpg
P1360388.jpg
P1360448.jpg
P1360468.jpg
P1360630.jpg
P1360679.jpg
P1360785.jpg
P1360916.jpg
P1360967.jpg
P1360999.jpg
P1370010.jpg
P1370126.jpg
P1370212.jpg
P1370419.jpg
P1370515.jpg
P1370766.jpg
P1370929.jpg
P1380018.jpg
P1380182.jpg
P1380487.jpg
P1380643.jpg
P1390116.jpg
P1390175.jpg
P1390241.jpg
P1390262.jpg
P1390781.jpg
P1390805.jpg
P1390953.jpg
P1400077.jpg
P1400079.jpg
P1400090.jpg
P1400335.jpg
P1400401.jpg
P1400420.jpg
P1400589.jpg
P1410097.jpg
P1410101.jpg
P1410273.jpg
P1410464.jpg
P1410473.jpg
P1410492.jpg
P1410542.jpg
P1410583.jpg
P1410598.jpg
P1410623.jpg
P1410812.jpg
P1410861.jpg
P1420046.jpg
P1420153.jpg
P1420224.jpg
P1420308.jpg
P1420506.jpg
P1420655b.jpg
P1420828.jpg
previous arrow
next arrow