za 19 juli 2008, ochtend
Paperazzi-journalist
De weersvoorspelling is helaas weer eens uitgekomen. Ik sta alweer vroeg in mijn tuin om de schade op te nemen. Schade? Ja, vooral de grootbloemigen in mijn tuin zijn door de druk van de vele regendruppels topzwaar geworden en sommigen zijn behalve omgebogen ook doorgeknakt. Ook druppelt het weer. Niet overdreven hard, maar genoeg om na een half uurtje doornat te zijn. Toch lijkt het wat op te klaren dus riskeer ik het ritje De Mortel maar.
Er staat een auto. Gerrit E, weet ik zeer beslist. Op het veldje staat onder een flinke plu een opgevouwen tuinstoel en een statief. Een paar ballonnen wijzen de entree naar het veldje aan. Op het bengske staat een thermoskan en een flesje koffiemelk. Drup, drup. Nee, het regent niet hard. Op de lamp zit een flinke valk. Terwijl ik door loop richting de toren, opent Gerrit zijn portier: 'is da S2 toch zeker?' 'Denk ut', antwoord ik. Maar ik heb het plan opgevat om direct naar de achterkant te lopen en dus loop ik door. De druppels houden weer een hardcore-party (oftewel ze verzamelen zich weer boven die plek waar ik loop en duiken dan in volle vaart op me neer, in eenvoudig Nederlands heet dat een regenbui).
Beschut onder het bladerdak langs het paadje richting de Snelle Loop valt de nattigheid best mee. Behoedzaam sluip ik het hoekje om: ijsvogeltje? Nope, helaas, pech gehad! Speurend in het water van de Loop ga ik verder richting het veld achter de toren. Mijn oranje vriendje laat zich niet zien. Maakt niet uit, ik hoorde gisteren nog dat ie er nog is. Aan de achterkant geen valk te zien. Niet in de lucht, niet op de toren. 'Dit schiet niet op, terug maar weer', mopper ik een beetje. Een voetganger komt me tegemoet. Een korte groet tijdens het voorbijgaan en voor mij de zekerheid dat het ijsvogeltje nu zeker niet te zien zal zijn. Nog tijdens mijn wandeling terug over het paadje langs de Loop hoor ik weer het klagende geroep van 'schreeuwlelijk'. Ik steek nog even de Loop over om vanachter het klappoortje een blik op de toren te kunnen werpen. Niks, nakkes, nada. Verder maar weer.
Ietsje voorbij de toren kijk ik nog eens goed omhoog. Op de bekende twee lampen zitten nog steeds twee valken hun voeten te warmen. Op de onderste ring steekt een staart over de rand. Een loop een stukje verder door richting het spottersveldje en draai me dan nog eens om. Nu kan ik deze derde valk beter zien. Niet helemaal zeker maak ik de balans op: S2 links, Pa rechts en Schreeuwlelijk pal tussen hen op de onderste ring.
Gerrit ligt achterover in de bestuurdersstoel van zijn auto. Er stopt nog een auto: het zijn Obertje en Pernille, die overnacht hebben in de Eco-farm. Ik wijs naar Gerrit. Pernille heeft niet direct in de smiezen wat ik bedoel. Ik wijs nog eens en schiet een paar foto's van de slapende Gerrit. "Je bent een echte Paperazzi", zegt Ober, terwijl ze lacht om de pittende Gerrit, die maar niks in de gaten heeft.
Na een poosje krijgen de dames zin in een bakkie bonennat. Ze gaan even naar het Grotels Hof voor een lekker vers 'dreefke'. (Plat Gimmers voor een 'bakkie doen'). Ze rijden weg om direct opvolgers te vinden in Geurtje en Jo die zo vriendelijk waren om Marijke op te halen. Niet lang daarna komt ook Willem die Roland weer meegenomen heeft aangereden. Ik heb de parasol maar even op de tafel neergelegd, met de punt in de wind, er kan zo dus niks gebeuren. Dan ineens een windvlaag. Als een afgestookte vuurpijl schiet de parasol over de tafel om een metertje of drie verder als een weggeworpen speer op de grond te landen. Zo! Die ging als een raket, zegt Willem, die het hele voorval ook zag.
Op de toren niet veel actie dus wordt de dag van gisteren nog maar eens doorgesproken. Ronald heeft moeten lachen om het verhaal van Tess over het kalfje dat meters de lucht in werd getrokken door 7 valken en 2 buizerds. Vandaag gooien we er maar een nieuwe tegenaan. Wanneer Ober en Pernille terugkeren van hun 'bakkie doen' zeg ik hen dat ze heel wat gemist hebben. 'Tsja dat zal wel weer', reageert Ober een beetje teleurgesteld en benieuwd om wat het verhaal is dat zij gemist hebben. "Nou", voer ik de spanning maar meteen op. "Jullie waren amper weg en toen hebben zeven valken samen aan de toren getrokken en die kwam zeker een meter van de grond voordat ie weer neerplofte". Het gezicht van Ober klaart direct op, zoveel heeft ze dus niet gemist.
Het veldje groeit vol. Waarmee? Met mensen natuurlijk. Ondanks een giftige regenbui die maar niet op lijkt te willen houden wordt het steeds gezelliger. Anita (The soup-artist formerly known as Deufke) en Sazoe hebben deze keer geen pan, maar zelfs een hutkoffer vol met soep bij zich. 'Dat zal lekker smaken, eet maar op'. Als ik het goed heb is de enige debutante van vandaag Trudy. Daarmee hou ik ook op met namen noemen, want ik ga anders geheid mensen vergeten. Weer worden we overvallen door plensbuien. De verzameling pluutjes neemt toe. Wanneer de bui ietsje afneemt maak ik een foto van het gedeelte dat dan op het veldje staat. Anderen hebben een schuilplekje gevonden onder de bomen in de berm en weer anderen hebben de moed om toch een stukje te gaan wandelen. Niet eens zo'n slecht idee, want wandelend met een paraplu boven je hoofd is op den duur minder koud, dan stilstaan met dezelfde plu op het veldje.
Is er dan geen valkenactie te melden? Jawel, niet veel, maar toch iets leuks. Een valk, volgens mij is deze hoofdrol voor schreeuwlelijk, besluit eens van plaats te gaan en zet aan om vaart te maken richting het zuidwesten. Daar horen we het typische buizerdschreeuwtje. Vrij hoog in de lucht maakt de buizerd zijn zweefrondjes. Maar de valk gaat hem eens op zijn nummer zetten. Het is geen aanval, maar de buizerd schuift glijdend en cirkelend toch steeds meer op richting het zuidoosten. Ik keer me weer om met de bedoeling schreeuwlelijk te volgen. (Paparazzi nietwaar) Helaas, die zie ik niet meer. Even later neem ik de stand van zaken weer op: twee valken op de lampen en ... hela, daar landt er een op de betonnen rand tussen de lamp en de antenne.
Ik moet rond een uur in Gemert staan voor een fotoreportage van de aankomst van de vierdaagse-helden uit mijn woonplaats. De klok gaat steeds meer naar deze uurstand toe. Met dit sop-weer is daar ook geen bal aan. Bovendien heb ik mijn pet al verwisseld voor een droge na de vorige stortbui en dus is mijn voorraadje droge hoofddeksels nu op. Niet dat dit allesbepalend is, sterker nog, het zou een hele flauwe smoes zijn om dit als excuus aan te dragen om die mensen niet op de foto te gaan zetten. Ik rij dus maar aan....
Wat foto's van vanochtend: