Het lijkt wat minder koud. Misschien kan het allemaal nog wat mooier worden als gisteren. "Hmm, maar het kan ook tegenvallen", bedenk ik me. Ik realiseer me dat het vaak gebeurt dat je verwachtingen wanneer ze hooggespannen zijn, een stuk tegenvallen.
Geen gezelligheid op het veldje. Ik ben helemaal alleen. En de temperatuur is dan misschien wat hoger, de wind kan nog behoorlijk roet in het eten gooien.
OR2 zal het wel weer zijn die op de GSM-antenne zit. PA op de lamp? "Hee, er zit niks op de lamp. Andere lamp dan? Nope."
Ik kan PA niet ontdekken. Het kleine spul trekt al gauw weer mijn aandacht. Ik mis het kuifmeesje, maar verder zie ik al de kleintjes van gisteren ook vandaag weer. Een eenzame nijlgans lijkt aan de overkant van de Loop wel op wacht te staan. De Casarca zie ik niet. Wel zijn er weer wat reigers en bij een wandelingetje naar de overkant van de Loop zie ik ook een zilverreiger. Het vennetje, dat we zo kennen van de nijlganzen, is nog bedekt met een laagje ijs. Ik zou er niet op kunnen staan.
Terug naar de toren. PA komt terug en gaat even op de rechterlamp zitten. Heel even maar en dan is hij weer weg, ook OR2 verdwijnt. Ik zie ze achter de bomen in de richting van De Mortel verdwijnen. Ik hoef me niet lang te vervelen. Na een korte tijd keert de eerste valk alweer terug en landt op de hoge antenne. Ik denk nu wel even tijd te hebben om de kleintjes bij het voederplaatsje weer te gaan observeren, maar bij een tussentijdse blik naar boven blijkt de valk alweer verdwenen.
Na een poosje zie ik beide valken rondjes draaien. Is dit eindelijk de eerste vorm van baltsgedrag? Terwijl ik de twee probeer te volgen die opnieuw achter de bossen dreigen te verdwijnen zie ik opeens dat de ene valk zijn pootjes uitsteekt. Het lijkt wel wat op het inhaken van de poten bij een schijngevecht. Helaas staan de bomen een verdere observatie in de weg. Een seconde later zie ik een grote roofvogel vanaf ongeveer dezelfde plek wegvliegen. Dan zie ik ook de valken weer. Het is gissen, maar ik vermoed dat PA heeft proberen te imponeren door de buizerd (?) uit te dagen.
Zou er een ultieme beloning volgen? Nee, hoor. De valken draaien steeds verder van elkaar weg. Dan hoor ik een bekend autootje. Het is Piet uit Lieshout. Ik heb gisteren vernomen dat zijn moeder vorige week overleden is en dus condoleer ik hem. "Ach het menske is goed af", probeert Piet te relativeren. Maar hij voegt er meteen aan toe: "maar toch ben ik haar niet graag kwijt".
Piet meent dat het veel en veel minder koud is dan gisteren. Ik lach even en denk terug aan gisteren toen ik in mijn overmoed tegen Gerrit E verkondigde dat ik het ook wel vond meevallen met de kou. Een half uurtje later dacht ik er toen ook heel anders over. Even later zet ook Piet zijn kraag wat extra omhoog. "Het is toch heel wat kouder dan ik dacht", geeft hij toe. Het lijkt inderdaad wel of de wind steeds kouder waait. De valken zien we niet meer terug. Andere roofvogels zien we wel. Het is te gemakkelijk om van elke roofvogel die we in de verte zien te denken dat het dus een buizerd is, maar in de meeste gevallen blijkt dit toch wel het geval.
Een trosje meeuwen meldt zich nog even. Een hele kudde kraaien vliegt op. Een buizerd krijgt het achter ons aan de stok met die kraaien. De grote buizerd laat zich toch verjagen. En dan is het weer even stil. Terwijl ik nog maar eens de lucht afspeur op een gehoopte terugkeer van de valken bedenk ik dat ik mijn portie kou voor vandaag wel weer heb gehad. Ook Piet weet een andere bestemming voor zijn tijd: "ik gow wa erpel skelle en dan moak ik er zurkolstamp van".
"Grappig, ik heb dezelfde ingredienten op het aanrecht zien liggen vanmorgen".