Gisteren heb ik Wisky laten vertellen over ons Mortelbezoekje. Wie het verhaal gelezen heeft weet dat Wisky al plonzend in een plas water opeens pijn leek te hebben. Hij was even van slag en omdat ik nog steeds niet weet waarom hij die pijn had (die overigens helemaal weg schijnt te zijn) heb ik me voorgenomen om vandaag opnieuw even te gaan kijken.
Vanochtend heb ik alweer een flinke wandeling met Wisky gemaakt en vanmiddag is mijn vrouw met hem op pad. Ik weet van de weervoorspellingen die deze carnaval boven ons hoofd zal hangen dus besluit ik er nog maar even van te profiteren en ga dus op pad naar De Mortel.
In De Mortel stop ik even om de praalwagen van de Mortelse jeugdprins en -prinsin de gelegenheid te geven om de dierbare lading bij gemeenschapshuis De Sprank af te zetten.
Even later sta ik geheel eenzaam bij het spottersveldje.
Omdat de toren er anno 2016 (met de nieuwe plek van de nestkast) er heel anders uitziet besluit ik een paar plaatjes van de toren te maken. Ik haal mijn camera omlaag en hoor en zie meteen dat er een slechtvalk nadert. Ik vraag me af of deze valk al op het torenplaatje te zien zal zijn, zo snel daarna was ie er al. De valk landt in de hoge antenne, maar uit de voorovergebogen houding maak ik op dat dit maar heel tijdelijk zal zijn. Inderdaad verdwijnt de valk onmiddellijk weer en dus besluit ik voor mijn oorspronkelijke doel te gaan: namelijk een onderzoekje of er iets te ontdekken valt aan de plek waar Wisky zich gisteren bezeerde.
En dat blijkt te vlug te zijn. Ik sta bij de houten poort die toegang geeft tot het veld waartoe het spottersveldje behoort en hoor opnieuw de valken. Ditmaal zijn het er duidelijk twee. De eerste landt op het rooster van de nestkast, de ander draait er omheen. Snel kiek ik de valk op het rooster en probeer dan de ander te volgen. Dat gaat vanaf deze plek zo dicht bij de toren niet lukken, dus hobbel ik terug naar het spottersveldje... ik hoor de valken naast me over het bos alsof ze naar het dorpje vliegen en dan is het stil.
De toren is leeg. Een tikkeltje teleurgesteld besluit ik maar om opnieuw koers te zetten naar de overkant van de Snelle Loop, - naar Bakel dus - om daar de plas te onderzoeken en om er te kijken of de tweede spotplek een goed zicht geeft op de nestkast. Aan de overkant van de Loop vind ik meteen de plas die ik zoek. Niet moeilijk ook want de harde wind heeft de andere al drooggeblazen. Ik kan niets vreemds ontdekken en besluit over het slootje te gaan naar de tweede spotplek. Ik draai me daar naar de toren en zie tevreden dat de nestkast best goed te zien is vanaf hier.
Nu gaat mijn aandacht naar het achtuurboompje (het boompje dat precies tussen weiland, veld en Snelle Loop staat en met enige regelmaat het ijsvogeltje draagt). Waarom ik dat zo noem? In de periode dat de juvenielen gaan uitvliegen werpt de toren precies om 20:00u zijn schaduw over het boompje. Vandaar mijn benaming van achtuurboompje.
Terwijl ik koers zet naar het boompje zie ik op een klein eilandje naast het grotere eiland vlakbij de zandhoop een grote hoeveelheid witte veertjes. Het lijkt een plukplaats en het slachtoffer zou wel eens een van de witte uitheemse eenden kunnen zijn die hier nu al een paar jaar zitten. (Heel rouwig ben ik er niet om, ik heb liever dat de boel zijn zuivere habitat houdt.
Ik ga verder naar het boompje toe. Ook vanaf deze plek kan ik de nestkast prima zien. Hmm, da's niet slecht. Ik besluit nu langs de wei door het bos te gaan en daar even te gaan kijken of er iets speciaals te zien valt. Helaas is dat niet het geval, behalve dan de vlieger die hier nu al enkele jaren na een vliegerfestijn in een boom is blijven hangen en daar maar niet vergaat.
Even later kom ik bij de grote poel weer uit het bos en ga terug naar het bruggetje om zo weer terug te keren naar het spottersveldje. Er is amper een vogeltje te zien. Een paar kraaien, ruziënde nijlganzen, wat schuwe duiven, een paar eenden en dat was het eigenlijk wel.
Ook nadat ik nog even heb gewacht op het spottersveldje verschijnen de valken niet meer. Het zonnetje doet een paar vergeefse pogingen om door de dikke brei aan donkere wolken te breken. Het gaat niet lukken. De drift is enorm. We krijgen morgen een natte optocht in Gemert. Maar bij moeders op het balkon zal het toch allemaal best aardig te zien zijn, hoop ik.