Heel veel tijd heb ik vandaag niet, maar als ik dat zonnetje zo bekijk dan smelten alle plannen als sneeuw voor de zon. Ik moet en zal even gaan Mortelen.
Niet veel later zit ik in de auto en de bestemmning behoeft geen verdere uitleg.
Bij het spottersveldje valt een en ander op. Of beter: het ontbreken van een en ander. De tot drassige kuilen vertrapte voetenplekjes rond de tafel en het bengkse zijn met zand opgehoogd. Voorlopig kunnen spotters die er de voorkeur aan geven om zittend te observeren dat weer doen zonder dat hun schoeisel tot aan de instap onder het slijk komt te zitten. Ikzelf ben meer een staander, maar ik ben blij voor de zitters.
Op de toren zie ik meteen de valk op de linkerlamp en haar maatje op de rechterlamp zitten. Linkervalk vol in het zonnetje, rechtervalk in de schaduw. Ik besluit voor de eerste zoom dichter naar de toren te lopen. De camera klikt en klikt. Meestal word ik meer enthousiast van vliegbewegingen, maar zo in het zonnetje zijn dit ook wel mooie plaatjes.
Aan de overkant van de Loop stapt een rijzige gestalte met een statief op de schouder tussen de koeien door. Wanneer ik tevreden ben met de eerste plaatjes en besluit terug te kuieren naar het veldje hoor ik geroep vanaf de overzijde van de Loop.
Ik kan het niet verstaan, maar ik ga er vanuit dat er iets bijzonders is, zeker omdat de man, die ik steeds meer denk te herkennen als Martien Kuijpers, naar boven wijst. Ik heb de twee valken zelf al gezien, dus ik maak op uit zijn wijzen dat er mogelijk nog iets te zien is.
Wanneer ik even later naast hem sta, het is inderdaad Martien, dan blijkt dat hij alleen de valk op de lamp ziet zitten. "Dat had ik ook al gezien", vertel ik terug. Martien vertelt over zijn scope, die gaat eruit om nieuw spul te kunnen bekostigen. Op Marktplaats is zijn minimumbedrag niet geboden, maar de meiden uit Millus hadden ook belangstelling getoond, Zij mogen hem wel voor ietsje minder hebben. Of ik een telefoonnummer heb? Dat heb ik niet, en bovendien geef ik niet zomaar telefoonnummers weg.
Al keuvelend kijk ik op naar de lamp: geen valk meer! Ik speur de omgeving af, maar kan de valk niet meer ontdekken. Ik besluit terug te keren naar het veldje. Martien loopt nog een eindje verder het bos in en komt later nog wel even naar het veldje gelopen.
Onderweg hoor ik het gehamer van de grote bonte specht. Goed luisterend weet ik het plekje waar ie moet zitten weer binnen enkele bomen te krijgen. Het lukt me maar niet om hem te vinden en moet dan aan Piet uit Lieshout en Gerrit112 denken. Zij hebben me ooit verteld dat die spechten altijd naar de achterkant van de boom draaien wanneer ze jou zien. Na een poosje geef ik het op, maar wanneer ik een paar meter verder ben en nog eens goed kijk, zie ik de boom vanuit een iets andere invalshoek en jawel hoor: klopperdeklop. "Ik heb je".
Dan loop ik weer verder terug en op het veldje aangekomen zie ik het kleine grut. Pimpel- en Koolmeesjes, Vinken en Boomklevertjes, het spulleke vliegt weer af en aan. Na een poosje komt ook Martien nog even. Boven het bos zie ik nog even hoe een sperwertje voor wat onrust zorgt. Dan is het even stil om vervolgens twee of misschien wel drie buizerds te horen roepen. Ik speur, maar kan ze niet ontdekken. Ook de groene specht meldt zich nog even, eveneens onzichtbaar.
Het is hoog tijd om de eikes in de pan te gooien. Wanneer ik mijn auto keer, zie ik in de verte dat blauwe autootje aankomen: Piet uit Lieshout. Ik knipper met mijn lampen en zwaai wanneer we elkaar passeren.