do 10 januari 2008, 11:15 - 12:15 uur
Highlander
Vanochtend cirkelden talloze meeuwen boven mijn tuin. Het eerste klusje van de dag was al af en dan kriebelt het nog weer eens.
Het is fris. Een stevig windje maakt de gevoelstemperatuur nog een stuk koeler. De auto is niet ter beschikking. Scootertje van dochter wel. Zal ik?
Rijdend door het centrum is de weg een stuk korter. Tussen Gemert en De Mortel krijgt de wind weer vrij spel. "Brr, het is niet echt lekker zo. Omkeren maar?", de gedachte speelt door mijn hoofd. Maar een keer onderweg, gaat omkeren er toch niet in. Een vrachtwagen komt me tegemoet gereden en knippert om linksaf te slaan. Ik heb dus voorrang, maar... "Gofferdegoffer, die oen rijdt voor me door!" Fel knijp ik in mijn remmen, woest gebaar ik met mijn armen. De chauffeur steekt quasi zich verontschuldigend zijn hand op. Ik geloof er geen barst van dan ie het meent. Situaties vanuit een dode hoek kan ik me wel voorstellen, maar nu moet ie me hebben gezien. "Klootveger", roep ik hem nog na.
Ik besluit bij de kerk rechtsaf te gaan. Tot aan de plek waar ik linksaf de onverharde Hemelsbleekweg in sla telt mijn kilometerteller 1,2 km. Bij het spottersveld is die stand opgelopen tot ongeveer 2 km. Het veld staat vol met hooglanders. Helemaal alleen staat een eenzaam kalfje. Het kijkt me aan en lijkt een inschatting te maken hoe bij de moeder te komen zonder in de buurt van dat rare wezen te komen. Dat is me wel een fotootje waard: klik. Een snelle blik op de toren leert me dat daar niemand thuis is. Ik besluit de runderen maar wat beter in beeld te brengen.
Het kalfje heeft ondertussen de moeder weten te bereiken. Aan de overzijde staan hele jonge kalfjes bij hun moeders. Terwijl ik wat van het tafereel film, zie ik een man voor het bos door wandelen op terugtocht richting toren. Ik wandel zijn kant op en we maken een praatje. De tijd vliegt voorbij. Dan komt de buurman met zijn jonge hond aangewandeld. Hij heeft de valken vanochtend boven De Mortel zien jagen. Ze zijn nog steeds niet terug. Dat had ik al begrepen.
Na een poosje vervolg ik mijn pad richting het bruggetje. Hooglanders staan en liggen op aai-afstand bij het prikkeldraad. Ze houden me loom in de gaten, maar verroeren zich niet. Dan zie ik aan de overzijde, zo ongeveer tegen de bosrand aan een donkere gestalte liggen. Het lijkt op een nog heel jong kalfje. Het verroert zich niet. "Het zal toch niet?", schiet het door me heen. Een ander kalfje drentelt er in de buurt omheen. Geen beweging! "Ach nee he", mompel ik, terwijl ik de gang naar het bruggetje maak. Ik zoom nog maar eens opnieuw in. "Jippie!", de kop van het voor dood liggende kalfje kijkt opeens op en blijkt dus vol levenslust te zijn. Gerustgesteld onderzoek ik de achterkant van de toren. "Helaas, niks te zien", ik keer terug naar het spottersveldje. Onderweg valt het ineens op dat een rund wel erg ver voorbij de afrastering bij het bosje aan de achterkant staat. Het lijkt alsof dit rund op een plaats staat waar hij niet zo mogen komen. Klikkerdeklik. Een stukje verder kijk ik er nog eens naar, maar dan is het rund verdwenen. "Ik zal me wel vergist hebben", denk ik dan. Op het veldje aangekomen start ik het scootertje. Behalve wat verdwaasde blikken van het rundvee op het veldje brengt het scootertje weinig te weeg.
"Wat zou mijn verhaal teweeg brengen", overpeins ik onderweg, terwijl de kou zich nu wel heel erg meester over me heeft gemaakt. Mijn benen schudden. Mijn rechterhand heeft moeite om gas te blijven geven. "Wedden dat ze zaterdag de ene show over de andere geven", ga ik een weddenschap met mezelf aan. Hoe vaak is het wel niet voorgekomen dat er door de week heen nauwelijks iets te zien was en dat het op drukke zaterdagen of zondagen een af en aan van demonstratievluchten was. Ik hoop maar dat ik gelijk krijg. "Moet gewoon!"