Wanneer ik de HB-weg op rij weet ik het eigenlijk al. Ik zie geen toren. En die is niet gestolen, maar de betonnen kolos is niet zichtbaar vanwege de mist.
Met een beetje nevel had ik al rekening gehouden, maar het is 8 graden, windstil en het regent niet. Wat kan je nog meer wensen op het eindje van november?
(Inmiddels kan ik die vraag eenvoudig beantwoorden: liefst ook geen mist)
Direct rechtsomkeert dan maar? Nee, natuurlijk niet. Ik ga maar een eindje wandelen in de hoop dat de toren vanaf andere windrichtingen misschien iets beter zichtbaar is.
Aan het einde van het laantje langs de Snelle Loop zie ik in de verte de zilverreiger weer staan. Wanneer ik mijn camera richt bedenk ik dat er dan toch tenminste een vogel te zien zal zijn vandaag. Maar dan hoor ik boven me een vrij indringend toontje. Ik hoor dit wel vaker in het bos, maar kan toch met geen mogelijkheid zeggen welke vogel dit geluid produceert. Ik kijk omhoog en zie op de kale twijgjes van een boom een middelkleine vogel zitten. Ik schat ongeveer de grootte van een merel. Het is niet het geluid van een merel. Ik probeer ergens te gaan staan waar het contrast met de lichtgrijze achtergrond iets minder is. Nu lijkt de vogel wel helemaal zwart. Voorzichtig neem ik mijn kijker. Ik zie een wat rode vlek onder de buik van de vogel, die verder wat wit en wat zwart bedekt is. "Het lijkt wel een grote bonte specht", gaat er door me heen, maar ik kan het nog even niet geloven, omdat dit geluid zo anders is dan ik gewend ben te horen, bovendien is deze zittende houding helemaal anders dan de normale hakkende houding tegen een boomstammetje. Een blauwe reiger verjaagt de zilverreiger en door het kabaal verdwijnt de specht ook. De manier waarop hij verschrikt het bos in duikt komt me wel weer heel erg vertrouwd over.
Ik kuier weer terug naar het spottersveldje. Bij het houten hek op zo'n vijftig meter van de toren probeer ik de toren te observeren. Het prentje dat ik maak zal de lezer aan duidelijkheid niets tekort doen.
Op het spottersveldje vliegen de meesjes af en aan. Ook een roodborstje en een bloomklever doen zich beurtelings tegoed aan de pitjes die recent zijn aangevuld in de bakjes.
Een siervelg ligt op de vuilnisbak. Ik besluit deze een iets meer aangekledere plek te geven en hang hem uitnodigend aan het prikkerdraad. "Van een Citroen", weet ik.
Nijlganzen scheren ruziend over een tweetal soortgenoten die in het veld staan. Tsja, dat was het eigenlijk wel zo'n beetje. Misschien ga ik nog wel retour als de mist wat wil optrekken....