Gisteren was ik veel te laat bij de toren, zo vond ik. Dus eiste ik van mezelf dat ik vanmorgen eerder het warme nest zou verlaten. Dat gebeurde ook, maar wanneer ik wat later bij de toren sta, besef ik dat ik een kleine misrekening heb gemaakt.

Het is voor het eerst sinds een hele poos echt fris. In de auto lees ik af dat het slechts acht graden is en daar ben ik niet helemaal op gekleed. Gelukkig heb ik gisteren per ongeluk mijn zomerjasje in de auto laten liggen en daar maak ik nu dankbaar gebruik van. De wind blaast een fris briesje en al gauw gaat de rits tot aan de kin toe dicht. Brrrr. Dat is echt wennen.

Op de toren is geen bewoner te zien. Wel hoor ik een behoorlijk gekras in het bos. Ik herken het geluid van de Vlaamse Gaaien die kennelijk met elkaar in discussie zijn. Dan opeens raast er een over me heen naar de overkant van de Loop. Daar gaat ie op een paaltje zitten. Het is niet de laatste waarneming van een gaai vandaag kan ik alvast verklappen.

Aanvankelijk is het vrij stil. Okee, de kraaien en gaaien laten zich meer dan genoeg horen, wat duiven schijnen het niet eens te zijn over de plek waar ze willen gaan zitten en vliegen dus wat heen en weer. Koolmeesjes zijn er eigenlijk altijd wel en dat was het dan wel zo'n beetje.

Ik heb gisteren een paar plaatjes gezien van Gerrit E die maar liefst twee ijsvogeltjes op de foto heeft weten te zetten. Natuurlijk tuur ik regelmatig ietsje boven het water of ik er een zie. Dat is niet het geval. De gaaien leiden me weer af. Een blik naar de toren levert nog steeds geen beeld van een valk op. Na een poosje besluit ik dan toch maar eens naar de achterkant van de toren te wandelen. Een valkenloze waarneming is immers ook maar saai. Dan is het oeverloos lampzitten toch altijd nog meer dan niks.

Bij het bruggetje twijfel ik even of ik de Loop zal oversteken of toch maar door zal lopen naar het veld achter de toren. Het wordt het laatste. Ondertussen verwijt ik het mezelf dat ik het geluidje van het ijsvogeltje niet nog eens heb opgezocht, ik kan het me niet meer voor de geest halen na die lange tijd zonder dit beestje te hebben gezien. Stom, dat ik het gisteren toch vergeten ben op te zoeken.

Om een of andere instinctieve reden let ik op de oevers van de Snelle Loop. Dan denk ik opeens aan de bekende grap van de buschauffeur met een bus vol toeristen: "En wanneer u allen naar links kijkt....   dan ziet u rechts niets". Gauw draait mijn hoofd naar rechts, ik zal daar toch niks missen?

Dan kijk ik weer een stuk voor me uit. In de verte steekt een tak tussen wat overgebleven rietstengels door. Klopt dat wel daar aan het eind van die tak? Dan gaat er een rilling door me heen: "ijsvogeltje !!!!" Ik weet het haast zeker. Ik stop en zet mijn kijker voor mijn ogen. "Jaaaaahhhhh". Het gevoel van sensatie bezorgt me kippevel op de toch al niet zo warme armen. Ik laat mijn kijker zakken en graai naar mijn camera. De afstand is toch nog vrij groot, zo groot dat ik de tak nog net kan onderscheiden in mijn zoeker, maar of het ijsvogeltje er nog steeds zit kan ik niet zeker zeggen. Lukraak knippen dan maar. Ik ben er een beetje bang voor dat wat gebladerte de focus getrokken heeft van mijn camera. Dat zou betekenen dat het vogeltje misschien wel zo onscherp is dat het niet eens te herkennen valt. Behoedzaam probeer ik de verhoogde kant van de bosrand te beklimmen. Het is een half metertje hoger, misschien is dat genoeg voor een betere positie. Weg is het ijsvogeltje. Ik baal als een stekker, maar bedenk dan dat ik het ook verjaagd zou hebben wanneer ik het zonder het te beseffen dichter was genaderd. Ik volg het blauwe vlekje met de kijker naar de plek waar ik denk dat het ergens is gaan zitten. Het moet verderop op het eilandje tussen de splitsing van de Loop zijn. Ik geef me geen kans om het vogeltje daar nog ongezien te kunnen naderen dus vervolg ik het pad. Het aanvankelijk doel was immers de toren via de achterkant te bekijken.

