Okee, dat is een binnenkomer. Eerlijk een antwoord heb ik niet, dus valt het type retorische vraag al af. Een open vraag is het ook niet. Want het is geen discussiestuk.
Wat ik weer allemaal bedoel te zeggen? 72 Uur na vorige week donderdag begon ik me af te vragen of ik het allemaal nog snap. Waar in hemelsnaam blijft toch dat tweede eitje?
Nu, zoveel dagen later, verwacht ik geen tweede eitje meer. Daarin even gestaafd door het feit dat ik gisteren geen enkele paring heb gezien ondanks de aanwezigheid van toch wel een paar uurtjes. Maar vanochtend, spreek ik het uit tegen Mieke, het hoge woord is eruit. "Het wordt niks meer, dit seizoen". "Ook niet met dit ene eitje?" "Nee, ook dat niet".
Veel activiteit zien we niet. Eigenlijk vertik ik het zelfs om de spaarzame momenten in me op te nemen. Verveeld gaat de aandacht naar de kalfjes in het veld naast ons. Mieke voedert de jonge aanwas op het spottersveldje. "Voedert?"
Ze sjouwt een paar emmers water naar de aanplant. Af en toe gaat de blik uiteraard vanzelf wel naar de toren. Een roofvogel nadert. Geen buizerd. "Havik of sperwer", is al wat ik uitbreng, maar mijn camera klikt toch maar. Dat kan ik toch niet nalaten.
DubbelOor zit de regie weer te voeren vanuit de hoge antenne. Af en toe schreeuwt ze wat. We kunnen geen indruk krijgen naar wat of naar wie. "De BDL-kijkers, zullen wel weer een gevecht registreren", schamper ik.
Dan is daar de tweede valk (laten we toch maar even aannemen dat het oPA is, maar wat is nog zeker tegenwoordig). Hij maakt een boogje en stevent direct op zijn doel af: "paring". Ik roep het uit en ik bemerk zelf de verbazing in mijn stem.
Ik had hier totaal niet meer op gerekend en dus voel ik me een totale onbenul. Hoe kan ik hier nu zo verbaasd om zijn? Zou er dan toch nog een gezond nest met een stuk of vier kuikjes volgen?
Mensen komen en gaan. Een man stopt zijn auto op de weg, stapt uit en komt met die voor mij ondertussen zo onuitstaanbare vraag: "zitten ze er al"? Ik kan het niet helpen, maar er zijn een paar vragen die me tegenwoordig steeds meer irriteren. Of deze standvogel er al weer is, is er daar één van. Ik geef toch netjes antwoord, maar hoe goed de man het ook bedoelt. Ik heb geen zin om er een gesprek over aan te gaan. Hoe anders heb ik daar andere jaren altijd op gereageerd. Ik realiseer het me en probeer een volgende keer mijn irritaties (die uiteraard veel meer te maken hebben met wat er dit seizoen hoog boven ons gebeurt), opzij te zetten.
Een man van IVN Asten komt op het fietsje even kijken. Hij is op doortocht naar het Boerenbondsmuseum in Gemert, maar is teveel vogelman om de toren bij zijn fietstocht dan letterlijk links te laten liggen. Ook Martien Kuijpers is er. We hebben hem al een poosje gemist en vroegen ons toevallig vorige week nog af of ie misschien ziek was. Maar nee, hoor, hij is gelukkig kerngezond.
Dan kom Gerrit112. Ik ben blij dat er aflossing is, want ik sta op het punt te vertrekken. Dan de tweede paring. Weer verbaast het me, maar ook ditmaal voorspel ik de actie op tijd. De IVN-er geniet. Dit heeft ie nog niet vaak eerder gezien. Hij hoopt op een koppeltje in zijn woonplaats, waar de spits van de kerktoren met een nestkast is uitgerust om een paartje te ontvangen.
We vragen of hij de kast ook geschikt heeft geplaatst. De man vertelt over de inrichting en de afmetingen van dit slechtvalkentehuis. Dan vraag ik hem of er ook genoeg Valkenkorrels zijn gelegd. Het vraagteken van de man is van zijn gezicht af te lezen. Ook Gerrit112 kijkt me even aan of ik nog wel helemaal goed bij geest ben. Dan vervolg ik: "die zijn op 1 april weer overal volop verkrijgbaar". Gerrit kent me het best en bij hem val het stuivertje meteen. Op het bankje bij Martien en de IVN-er blijft het even stil. Dan schiet de man in de lach..... (Ik vermoed dat IVN-ers in Asten deze week dezelfde vraag nog voorgelegd krijgen :-) )