ma 27 april, 18:40u - 20:30u
Vanavond ga ik alvast wennen aan het 'avondspotten'. Direct na de maaltijd zet ik koers naar De Mortel. "Het is fris", waarschuwt mijn vrouw me. Ik graai een zomerjasje van de kapstok en ik vertrek.
Op de HB-weg is nog niemand. Bij de oprit naar een van de bewoners zit een vogeltje. Ik maak een plaatje zonder te weten wat voor beestje het is. Dan glijdt mijn blik naar de toren. Valk op de rechterlamp zie ik. De zon schijnt fel pal vanachter de toren. De eerste foto is vooral donker. Ik besluit een beter plekje te zoeken. Ik loop wat voorwaarts, zodat de zon volledig achter de toren verdwijnt. "Ha, dat is beter". Pa zit te plukken. Donkere veertjes dwarrelen langs de toren. "Een spreeuwtje of misschien weer een merel", zo schat ik. Ik kan het door mijn kijker niet goed zien.
Omdat Pa ijverig bezig is met plukken verwacht ik binnen enkele minuten een vlucht naar de nestkast. Ik overweeg om nog even naar de overzijde van de Snelle Loop te wandelen, maar ik bedenk dat ik dan mogelijk dat moment mis. Door mijn verrekijker kan ik de nijlganzen zien. Ze zitten op het land, dus ik kan ze goed tellen. Nog altijd zijn het negen jonkies, die overigens groeien als kool. Ik besluit toch maar om te keren naar het spottersveldje. Een goede keuze zo blijkt, want nauwelijks heb ik een gunstig plekje gevonden of Pa verlaat de lamp met zijn prooitje. De reis naar de nestkast valt hem nogal zwaar. Er staat een straf windje. Mijn camera filmt hoe hij net even iets tekort komt om op het rooster te landen. Hij zet nogmaals aan, en nu lukt het hem wel. Terwijl ik nog even het donkere gat blijf filmen verschijnt ineens een andere schim in beeld. Is het Pa of is er een wissel? Ik kan het niet zien, maar ik volg deze valk tot hij ergens op een ring verdwijnt. Het laatste stukje film ik blind. Is de valk aan de voorzijde of aan een andere zijde geland? Ik weet het niet. Weer loop ik een stukje richting de toren, maar halverwege besluit ik opnieuw om toch om te keren.
Terwijl ik me omdraai zie ik een auto naderen die achter de mijne in de berm wordt geparkeerd. Het is Sazoe en Arie. "Het is maar frisjes", begroet ik hen. Ze hebben er al rekening mee gehouden. Sazoe heeft koffie bij zich. Dat gaat er nu zeker wel in. We spreken nog even de voetbalwedstrijd van gisteren door. Het is een andere gedeelde liefhebberij van neef en nicht.
Nog een keer laat de valk zich even zien, maar ook deze keer is het kort en landt de valk ergens buiten ons zicht. Dan arriveert Steenarend. Hij laadt zijn scoop uit en het is altijd prettig om: ten eerste iemand met veel verstand van vogels en ten tweede ook nog eens met een scoop in de buurt te hebben. Maar de valken hebben niet veel zin om er nog een show van te maken. Maar dan is er vaak weer die buizerd. De buizerd verhuist van paaltje, naar boom en van boom naar de grond en weer naar een paaltje. Nu weet ik zeker dat ik laatst ook een buizerd kiekte. Waarschijnlijk is het dezelfde.
Spreeuwen vliegen in zwermen op in het veld. Jan let er goed op, want waar voor mij een spreeuw een spreeuw is, daar kent Jan de diverse ondersoorten. Dan opeens wijst hij ons op een lijster. Jan vermoedt dat het de grote lijster is en legt uit waar het verschil aan te zien is. De lijster zit op een van de paaltjes die op rij van Snelle Loop het bos ingaan. Precies tegenover het spottersveldje. Dan opeens ziet Jan ook een pieper die een metertje verder dan de grote lijster op het prikkeldraad gaat zitten. Ik probeer de twee vogels bij elkaar op de foto te zetten, maar ik vrees dat ik de prent teveel op moet blazen om het zichtbaar te maken.
Behalve de buizerd, de spreeuwen en de nijlganzen zijn ook de canadese ganzen te zien. Maar wanneer de zon achter de bomen rechts van de toren verdwijnt komen we gezamenlijk tot de conclusie dat het thuis een stuk warmer is. We maken aanstalten om te vertrekken wanneer twee fietsers even het veldje oprijden. Ik zie aan hen dat ze eigenlijk iets willen vragen. Ik loop nog heel even terug en dan komt de vraag: "is dit nu de plek waar de slechtvalken wonen?" Ik bevestig dat en dan komt een twijfelende vraag of dit ook de plek is waar Beleef de Lente de beelden van uitzendt. Ook dat wordt bevestigd. "Oh en we zitten hier maar een paar honderd meter vandaan", klinkt het een beetje opgewonden. Zonder ernaar te vragen concludeer ik dat deze mensen op een camping of ecoboerderij verblijven. "Wat is het beste moment om te komen kijken?" Ik adviseer ze om een keertje vroeg te gaan. "Hoe vroeg?", vraagt de man een beetje benauwd. "Vanaf dat het licht wordt tot een uur of negen is het eigenlijk altijd wel prijs!"