Ik word om zes uur wakker. Iets zegt me dat er iets niet helemaal klopt. Inderdaad, ik lig niet in bed, maar op de bank. Even voel ik me wat brak. Maar gelukkig herstel ik snel. De computer gaat aan en ik zie precies zoals ik al had verwacht nog geen eitje in de nestkast. Ik groet de erg vroege vogels en ga na een broodje en een krentenbol op pad met de hond.
Bij de wiphoek klapt herhaaldelijk een vleugel van een prooirest om. Ik hoor dat men vermoed dat deze van de ekster is die een poosje geleden als prooi werd aangevoerd. Ik heb steeds het gevoel gehad dat het niet om een ekster ging omdat deze hier helemaal niet zo vaak zitten en bovendien niet op de top van het menu van de slechtvalken voorkomt.
Nu ik de vleugel zie klapperen ga ik op onderzoek uit. Een ekster zijn vleugel is bijna voor de helft wit, dat is bij deze niet het geval. En dan opeens schiet me door het hoofd dat er weer kievitten hebben gezeten bij de Loop. Die miste ik gisteren al. Hoe ziet de vleugel van een kievit er eigenlijk precies uit? Juist, de bovenkant is bijna helemaal donker gekleurd en de onderkant van de kievit is flink wit. Ik vermoed dit jaar weer geen nestje van de kievit bij de Loop. Ik zal op onderzoek uit gaan.
Ik zie nog net hoe Julia uitlegt dat ik op 4 km afstand woon, dat klopt niet helemaal: het is 8 minuten rijden met de auto en zo'n beetje 8 kilometer ver. Ik neem me voor om dat dan meteen ook maar even te controleren. (Inderdaad 8 minuten en ruim 7,3 km ver)
Het eerste spetje zit op mijn raam, ik ben vergeten om de buienradar te checken. Ik zie het nog niet erger worden, maar ideaal fotoweer is het allerminst.
Twee valken in één beeld, tref ik aan. De een zit in de hoge antenne, de ander naast de wiphoekcam. Mogelijk nog net ietsje in beeld. Verder zie ik de blauwe reiger op ongeveer dezelfde plek zitten als gisteren. Ik hoor het alarmgeluid van de nijlganzen, maar omdat ik in die richting alleen kraaien ontdek vermoed ik even dat die weer gebruik maken van hun talent om andere vogels bijna feilloos te imiteren. Dan zie ik een klein stukje verder toch inderdaad de nijlganzen in de wei.
Met de stabiele situatie met de twee valken besluit ik op zoek te gaan naar de kievitten, als die er nog wel zijn. Ook hoop ik het ijsvogeltje weer ergens te zien. Door het bos voel ik dat het wat kouder wordt. En het lijkt ook donkerder te worden. Een vink op een tak nodigt me uit hem op de foto te zetten. Klik. Zal geen geweldig plaatje zijn, maar afijn hij staat er op.
Op het eind van het bosje bekijk ik de oevers van de Loop geen enkel spoor van de kievitten. Er zitten wel behoorlijk veel wilde eenden. Ik kijk de andere kant op en kan helaas geen ijsvogeltje ontdekken. Dan maar verder langs de Loop tot ik aan de achterkant ben. Het is donkerder geworden doordat het opeens ook behoorlijk blijkt te regenen, geen stortbui, maar zo'n stiekeme bui die je na vijf minuten haast ongemerkt zeiknat maakt. Ik hoef niet zo ver naar achteren te lopen om de toren van onderste ring tot boven te kunnen overzien. Lager hoeft eigenlijk niet meer sinds de lampen zijn vervangen. Daar zitten ze nooit meer op.
Ik maak voor de vorm even een foto en zie dan opeens een valk over het dak wegvliegen richting Bakel. Niet als een raket maar toch behoorlijk snel. (Later blijkt dat deze valk zittend op het hekwerk op de foto staat).
Het regent nu best hard door en dus zoek ik een schuilplek in het bos. Over de met mos bedenkte wortels van de boom bij het betonblok schuift mijn voet opeens weg en moet ik een rare beweging maken om niet met camera en al op mijn plaat te gaan.
Ik loop nu terug langs de Loop en merk dat schuilen er nu niet meer bij is. Het regent daar gewoon te hard voor. Wel hoor ik de valk op de toren en de valk die kennelijk terugkeert. Ik zie het niet.
Wanneer ik weer terug op de harde weg sta en bij de houten poort de situatie even probeer te overzien, bedenk ik dat er mogelijk al wat in de paddenemmers kan zitten en dus besluit ik daar maar even heen te wandelen. In de emmers zitten al diverse padden. salamanders en torren. Op dat moment komt buurman Hans naar buiten en vertelt me dat het overzetten al een aardig resultaat heeft opgeleverd, maar dat er toch nog steeds tientallen geplet worden door al het sluipverkeer over deze weg.
Dan vertelt Hans ook het verhaal van zijn hond, mijn tweede hondenvriendje naast Wisky. Deze is afgelopen week geopereerd aan zijn (voor)poten en moet voorlopig even een poos herstellen.
Ik loop terug naar het spottersveld en zie hoe twee valken in de richting van Helmond vliegen, dit lijkt geen baltsvlucht, maar eerder een achtervolging. Maar dan zie ik aan de andere kant een valk kennelijk ook van de toren vandaan richting De Mortel vliegen. Die zal op prooivlucht zijn, denk ik nog. Ondertussen komt ook Gerrit aan. Ik controleer vluchtig op mijn telefoon via de refresh of de nestkast toch wel leeg is. Ook Gerrit controleert dit even via BDL. Er zit soms wel een minuut vertraging tussen echt en cambeelden maar er zit toch echt nog steeds een valk binnen in de nestkast. Vier???? Het kan niet anders.
We hebben heel wat te buurten en af en toe zien we een terugkeer of verplaatsing van een van de valken zonder dat we er echt op letten. VV zit nu naast de Wiphoekcam en daar komt het mannetje weer uit de antenne. Wip? Jawel. Ik heb mijn camera uit staan en verwacht dat de wip allang weer achter de rug is voordat ik hem in stelling kan brengen. Maar dat blijkt mee te vallen. VM verdwijnt en wij keuvelen verder, totdat ik hem opeens weer zie terugkeren. Met een behoorlijk grote prooi deze keer. De prooi dropt hij op de betonrand waar VV hem aanneemt. Maar er toch kennelijk niet veel van eet. Gaan ze nu weer op prooivlucht? We snappen het niet helemaal. Even later zit een van de twee weer op de wiphoek. Ik twijfel even of dat met een prooi is. Gerrit meent van niet. Kan inderdaad.
De ander zit inmiddels al weer even op het topje van de antenne en lijk wel op een windhaan op een kerktoren.
Johan arriveert ook, ik informeer toch even of de hondendrol van zijn hondje is, maar dat is eigenlijk tegen beter weten in. Dat laat hij zijn hond nooit doen. We kletsen nog wat en onder het mom "dan kan die Rode wouw weer voor de dag komen", loop ik terug naar mijn auto.