Mijn kop doet pijn. Al de hele week wordt mijn schedeldak omhoog geblazen door flinke hoestbuien. Ik zit achter mijn PC en kijk naar de bewegende beelden van De Mortel. Valk op het rooster. Dan neem ik het besluit: ik ga of naar bed of ik ga naar buiten. Hier ga ik in zitten te kakken en daar heb ik geen zin in.

Het is koud, maar mijn ruiten zijn al ontdooid. Het is iets over tienen. Ik merk dat al het bulderen zijn sporen heeft achtergelaten. Ik zit er niet al te fris bij. Ik dwing me om me te concentreren op het auto rijden.

Even later sta ik in De Mortel. Ik stap uit en zie hoe de zilverreiger uit de Loop opstijgt om een paar meter verderop op de oever te landen. Hij krijgt de eer van het eerste plaatje. Maar dan gaat de kijker in de richting van de toren. De valk op het rooster zit er nog steeds. Meteen zie ik ook de tweede: een etage hoger en iets meer naar rechts. Dat is zo ongeveer de plek waar voorheen de nestkast stond.

Ik loop naar de toren om een poging te doen om ze in één plaatje te kieken. Dat lukt. Zal ik verder kuieren en dan de boel nog eens vanaf de overzijde van de Snelle Loop observeren? Waarom niet? Ik voel me al opknappen. Dit is eerlijke kou. Hier word je niet ziek van.

Maar dan beginnen de twee boven weer naar elkaar te chuppen. Het is een hele conversatie, waardoor ik het risico om iets te missen liever niet neem. Ik draai me om en keer terug naar het spottersveldje. 

Ook aan dit gesprek komt een einde (je bent een keer uitgepraat, nietwaar) en dan besluit ik voor de tweede kans te gaan. Ik loop naast de toren het bos in en sta even later bij het bruggetje over de Snelle Loop. Het water staat hoog maar ik kan de peilmeter niet vinden. Die was er toch altijd? 

Ik ga voorbij aan het klappoortje en merk dat het heel erg drassig is. Op de plek waar mijn hond onlangs pijn kreeg is opnieuw een plas ontstaan. Ik hoor mijn schoenen soppen en let goed op hoe ik mijn pad het best kan vervolgen. Bij de gaten die ik laatst vond, maak ik weer een paar plaatjes. De Loop is breed en vol. Verder gaat het. De situatie op de toren nog ongewijzigd.

Ook het slootje tussen de wei en het veld staat vol water. Dan stap ik omhoog het bos in. Geen ree die mijn dag wil maken. Geen roofvogel die op de grond een prooi verorbert. Verder gaat het. Ik merk dat het bospad eigenlijk best droog is. Maar dat heb ik nog niet bedacht of ik voel mijn voet de drassigheid in schieten. Snel verander ik mijn koers een beetje. Dan zie ik tussen de bomen door dat er een bekende auto achter de mijne staat. Ik keer terug. Een berkenboompje is echt totaal verrot maar staat er nog altijd en vertoont de sporen van wat ik dan maar complete recycling noem. De vele holen die er door spechten in zijn getimmerd zijn zo talrijk dat ze eigenlijk in elkaar over lopen. Ik maak een kiekje. Dan verlaat ik het bos en zie ik hoe er een valk rond de toren vliegt. Ik zie er maar ééntje vliegen en weet niet welke het is. Uiteindelijk landt de valk aan de achterzijde van de toren naast de kleine antenne. Ik ga verder om me een paar minuutjes later bij Piet te vervoegen.

Nu zie ik hoe een valk in de hoge antenne zit. "Zit die daar allang", vraag ik Piet. Er hebben er twee gevlogen en de ene zit in de antenne en de andere zag ik daarnet in de nestkast. 

Huh, ik heb er maar eentje gezien en heb die in de antenne niet eerder opgemerkt. Piet neemt zijn scoop mee naar de weg. Verder weg van de toren hebben we een betere inkijk. Dan zie ik aan Piet dat er iets niet klopt. Met de kijkers zagen we toch duidelijk iets wits links in de nestkast, maar dit blijkt met de scoop heel iets anders te zijn wat we nooit eerder zagen. Is het een onderdeel van de binnencam?

Wanneer even later Gerrit arriveert, is dit raadsel snel opgelost. Gerrit weet te vertellen dat dit sinds vorig jaar nieuw is. Het is de lamp voor het nachtelijke infraroodlicht. Die konden we voorheen nooit zien toen de nestkast nog een etage hoger stond. We kijken elkaar aan en lachen er om.

Het is tijd om de vrijdagse eitjes te gaan bakken en dus groet ik mijn companen. Ik rijd op een sukkeldrafje de weg af en hoop op een buizerd of zo die een prooi vangt op of boven het akker aan de achterkant van het bosje. Maar dan opeens vliegt er een klein bruin roofvogeltje op langs de kant van de weg. Het gaat razendsnel, maar behalve het bruine zie ik duidelijk een krom snaveltje en dan is het foetsie. Ik stop de auto maar het vogeltje is gevlogen. "Wat was dat?" gaat er voor de rest van de rit door mijn hoofd.

 

 

Mooiste van 2016

P1090886.jpg
P1090892.jpg
P1100211.jpg
P1100216.jpg
P1100269.jpg
P1100463.jpg
P1100487.jpg
P1100698.jpg
P1100749.jpg
P1100889.jpg
P1110053.jpg
P1110107.jpg
P1110111.jpg
P1110147.jpg
P1110158.jpg
P1110696.jpg
P1110732.jpg
P1110779.jpg
P1120203.jpg
P1120430.jpg
P1120624.jpg
P1130054.jpg
P1130296.jpg
P1130321.jpg
P1130470.jpg
P1130577.jpg
P1130701.jpg
P1130783.jpg
P1130906.jpg
P1130922.jpg
P1140261.jpg
previous arrow
next arrow