Laat ik vandaag zelf maar weer eens een verslagje doen van de waarnemingen van de dag. Ik ga in mijn uppie naar De Mortel waar ik toch wel tot mijn vreugde medespotters tref. Het gaat in eerste instantie om Piet uit Lieshout en Jan Steenarend, later komt daar ook Gerrit E (ditmaal gebrommerd) nog bij.
Mijn twee voorgangers wijzen en turen naar iets in de lucht boven mij, maar ik zit nog in de auto dus moet ik even geduld hebben voordat ik mee kan kijken. Het blijkt een behoorlijk trosje duiven die ondertussen over het bosje achter het spottersveldje vliegt. Komt er actie vanaf de toren? Helaas niet. Al snel zie ik de valk op de koektrommel onder de onderste ring. Het lijkt een volwassen valk te zijn. Ik hoor van mijn companen dat de (vermoedelijk enig overgebleven) juveniele valk achter een prooi aan is gegaan en nog niet is teruggekeerd.
Dat zal echter niet lang meer op zich laten wachten. Met wat kabaal vliegt de jonge valk om de toren heen. Een toevalstreffer van me registreert hoe de valk voor de nestkast langs vliegt om uiteindelijk op de wiphoek (boven bij de kleine antenne aan de voorkant) te landen. Hte is goed te zien dat het nog een jonkie is. Het weer zorgt voor een nu nog heldere blauwe lucht, dat zal gauw betrekken zonder dat er neerslag van komt. De wind neemt wat toe en daar komt een oranje Kreidler om de hoek gereden. Het is voor Piet en mij niet moeilijk te raden wie dat is.
Even later stapt Gerrit E van de brommer. Bijna elf uur, dus nog ruim voor de middag. De reis heeft anderhalf uur geduurd, maar dat is meteen ook weer de charme van het brommeren.
Terwijl wij allemaal op ons gehoor af gaan om het ijsvogeltje te zoeken, blijft Gerrit aandacht voor de valk op de koektrommel houden. En terwijl wij teleurgesteld moeten bekennen dat we het ijsvogeltje wel gehoord maar niet gezien hebben wordt Gerrit een seconde afgeleid. Het is genoeg voor VM om zich te verstoppen want wanneer Gerrit weer kijkt blijkt de vogel verdwenen.
Nu is het heel goed mogelijk dat ie plat ligt want dan zien we hem ook niet. We speuren de lucht af en moeten erkennen dat de vogel verdwenen is. Wanneer ie even later doodleuk weer op dezelfde plek zit, wordt mijn vermoeden dat ie niet weggeweest is sterker.
Dan zie ik hoe onder de boomtopgrens links van ons (aan de overzijde van de Loop) een flinke vogel vliegt. De autopiloot geeft me in dat het natuurlijk de blauwe reiger moet zijn, maar er klopt teveel niet. Het is een flinke roofvogel maar ik kan niet zeggen dat het dus een buizerd is. Op het laatste nippertje ziet Piet de vogel ook. We zien hem landen in een dode tak in een rechte lijn over de zandhoop. Jan ziet hem nu ook. Jammer genoeg zit de vogel met zijn rug naar ons toe en zit er een vervelend takje voor zijn staart. Piet ziet in zijn scoop dat de snavel nog grijs is. We beredeneren dat het een jonge havik kan zijn. De plek op de dode tak, zijn vlucht langs de bomen (mogelijk om een prooi uit een boom te lokken), de nog grijze snavel, het zijn aanwijzingen maar niet meer dan dat. Ik vertrouw geheel op de ervaring van mijn medespotters en waag me niet aan eigen theoriën.
Het gaat een beetje zoals het gaat vandaag. Twee geelgorsen die we ook weer heel nadrukkelijk horen zonder ze te zien leiden even de aandacht af en weg is de jonge roofvogel in de boom.
Gerrit E blijft maar eventjes, hij heeft nog een heel eind te rijden voordat ie thuis is. Wandelaars komen even kijken waarnaar wij staan te kijken. Weer passeert een grote groep duiven, maar er volgt geen actie vanaf de toren. Een buizerd nadert de toren. Daar vliegen de twee valken plotseling op af. Die moet kennelijk weg. Verder gebeurt er niet zo heel veel meer. Wel vliegen de twee valken met een hoop herrie achter elkaar aan. Zijn ze aan het spelen? Of is dit een eerste vorm van het verjagen van de laatst overgebleven juveniel? We zijn ook hier niet zeker van, we achten het niet uitgesloten, zeker omdat we er wel een vermoeden van hebben dat de andere drie al voorgoed vertrokken zijn. Waar VV vandaag is? We weten het niet.
De juveniel neemt brutaalweg zijn vaders plek in op de koektrommel onder de ring. VM vliegt een paar keer voorlangs en gaat tenslotte op zoek naar wat te eten.
Jan kondigt voor de derde keer zijn aanstaande vertrek aan, ik ga voor de derde keer met hem mee, en ook Piet maakt aanstalten om zijn scoop in te pakken. Terwijl Jan en ik (eindelijk) de daad bij het woord voegen komen twee fietsers het veldje op. Ze vragen of ze ons doel verjagen. Met een korte ontkenning lopen Jan en ik verder, wijzend op de slechtvalk op de koektrommel. Piet laat zijn scoop nog even staan zodat de nieuwkomers er even door kunnen kijken. "Slechtvalken vangen vooral postduiven" gevolgd door "in duikvlucht halen ze wel 360 km per uur" en bijna daaraan gekoppeld "een postduif weegt zo'n 500 gram...." Ik schiet in de lach. Hoe vaak zou Piet deze vaste opsomming van feiten wel verteld hebben?