Ja, gij leest het goed: "de meting". Neen, dit keer niet een van mijn gehaaste spelfouten. Neen, ik heb het niet over een ontmoeting. Ja, ik bedoel een meting van het werkwoord "meten".

Het is iets na tienen wanneer ik mijn "te doen" lijstje zover klaar heb. Het is nu wachten op een retourmailtje van een klant en dus kan ik er even op uit. Mortelen? Mortelen!

Voor me slaat een brommertje rechtsaf om richting de toren te gaan. Het is een vogelliefhebber die verblijft in Huize Padua (een ggz-inrichting) in de buurt. Hij is altijd op zoek naar het ijsvogeltje. Rijdt naar de meest gangbare verblijfplaatsen, kijkt drie minuten en stapt dan weer op zijn brommertje om naar de volgende bestemming te rijden. Het is een vast patroon dat vast bij zijn ziektebeeld hoort. 

Ik steek mijn arm op wanneer hij me weer voorbij sjeest. Hij groet terug ondertussen in diep gesprek met zichzelf.

De valk zit op de kleine antenne aan de voorzijde van de toren. De ander kan ik niet ontdekken en verder is er weinig te beleven op het spottersveld. Ik ga dus maar snel aan de wandel. 

Ik besluit de Loop over te steken omdat mijn kans op het zien van het ijsvogeltje flink is afgenomen door de man hiervoor beschreven. Vanaf het spottersveld had ik een kikkerconcert gehoord, maar nu ik bij de peol sta, is het weer oorverdovend stil. Raar is dat. Wat is er toch aan de hand met de natuur? Alles is zoveel minder dit jaar.

Ik wandel naar het beruchte boompje en heb er totaal geen erg in dat ik een buizerd die aan de bosrand rechts van me zit laat opschrikken. Voor een goede foto ben ik dan al veel te laat.

Bij het boompje bij de Loop hoor ik een watervogel wat gakgeluidjes maken. Ik zie niets en besluit verder te lopen voordat ik het verstoor. Het gaat het bos in en weer uit. Op de wei waar de trekkertrek wedstrijden plaatsvonden kan ik maar weinig ontdekken, ook in het bos zelf zie ik niks. Opeens komt de gedachte in me op. Zal ik nog een keer goed naar de grond blijven kijken. Een laatste poging om de restanten van een valk als mogelijk PA of misschien zelfs wel MA te vinden? 

De gedache is het bevel. Bij elke meter die ik zet gluur ik onder het struweel. Ik denk nog altijd dat een gewonde roofvogel zich onder een struik sleept om daar te sterven. Wat zal er nog over zijn? Wat vleugelpennen? En misschien het raadsel van het ringnummer van PA? Hoeveel kans maak ik om er eentje te vinden? Geen, natuurlijk, maar je weet maar nooit.

Ik sjok rustig verder. Bruggetje over, langs de Loop naar achteren. Eerst even diep het veld in om de toren goed te kunnen scannen. Hee. Daar zitten ze vlakbij elkaar. De ene vanaf de voorzijde wel en de ander aan die kant niet zichtbaar. Klik klik. Nu loop ik naar de bosrand en loop die helemaal af bochtje naar links, bochtje naar rechts. Speurend maar niets vindend. 

Aan het eind van het bosje is weer een valpoortje en daar zit een vogeltje. Het is een van de makkelijkst herkenbare vogeltjes die er zijn: een winterkoninkje met zijn rechtop staande staartje. Ik schiet mijn plaatjes met genoegen en loop dan naar het poortje toe. Ik zal er toch door moeten! 

Ik sla weer rechtsaf om op het pad uit te komen dat weer naar de Loop voert. Precies tussen wat takken door kan ik beide valken weer in beeld krijgen. Knip. Verder.

Wanneer ik weer op het paadje langs de Loop ben zie ik verderop een bekend figuur. Het is Piet. Ik loop naar hem toe. Piet luistert naar het melodietje van de zwartkop die we allebei horen maar niet zien. Dan opeens een paar harde plonsen achter ons. Daar staat een kerel keien en dikke takken in het water te gooien. Mijn bloed begint al te koken want mijn eerste gedachte is een illegale stort. "Ik ga er heen", zeg ik tegen Piet. Piet gaat mee. "Eerst praten", zegt Piet alsof ie een beetje benauwd is dat ik meteen zal gaan meppen.

Het lijkt of de kerel zich uit de voeten wil maken nu hij ons hoort en ziet aankomen. Er staat een witte auto in het veld. Dan herken ik het logo: "Waterschap Aa en Maas". We worden uitgelegd dat juist het dammetje in de smalle zijtak niet het beloop moet hinderen. Er zijn teveel stenen in gekwakt. Ik denk te weten wie de dader is, maar ik hou mijn mond. Er is veel meningsverschil over hoe het water te beheersen is op dit stukje en niet iedereen geeft het Waterschap gelijk. Uit de mond van deze beheerder merken we dat ook het Waterschap zelf er verdeeld over is.

We keren weer terug naar het spottersveldje. We keuvelen nog wat en dan is er heel even die ene verplaatsing. Wow, daar moeten we het dan maar mee doen. Een rondje en een landing op een hogere tak van dezelfde antenne.

We krijgen het over het boompje dat spontaan is opgekomen op het spottersveldje. We zijn er zuinig op want over een paar jaar zou dit wel eens fijne beschutting kunnen gaan bieden. "Dat kan wel eens hard gaan groeien", meent Piet. En dan wordt het idee van de meting geboren. Het boompje is nu negentig centimeter hoog. We zullen de meting over een jaartje nog eens opnieuw doen.

 

 

 

Mooiste van 2016

P1090886.jpg
P1090892.jpg
P1100211.jpg
P1100216.jpg
P1100269.jpg
P1100463.jpg
P1100487.jpg
P1100698.jpg
P1100749.jpg
P1100889.jpg
P1110053.jpg
P1110107.jpg
P1110111.jpg
P1110147.jpg
P1110158.jpg
P1110696.jpg
P1110732.jpg
P1110779.jpg
P1120203.jpg
P1120430.jpg
P1120624.jpg
P1130054.jpg
P1130296.jpg
P1130321.jpg
P1130470.jpg
P1130577.jpg
P1130701.jpg
P1130783.jpg
P1130906.jpg
P1130922.jpg
P1140261.jpg
previous arrow
next arrow