Het valt me opeens op: de derde valk. Hij vliegt alweer een paar keer gevaarlijk dicht bij de toren. Een zit er op de hoge antenne, de ander staat op het rooster. Geen reactie. Wanneer V deze derde valk maar laat begaan dan vrees ik er voor dat ze weinig rust zal krijgen.Ze zal toch niet haar meerdere in deze valk erkennen? Want dan ziet het er heel slecht uit. De laatste optie is dat deze derde valk te jong is om serieus genomen te worden. Dat kan natuurlijk ook nog.
Maar wat valt me nu zo op dan? Omdat ik er een beetje van uit ga dat de twee valken op de toren onze M en V zijn, moet de vliegenier dus de indringer zijn (of een van de indringers).
En wat zie ik? Het lijkt wel of deze valk een gespleten staart heeft. Telkens wanneer ik er in slaag om hem op de foto te krijgen lijkt het daarop. Wanneer er even niets gebeurt kijk ik de plaatjes er op na (en vaak heb ik niets dan een blauwe lucht moet ik eerlijk bekennen), maar inderdaad lijkt het daar wel op. Op één plaatje heb ik de valk meer door toeval dan door vaardigheid goed gezoomd in een hoekje van het venster in beeld. Daar zie ik de spleet niet zo op, maar zie ik daar een ring om de poot? Gadver, wat is dat soms lastig te zien.
Schijnbaar is de zoveelste keer dat deze valk weer in de buurt van de toren komt nu toch echt welletjes geweest en wordt er wel gereageerd. Drie valken in de lucht, maar ondertussen geen idee meer wie wie zou kunnen zijn.
Een berichtje in de chat plaatsen is genoeg om alledrie de valken uit het oog te verliezen. Even is er geen enkele valk te zien, maar dan opeens knalt er weer eentje op het rooster. En weer verschijnt een volgende valk. Ik schrik een beetje van de felheid waarop er nu wel gereageerd wordt. De valk wordt bijna of misschien wel helemaal geraakt. En dan verdwijnt het gezelschap (ik denk dat het er drie zijn) achter de bomen rechts naast me (zeg maar in de richting van De Mortel, oftewel de richting waar de roostercam staat.
Er gaat wat tijd overheen en ik besluit tot een kleine wandeling tot maximaal het bruggetje over de Snelle Loop. Ik heb van de fysiotherapeute op mijn donder gekregen dat ik telkens weer opnieuw iets meer doe dan ik aankan. Ik mag het dezelfde dag wel wat voelen, maar de volgende dag moet ik hersteld zijn van de inspanningen. En ik moet toegeven dat ik dat niet zo goed kan. Ik ga vanzelf altijd een beetje verder dan ik zou moeten doen. Nu besluit ik verstandig te zijn.
Bij de poort bij het bos staat een moeder met een klein meisje van naar schatting anderhalf jaar. Het meisje duwt tegen een boom aan en zeurt een beetje. Ik vraag op vriendelijke toon of ze de boom wil omduwen. Verrast kijk het kindje me aan en omdat ik alweer verder loop, volgt ze me. "Ze zou zo met me meelopen", zeg ik tegen mama. "Dat moet ze eigenlijk niet doen", zeg ik. "Dat doet ze normaal nooit, u bent de eerste die ze achterna loopt". "Ah, dat komt misschien omdat ik een opa ben?"
Terwijl mama het kleintje meeneemt naar de auto loop ik door zodat ze me niet volgt. Bij het bruggetje speur ik naar vogeltjes maar ik hoor ze wel maar zie er geen. Dan draai ik weer om zoals ik met mezelf afgesproken heb.
Mama is nog bezig om de kleine meid in het autostoeltje te zetten. Ik zwaai even en de kleine meid zwaait terug. Op het spottersveldje zit een man een boterham te eten. Ik wens hem een smakelijke boterham. "Ben je de slechtvalken aan het bewonderen?", vraagt hij. Ik beaam dat. De man weet me te vertellen dat op de kerktoren van de Donk (Leonarduskerk) ook een slechtvalk zit. We buurten even over slechtvalken en hun opmars in vele steden en dorpen. De man besluit verder te wandelen en ik zie dat het voor mij ook tijd is voor de lunch.
Onderweg vraag ik me af of ik nu wel of niet veel gezien heb in het uurtje dat ik geMorteld heb. Ik besluit dat het prima was.