Even later sta ik ergens midden in het veld en zie hoe daar inderdaad één van de valken op de lamp zit. Met het tegenlicht en de donkere schaduw van de toren is een fotootje lastig te maken, maar ik meen wel te zien hoe de valk bezig is om op de lamp een prooitje te verorberen. Dan zie ik enige beweging van een schim vlakbij de buitencamera. Inderdaad geeft een rafelige schim aan dat dit een valk is die daarboven zit. Ik loop wat dichter naar het bos toe, waar ik een opening weet tussen de boomkruinen waardoor ik de toren wat dichterbij kan naderen. De schim bij de camera zie ik niet meer. Heb ik me zojuist vergist? Was het helemaal geen valk die ik daar meen te hebben gezien? "Ach kom, ik ben toch niet gek?"

Dan hoor ik een geluidje dat ik al zo lang gemist heb. Ik herken het meteen, ook zonder het gisteren opgezocht te hebben, is de herkenning onmiskenbaar: "ijsvogeltje". Op de keien in de Loop zie ik wat bruins-met-blauw. "Als ik het hier met het blote oog al goed kan herkennen.... dan doet mijn camera dat ook!!!" Is het een adrenaline-boost die ik voel? Mijn camera knipt en knipt. Het schuifje gaat na een poosje op filmen. Zou het lukken? 

Opeens hoor ik wat in het bos. "Oh nee toch, nietsvermoedende mountainbikers naderen". Weg is het vogeltje. "Kéndegut geskoote kriege?", vraagt de eerste biker die zijn fiets door het poortje wurmt. "Ja, het ijsvogeltje zit er weer", fluister ik halfzacht. "Wa zinde gai naw?" Ik herhaal het nu ietsje luider. "Ooh, ut ijsvuggelke, ja da ken ik wel, maar ge het er nie veul an, want dur zit toch niks an". "Nog nie ens zoveul as in un goelaskroket", meent de ander. "Maar dur stodde gai footos van te maoke en dan komme wai ut wegjoage", verontschuldigt de eerste zich. "Is niet zo erg", vind ik, "ik ben allang blij dat het er weer zit, het komt vanzelf wel weer terug".

De mannen fietsen verder en ik besluit me een poosje achter een boompje te verschuilen in de hoop dat het vogeltje snel terugkomt. Dan naderen er opnieuw mensen, ditmaal met een hond die van me schrikt en dus meteen begint te blaffen. De hond krijgt op zijn donder van zijn baasje, maar voor mij is dit het teken om de hoop op een snelle terugkeer van het ijsvogeltje op te geven. Ik besluit terug te keren naar het spottersveldje.

Onderweg zie ik opnieuw een gaai. Ook deze gaat op de foto en verder gaat het weer. Wanneer ik even later op het veldje sta voel ik de dat de koude wind inderdaad de voorbode is van wat de komende maanden weer op zal komen: kou, wind, nattigheid !!!

Ik loop niet direct het spottersveldje op wanneer ik daar weer aankom. Geritsel in het lage struikgewas trekt mijn aandacht. Een piepklein vogeltje hupt er rond. Ik meen wat geel aan het koppie te ontdekken. Goudhaantje, schiet er door me heen. Voorzichtig probeer ik een plekje te vinden waar ik het vogeltje beter kan zien. Het lukt me niet. Dan valt me wat onrust bij de kraaien op. Met mijn kijker probeer ik ze allemaal te bekijken. Bingo, de bovenste is geen kraai. Ik ben te laat om het met mijn camera vast te leggen, maar ik ben er vrijwel zeker van dat het een sperwer is, die het met ze aan de stok heeft.

