Wanneer de lucht grauw oogt, de wind vanaf de boerderij schuin achter het spottersveld komt en we zitten in februari dan betekent dat meestal een koud bezoekje aan De Mortel. En reken maar dat dit klopt. Precies voor mij draait Piet uit Lieshout de berm in, ik volg hem op enkele meters. We stappen allebei uit en lachen terwijl we allebei zeggen: "da's lang geleden".
Hebben we elkaar dit jaar eigenlijk al eens gezien? We weten het allebei niet te herinneren. De aandacht gaat al snel naar de toren, waar ik tot mijn verbazing van Piet hoor dat hij nog geen valk bij of in de nieuwe plek van de nestkast heeft gezien. Dat zal snel veranderen want we worden vrij snel verblijd met de komst van niet één maar zelfs twee slechtvalken. Er wordt flink naar elkaar geroepen, maar we weten niet of dit begroeting, enthousiasme of juist waarschuwend is.
We praten over baltsgedrag wanneer plotseling twee, zelfs heel even drie buizerds opdoemen die wel degelijk een baltsvlucht uitvoeren. De derde verdwijnt snel uit beeld. Jammer dat het een schimmenspel is, want het gebeurt allemaal direct boven ons. De plaatjes hadden bij beter weer zoveel leuker kunnen zijn.
Er passeert ons een bus. Ik herken de chauffeur, die groetend zijn hand opsteekt. Het is Bert van Securicon. Hij stopt bij de toren en gaat met Martien Vink het terrein op. Wat later rijdt ook de bus van Boerenbruidegom Mezenberg naar de toren. Het wordt ook wel tijd om de boel aan de praat te krijgen want morgen start Beleef De Lente al met de eerste cambeelden.
Ook Gerrit parkeert zijn auto in de berm. Wanneer we even later met zijn drietjes met kijker in de hand, wat bibberend naar boven turen, moet ik aan de drie musketiers denken.
Van alle spotters zijn wij de laatste jaren toch wel zo'n beetje de meest trouwe. Weer en wind worden getrotseerd en altijd hebben we elkaar wel wat te vertellen.
Mezenberg is al snel weer weg. We zien niets gebeuren, maar we veronderstellen dat de technische ruimte een laag lager nu wordt ingericht.
Ondertussen wordt de temperatuur er niet beter op. Een paar druppeltjes vallen en achter ons dringt een penetrante geur door. "We wonen niet voor niets in een agrarisch gebied, dus moeten we ook niet zeuren, zeker niet met de regels van nu", beweer ik dapper.
De slechtvalken laten zich nu wat minder zien en lijken aan de achterkant te zitten. De kou gaat overheersen. Ik heb één handschoentje in mijn auto gevonden, dat heeft even gewerkt, maar de kou komt nu boven de knieën naar boven gegleden. "Ja, het is half vier". Veel zeggen we niet maar opeens lopen drie mannen als op commando naar de weg. Daar rijden een paar wielrensters net aan ons voorbij. Een groet en... weg zijn we.