De maand is voorbijgevlogen. Weinig Morteltijd, wel veel tijd voor andere zaken moeten vrijhouden, soms gaat het leven van een valkenspotter nu eenmaal niet over rozen. Nou ja, ik klaag op gezonde benen. Alles is in mijn voordeel geweest, dus wat klaag ik nou?
Toch staat al vanaf afgelopen maandag vast dat het wel heel hard moet regenen wil ik vandaag niet even gaan kijken. Het weer is niet heel geweldig, maar het is droog en zeker niet koud. Het windje is een beetje verraderlijk. Ik sta alleen op het spotterveldje en zie hoe één valk op het hek nabij de grote antenne zit en de ander op een plek vlakbij de nestkast. Het lijkt ook wel op het hek te zijn, maar ik vermoed toch dat het er net achter is. Op een kabel? (Ja, zo blijkt).
Ik loop een stuk terug en zie vanaf die plek hoe de juvies naar buiten turen. "Gaperds", noem ik hen in deze fase van hun leven. Ze willen graag naar buiten maar durven dat nog net niet. Eer we een paar dagen verder zijn, durven ze wel en dan begint (normaal gesproken) de allermooiste tijd van het valkenseizoen. Peinzend loop ik na de nodige plaatjes terug naar het spottersveldje.
Opeens hoor ik iemand achter me. Ik heb de buurman en zijn hond niet horen naderen en schrik even. De hond en ik zijn al heel lang de beste maatjes en dus word ik met veel enthousiasme begroet. Baasje wil niet dat de hond tegen me opspringt, maar ik heb daar geen hekel aan bij deze hond. Het is een lieverdje, maar wel een hele grote.
Heel even gaat het over de valken, heel even gaat het over de uilen en dan wandelt buurman verder. Zijn hond kijkt nog even om of ik ook volg.
Ik Twitter dat de valken dicht in de buurt van de nestkast blijven, maar ik ben dat nog aan het verwerken wanneer de situatie opeens verandert. De valk van het hek lijkt een prooi van het dak op te halen en de valk naast de nestkast komt ook in beweging. Eén landt op het rooster en is dan opeens ook weer weg. Cambeeldjes op de telefoon tonen geen volwassene in de nestkast. Ik tuur rond in de omgeving, weinig bijzonderheden te melden. De kindloze nijlganzen kijken toe hoe een kinderrijk eendengezin voorbij komt zwemmen. Verder zijn er veel spreeuwen en een enkel kauwtje en een zwarte kraai. In het bos hoor ik vanalles, maar kan ik niets ontdekken.
Ik ga op pad. Het zal een volmaakte acht gaan worden, die me anderhalf uur later terug brengt op het spottersveldje, maar tot die tijd zal ik geen enkele tweebener zien.
Het gaat langs de Loop, langs het bruggetje, langs het bankje met betonblok, door het wildpoortje, naar het bengske van Piet, naar het paadje dat me eerder deze maand bij de groene specht bracht. Daar ga ik door het volgende poortje en sla ik rechtsaf bij het paadje. Heb ik ondertussen niks gezien? Jawel hoor. Het is me zelfs gelukt om een zwaluw in volle vlucht op de foto te krijgen. De kwaliteit van het plaatje kan me niet schelen, maar ik weet dat het is gelukt (denk ik). Ik zie twee plukplaatsen in het bos, het is niet zeker of ze van de slechtvalken zijn, maar de hoeveelheid veren is teveel bij elkaar om van de toren gewaaid te kunnen zijn.
Het winterkoninkje probeert me dapper met geschreeuw te verjagen. Ik denk dat het plaatje mislukt, maar gooi het nog maar eens niet weg. Verder gaat het.
Even later sta ik weer bij de Loop, de groene specht heeft zich goed verborgen weten te houden, maar hij heeft me diverse keren met zijn bekende hoongelach uitgedaagd.
Bij het bruggetje steek ik over. Weinig padden en kikkers. Normaal is het een geplons dat het een lust is, dit jaar is het voor mijn gevoel duidelijk veel minder. Dat geldt ook voor de hoeveelheid zwaluwen boven en om de toren. Het is niet zo warm, dus zitten er boven misschien minder insecten. Daarmee probeer ik het te verklaren. Ik loop nu even door naar de grote poel. Ook hier geen geplons. Verder weer. Op het spottersveldje zijn mensen, maar ik wil eerst mijn ronde afmaken. Ik bedenk dat ik nog niet op deze plek door het bos heb gelopen in mijn zoektocht naar een mogelijk valkenslachtoffer en loop tegen de schuine kant omhoog. Ik leg mijn arm tegen een boom en besluit de boel even goed in me op te nemen.
Wat een ongelooflijk iets maak ik nu weer mee: binnen tien meter van me vandaan steekt er opeens een kop omhoog uit het struweel. Een ree kijkt mij net zo verbaasd aan als dat ik haar dat doe. Dan zet de ree het op een lopen. Ik ben natuurlijk veel te laat om mijn camera schietklaar te krijgen. Het beest kijkt me vanaf een afstand aan en houdt me goed in de gaten. Dan vermoed ik opeens iets. Ik ga voorzichtig op zoek in de struikjes en de takken op de grond. Zou er een kalfje verborgen liggen? Ik kan het niet ontdekken en bedenk dan dat ik het ook beter niet kan vinden. Ik keer terug naar het veld.
Ik loop langs het slootje tussen veld en wei door naar het zogenaamde acht-uur-boompje. Geen ijsvogeltje dat me daar begroet? Helaas niet, maar een waterhennetje schrikt zich te barsten van me en maakt zich snel uit de voeten. Ook nu ben ik te sloom voor een foto. Nog één stapje verder naar voren om het beestje alsnog in de zoeker te krijgen en ik lig zelf in de Loop. Dat zullen we toch maar even niet doen. Ik draai me om en ga opnieuw het bos in. Vinken en koolmeesjes, die laten zich zien, maar verder helemaal niets. Terug naar de grote poel en dan terug naar het spottersveldje.
In het bos naar de toren hoor ik opeens een heel vreemd geluid. Het klinkt alsof iemand een zware hoest onderdrukt en het dan haast kotsend moet bezuren. Maar dit geluid ken ik van een natuurdocumentaire die ik pas gezien heb. "Wild zwijn??????" Opeens dringt het tot me door dat het geluid daar op lijkt. "Hier? Aan deze kant van de Loop al?" Ik speur alles af, maar ik zie geen takje bewegen, geen gestalte, geen geluid. Ik moet me haast vergist hebben.
Even later sta ik op het spottersveld waar Piet zijn scoop richt op de nestkast en waar Yvonne haar hondje aan een grondpen heeft vastgemaakt. "Waar is Roel?" "Oh die is effe een eindje wandelen". "Is ie soms flink verkouden?" "Ja, dat klopt???" Bij mij begint wat te dagen. Wanneer Roel even later terugkeert vraag ik het hem en leg uit wat ik dacht gehoord te hebben. "Ik meende dat ook te horen en herkende het ook als van een wild zwijn!", het antwoord zet me aan het denken. Zou het dan toch? Haha, en als het niet klopt dan zijn wij de gaperds.
(Direct na thuiskomst wordt een prooi geplukt naast de nestkast en zijn de gaperds zo nieuwsgierig dat ze bijna op het rooster stappen. Vrienden weten de opnames te vinden :) )