Dan zie ik een statige glijbeweging net boven de bomen aan de overkant van de Snelle Loop. Is het een buizerd die daar vliegt? Ik vermoed het wel. de snavel is opengesperd. Klik, zegt mijn camera op het goede moment. Dan is de roofvogel verdwenen en zet ik weer eens aan om de HB-weg van de toren af te bewandelen. Bij het vogelparadijs zie ik nog wat braakballen liggen. Van Piet weet ik dat daar regelmatig een uil zit. Wanneer ik eerst omlaag en vervolgens pal omhoog kijk, naderen een paar mountainbikers: "groeit er geld aan die boom?", grapt de een. Ik lach even en loop dan weer verder, op zoek naar het goudhaantje dat ik maar niet kan ontdekken.

Wanneer ik helemaal tot achter het bosje ben (achter het spottersveldje), geef ik het op en wandel ik weer terug naar het veldje. Terwijl mijn kijker op de toren is gericht zie ik van dichtbij iets omhoog vliegen. Even denk ik aan een reusachtige hommel, maar dan weet ik het: "goudhaantje". Ik probeer te volgen waar het vogeltje heen vliegt, maar helaas verdwijnt het tussen de bomen. Jammer, net niet gelukt.

Een oudere heer passeert het spottersveldje op een driewieler. Een stukje verderop stapt de man af en tuurt in het bos. "Inderdaad, daar zit een gaai herrie te maken", snap ik zijn doel. Maar dan kijkt de man opeens naar de toren. Twee tellen duurt het totdat het tot me doordringt dat hij misschien iets nabij de toren ziet of hoort. Snel grijp ik mijn kijker en zie nog net hoe daar een heuse slechtvalk een rondje om de toren draait. Met mijn camera kan ik het laatste stukje nog net vastleggen: de valk gaat op de lamp aan de blinde zijde zitten!

Ik loop nu het spottersveldje weer op. Daar zie ik de twee stipjes die ik herken als roodborsttapuitjes. Ze zitten te ver weg om ze op de foto te kunnen zetten. Dan hoor ik opnieuw een paar passerende mountainbikers: "de torenier is er niet". "Oja toch, daar staat ie de andere kant uit te kijken!" Een glimlach verschijnt op mijn gezicht, ik draai me niet om, maar ik weet wie ze bedoelen. Ik reken het maar tot een eretitel: "Kuiko de Torenier". 

Mooiste van 2012

P1350777.jpg
P1360033.jpg
P1360052.jpg
P1360120.jpg
P1360161.jpg
P1360306.jpg
P1360339.jpg
P1360388.jpg
P1360448.jpg
P1360468.jpg
P1360630.jpg
P1360679.jpg
P1360785.jpg
P1360916.jpg
P1360967.jpg
P1360999.jpg
P1370010.jpg
P1370126.jpg
P1370212.jpg
P1370419.jpg
P1370515.jpg
P1370766.jpg
P1370929.jpg
P1380018.jpg
P1380182.jpg
P1380487.jpg
P1380643.jpg
P1390116.jpg
P1390175.jpg
P1390241.jpg
P1390262.jpg
P1390781.jpg
P1390805.jpg
P1390953.jpg
P1400077.jpg
P1400079.jpg
P1400090.jpg
P1400335.jpg
P1400401.jpg
P1400420.jpg
P1400589.jpg
P1410097.jpg
P1410101.jpg
P1410273.jpg
P1410464.jpg
P1410473.jpg
P1410492.jpg
P1410542.jpg
P1410583.jpg
P1410598.jpg
P1410623.jpg
P1410812.jpg
P1410861.jpg
P1420046.jpg
P1420153.jpg
P1420224.jpg
P1420308.jpg
P1420506.jpg
P1420655b.jpg
P1420828.jpg
previous arrow
next arrow