Het gaat niet door. Onze noordelijkste landgenoten balen als een stekker dat de kou net niet lang en intensief genoeg is om de "Tocht der Tochten" te kunnen houden. En ik moet zeggen dat ik het als zuiderling evengoed jammer vind. Mijn tocht voert me vandaag zoals zo vaak naar De Mortel. Niet dat ik een geweldige aanloop verwacht op het spottersveldje, maar om er in mijn uppie te staan verveelt toch snel.
Ik hoef niet te zeggen dat het koud is. De wind die af en toe opsteekt maakt de de laatste tijd zo veel besproken "gevoelstemperatuur" bij tijd en wijle tot Siberische sferen. De vogletjes maken dankbaar gebruik van het bijvoederen. Zoals meestal voeren de koolmeesjes de boventoon. Ook pimpelmeesjes, roodborstjes, merels en even ook de boomklever melden zich. Een mus is wat schuwer en maakt zich uit de voeten wanneer ik te dicht bij kom.
En op de toren? Aanvankelijk niks. Maar als ik me omdraai van het plekje waar de buizerd al een poos zit, zie ik opeens dat er een slechtvalk aan het korte uitsteeksel van de antenne zit. Ik wandel een stukje naar de toren. Het is me vrij duidelijk dat het OR2 moet zijn. Deze valk is ook echt wel een stuk groter dan PA. Lang blijft de valk niet zitten. Het is geen noodvaart waarin zij verdwijnt, maar vanwege mijn plekje op de weg is ze toch snel uit het zicht.
Een poosje later keert er een valk terug naar de toren. Deze gaat even in de antenne zitten, krijst even wat en verdwijnt dan richting Gemert. Nu gok ik op PA. Ook nu weer puur op de grootte afgaand.
De valk keert terug, maar lijkt aan de koude en donkere achterkant te gaan zitten. Ik voel de kou weer vanuit de tenen optrekken en besluit tot een wandelingetje naar de overkant van de Loop. Goed voor de bloeddoorstroming en dus de inwendige temperatuur. Aan de overzijde van de Loop kan ik naar de toren turend geen valk ontdekken. Hoe vreemd ook, maar hier lijkt de wind kouder en dus besluit ik tot de terugkeer naar het veldje.
De Loop is niet dichtgevroren. Het water stroomt en slechts hier en daar is er een dunne strook ijs die de beide zijden van het riviertje verbindt. Verder gaat mijn wandeling. Het moet gezegd: het lopen heeft een positief effect op kunnen verdragen van de kou.
Terug op het veldje zie ik opnieuw een valk van ergens van de toren vandaan vertrekken. Ditmaal heeft die er de vaart goed in. Opnieuw is het doel richting Gemert. Nog altijd ben ik de enige menspersoon op het spottersveldje. De klok gaat richting de twaalf en dan is het verzet gebroken. Wat eerder op de morgen heb ik met mijn vinger de tekst K O U D in het ijslaagje op de tafel gekrast, nu valt me op dat de zon haar werk aan het doen is. De letters vervagen. Als Piet nog komt zal hij vermoedelijk weinig van mijn aanduiding kunnen lezen. "Ach hij merkt het vanzelf wel", mompel ik.
We gaan naar de kachel....