Mijn vakantie gaat rap ten einde. Wanneer ik reken dat vrijdag de dag van mijn eigen toko'tje is, dan is deze donderdag alweer de laatste vakantiedag. Wat gaat het snel en wat was het ondanks dat toch eigenlijk een leuke vakantie. Het experiment om Wisky mee te nemen op vakantie was al bijzonder geslaagd, de week daarna met wat uitstapjes was ook heel best en deze week? Ach het weer was wat minder, het klussen niet mijn ideale vakantiebesteding, maar ik heb met mijn vrouw afgesproken alleen de ochtend te besteden aan het klussen en dan valt ook dat best mee.
De bezoekjes aan De Mortel zijn beduidend minder in getal dan enkele jaren geleden, maar het hoogtepunt van het seizoen is toch al voorbij. We geloven er niet in dat de juvies nog echt thuis zijn. Ze zijn ook niet echt welkom meer, zo vermoeden wij.
Wanneer ik Piet ontmoet op het spottersveldje hebben we al snel genoeg de conclusie getrokken dat dit niet "de ideale plek" is. En precies op onze "uitwijklocatie" kuieren de Angussen uit het bos. Ik heb al vaak gezegd dat ik de Schotse Hooglanders ondanks hun enorme hoorns veel minder gevaarlijk acht dan de lompe Angussen die zich niet (op diervriendelijke manier) door mensen laten tegenhouden. Deze mening wordt gedeeld door Piet en Gerrit, die dit eerder ook al opperden.
Piet en ik besluiten eendrachtig om aan de wandel te gaan. Onder de toren horen we gekrijs hoog vanaf de toren. Het klinkt als een waarschuwing, niet als een begroeting of het enthousiaste "ik heb prooi". We kijken maar kunnen niets ontdekken. We besluiten naar de achterkant te lopen.
We bespreken de hoogte van de waterstand van de Loop (die goed is) en de helderheid van het water. Jammer dat de droogte zoveel vissen met de dood hebben moeten bekopen, maar we zijn blij met de overlevenden, want het ijsvogeltje wordt dagelijks gezien of tenminste gehoord.
Bij het bankje met het betonblok als tafeltje gaan we even zitten. Er liggen vuurwerkrestanten die daar door onbezonnen jeugd is afgestoken. We bespreken de dwaasheid en onbezonnenheid van de jongeren om dit in deze droge periode te doen. De campinggasten verderop krijgen de schuld, of zij er voor verantwoordelijk zijn weten we natuurlijk niet, maar in elk geval zou de plaatselijke jeugd beter moeten weten.
Een man nadert ons van achteren. Het is Gerrit die zijn vakantie iets heeft vervroegd. Zoals zo vaak worden de bijzonderheden van de laatste dagen doorgenomen. Meestal komt dan ook de Mosbulten (een natuurgebied nabij Lieshout) als onderwerp langs. Ditmaal gaat het over het feit dat mogelijk de zeldzame bruine koekoek daar in de buurt is gezien. Ik leer over het bestaan van de bruine koekoek en over de kans dat het vrouwtje van de koekoek grijs maar ook bruin kan zijn. Hoe een juveniele koekoek te herkennen is aan een witte vlek in de hals en nog wat wetenswaardigheden. Terwijl ik aandachtig de voor mij nieuwe informatie opslurp zie ik hoe er een vogel op een tak die boven de gespleten Loop hangt zit. Zoals gewoonlijk roep ik tussen het gesprek door dat ik wat zie.
Drie mannen zitten even stomverbaasd te kijken wanneer het om een jonge koekoek blijkt te gaan. Bestaat toeval? De vogel verplaatst zich en gaat precies op een takje zitten dat voor mij door een andere gebladerde tak verborgen blijft. Piet schuift een stukje op en wijst. Ik kijk verkeerd en kan geen vogel ontdekken. Gerrit zit gehurkt met de kijker de gluren en gebaart mij bij hem te komen zitten. Hij wijst en nu zie ik de jonge koekoek op een heel andere plek dan ik verwachtte dat hij zou zitten. Ik ga terug naar mijn eigen plekje en zie inderdaad de tak die mijn uitzicht verspert. Voorzichtig zet ik een paar passen naar rechts. Nu kan ik de plaatjes maken zonder dat takjes de focus trekken. Het knopje gaat op filmen maar dat is slechts voor een paar seconden, dan vliegt de jonge bijzonder vogel naar de linker splitsing van de Loop. Daar zit hij even op de grond om te drinken en vliegt vervolgens weer naar rechts. Een heel stuk verder weg zien we hem nog even. Dan worden de plaatjes gecheckt. Tevreden meld ik dat er wel een paar mooie bij zitten. Met een tevreden en plaatselijk opgelucht gevoel ga ik huiswaarts.
Onderweg bedenk ik dat de valken het deze keer hebben moeten afleggen tegen deze zeldzaamheid. Ik heb geen aandacht voor de valken gehad!
Een paar plaatjes...