Nee, ik ben niet bij machte om het Limburgs te spreken, laat staan de klanken van de bewoners van onze buurprovincie om te zetten in geschreven taal, maar verstaan kan ik het heel redelijk. Wanneer een tweetal fietsers het spottersveldje voorbijfietsen hoor ik het hem zeggen: "sjoen is ut heej". "Joa, heel mooi is ut heej", vindt zij ook, terwijl ze verder pedaleren over het hier en daar miniem met wat sliertjes schaduw overdekte weggetje waar mijn auto ondertussen tot het straatmeubilair lijkt te behoren. En ik? Moet ik nog uitleggen dat ik het hier ook zo heel mooi vind? "Denk niet dat ik dat hoef te doen".
Gisteren was ik zelfs twee keer ter plaatse. Grondig onderzoek leverde niet meer aanwijzingen op dan dat één van de verdachten, euhh valken, thuis was. Het arrestatieteam - camera en kijker - had dus niet veel te vangen en te lauw water in het dashboardkastje maakte dat het animo bij de hoofdinspecteur snel afnam om verdere feiten af te wachten. Zonder procesverbaal op te maken werd het feit gauw onder de coldcases opgeslagen.
"Sjoen is het heej", ik kan de opmerking van de voorbijgangers dus van harte beamen, maar de enorme warmte die nu al te voelen is dreigt ook van dit bezoek geen langdurig evenement te maken.
De eerste valk is PA. Hij zit in alle rust op de rechterlamp, kijkt wel telkens rond, maar lijkt vooralsnog niet van zijn plaats te gaan komen. De blik scrollt omhoog tot aan de grote antenne. De hark schittert in het zonlicht maar de valk zie ik toch. Mijn kijker laat zien dat de valk niet zoals vaak "overeind" zit, nee de houding is wat voorover gebogen. Vaak te vergelijken met de houding direct na een landing. Het koppie van mevrouw draait naar alle windrichtingen. "Hmmm, die is heel alert".
Het bevalt me natuurlijk zowiezo al dat de valken weer eens aan de voorkant zichtbaar zitten, tegelijkertijd werpt het ook een vraagteken bij me op: "bij deze warmte in de zon"?
De temperatuurmeter loopt al aardig op richting de 30 graden. Ik loop even terug naar de auto om de temperatuur nog even te controleren en meteen het ditmaal supergekoelde waterflesje op te halen. Een lang spoor van mieren kriegelt achter elkaar aan over het randje tussen weg en berm. Andere mieren komen uit tegengestelde richting. Ik vraag me af welke rij op de heen- en welke rij op de terugweg is. En dan zie ik in een ooghoek het vertrek van de valk. Ik volg haar (de antennezitster) totdat de zon er een abrupt einde aan maakt.
Niet veel later is de valk alweer terug, maar landt nu op de tweede hark van de antenne. PA is nog steeds alert, maar komt nog steeds niet van zijn plek. En dan is ZIJ alweer weg. Nu gaat het richting De Mortel, dus tegengesteld aan het felle licht, maar nu spelen de boomtoppen voor spelbreker. Maar ook nu keert de valk alweer vrij snel terug. Helaas is de landing ergens aan de achterkant en dus uit mijn beeld. De hoogte waarop de landing ingezet wordt doet me vermoeden dat zij op de lamp gaat zitten.
Er vliegen opvallend veel kleine groepjes duiven. Wanneer een viertal duiven de toren nadert, zet ik mijn kijker aan mijn ogen. Eentje is kennelijk moe en zoekt een plekje op de toren, direct onder de ringen zijn de zitplaatsen niet erg comfortabel en duifje fladdert onbeholpen omlaag om kennelijk op de vloer van een ring te gaan zitten. De andere drie wachten niet op de achterblijver. "Hebben zij de valken al waargenomen, of kennen ze het gevaar"?
Opeens komt PA van de lamp en zet direct een lage duikvlucht in. Het gaat te snel om er op te reageren. Snel raak ik hem en zijn doel kwijt, maar de aanval moet ergens direct achter de zandhoop hebben plaatsgevonden. Jammer genoeg heb ik teveel in de zon gekeken om te kunnen profiteren van het contrast van de bomen aan de overkant met de snelle beweging ervoor. Maar dan scheert PA opeens over de bomen recht voor me omhoog en zie ik hoe hij een fladderend doelwit achterna gaat. De toren staat in de weg. Een paar tellen later hoor ik hoe er vanaf de toren wordt gereageerd op een beweging van rechts die ergens rechts op de (ik meen onderste ring) van de toren eindigt. Het gaat zo snel dat ik niet meer kan zien dan een wat vierkant overkomend blok dat op de toren landt. En dat is nu precies de omschrijving die past bij eerdere waarnemingen waarbij een valk met prooi op een van de ringen ploft. "Ik denk dat jij het bent PA", mompel ik tevreden. Even overweeg ik de wandeling in te zetten, maar de warmte weerhoudt me daarvan. Niet helemaal gelukkig met mijn keuze besluit ik toch maar in de auto te stappen nadat ik de laatste druppels uit het waterflesje in mijn keel laat glijden.
"Het was toch weer sjoen heej"...