Eigenlijk hoef ik al niets meer te schrijven want de titel van het verhaaltje zegt eigenlijk alles al. Maar of deze toch weer wat cryptische omschrijving voldoende zal zijn om het voor eenieder duidelijk te maken wat ik te zeggen heb, dat kan ik me dan ook wel weer afvragen.
De ochtend is al veel verder verstreken dan ik bedoeld heb, maar sommige klusjes moeten nu eenmaal gedaan worden.
Er is ook wel goed nieuws te melden: de verlenging van het domein en de website is weer voor een jaartje geregeld. Eerder schreef ik al dat ik nog niet weet hoeveel verhaaltjes er dit jaar zullen volgen, maar dit is er dan in elk geval toch weer eentje. Toegegeven: veel zal ik niet kunnen optekenen want de ijzige kou, vooral veroorzaakt door de koude wind maakt zich al heel erg snel van me meester.
Een das en handschoenen hadden kunnen helpen, maar ik heb er niet over nagedacht om die in de auto te gooien.
Wanneer ik de auto in de berm zet en een eerste verkennende blik op de toren werp, zie ik al dat er aan valken niet heel veel te spotten valt. Meteen bedenk ik dat het verhaaltje van vorige week niet compleet was.
Ik heb geschreven over de ravage in het bosje langs de Loop achter het spottersveld, maar ik heb er toen geen enkel plaatje van geschoten. Niet omdat ik daar niet aan dacht, maar meer omdat ik genoeg had van de trieste aanblik van al die omgevallen bomen. En juist dit stukje is het hardst getroffen door de veel krachtigere storm dan menigeen in de gaten had.
Een buizerd wordt verjaagd en ik maak er een paar plaatjes van. Het voelt als tenminste iets positiefs. Dan draai ik me om, maak nog een plaatje van de ravage in het korte pootje van het L-vormige bosje (gespiegeld) en loop dan terug naar het spottersveldje. Een meesje is me te snel af en dus mis ik het kieken van mijn eerste meesje van dit jaar.
In de verte komen twee mensen uit het bos. Een herder rent om hen heen. De hond is niet aangelijnd, dat zie ik van deze afstand ook zo. En dan opeens een vreemde reactie. De hond wordt ijlings teruggeroepen en de wandelaars keren om en gaan terug het bos in waar ze zojuist vandaan gekomen zijn. Ze hebben er behoorlijk de pas in en dan gaat er een belletje bij me rinkelen: het is niet voor het eerst dat ik met mijn verrekijker de indruk wek de boswachter te zijn. Hoewel mijn leren jas totaal niets heeft van een boswachtersjas, hebben mensen dat toch vaker gedacht. Ik volg hen met mijn kijker wanneer ze in korte tijd de Loop hebben overgestoken en nabij de omgevallen bomen bij de poel zijn. Geen hondenriem bij zich, zo lijkt het.
Ik kan een vette grijns niet onderdrukken. Dan draai ik me om en stap in mijn auto. Onderweg zie ik nu pas de schade in het bos aan de andere kant van de weg van De Mortel naar Bakel. Triest...