Ik kan niet anders beginnen dan met: wat is dit lang geleden!
Je hebt het geluk dat je een enge ziekte mag overwinnen, maar daarmee is het herstel er nog lang niet. Het is dus thuiszitten zonder al te veel kunnen doen. En dat terwijl het zo kriebelt om weer allerlei zaken op te pakken.
Wanneer zelfs TV kijken al niet lang vol te houden is, dan begrijp ik steeds meer hoe mijn arme moedertje zich gevoeld moet hebben na het overlijden van mijn pa. Niet goed horen, niet goed zien, niet goed ter been, vergeetachtig zijn. Ik kom er ook niet helemaal ongeschonden vanaf, maar mijn wandelingen met Wisky zijn gelukkig alweer wat langer aan het worden. En mijn PC-tijd begint ook weer wat aan te groeien. Daardoor kijk ik af en toe ook even naar de refreshbeelden en het toeval wil dat ik daarbij al een paar keer een afdrukje heb kunnen maken met... jawel... slechtvalken er op.
Het kriebelt enorm om weer eens te gaan kijken. Maar de chemo's hebben er voor gezorgd dat ik lange tijd nogal duizelig was. En dan is er geen haar op mijn hoofd (er staan er weer wat) die er aan denkt om achter het stuur te gaan zitten. Maar sinds een paar weken valt het met de duizeligheid erg mee. Steeds meer dagen heb ik er zelfs helemaal geen last van. Vandaag is zo'n dag.
App-verkeer van gisteren heeft mijn zin om te gaan kijken weer aangewakkerd en wanneer ik vandaag alweer door toeval een screenshot met slechtvalk kan maken besluit ik een laatste test te doen: ik buig een paar keer zo diep ik kan naar beneden. Geen duizeligheid. Ik waag het!
Ik beloof mezelf om echt niet langer dan een half uur te blijven en wanneer het me zal tegenvallen dan ga ik gelijk terug naar huis.
Op de Hemelsbleekweg zie ik hoe buurman Hans met een ander bezig is om de paddenschermen te plaatsen. Herinneringen komen op. Ik zet mijn auto in de berm en zie meteen een slechtvalk in de lucht. Ik maak zo snel ik kan een paar plaatjes. Ik verwacht er niet veel van, maar ik hoop te zien dat er ook een in de krul van de grote antenne zit en ik hoop beide valken op één plaatje te hebben. De foto hoeft niet prijswinnend te zijn, als ze er maar op staan.
Dan kijk ik even rond, zoals ik eigenlijk altijd al doe. Het valt me op dat de boompjes op de voormalige velden niet veel hoger zijn geworden. Dat kan niet gezegd worden van de berken langs de Loop. Ik vervloek ze. Ze halen heel veel zicht op de "overkant" weg. De hooglanders die er voorheen graasden vraten die wel op, maar de aberdeens zijn kieskeuriger. Het gevolg: een dichte wal met berken.
Het achtuurboompje is nog wel in het zicht en ook de zandhoop is er nog. Het boompje op het spottersveldje is wel wat gegroeid zo zie ik tevreden. Bij het bruggetje wordt gewerkt door iemand van het waterschap. Durf ik de wandeling er naar toe aan? Ik waag het er op. Verder dan het bruggetje ga ik niet. Ik ga de goden niet verzoeken.
In de verte zie ik iets in de Loop liggen. Mijn ogen kunnen het niet goed onderscheiden maar er lijkt iets in de Loop te liggen. Met de kijker wordt het luguber: is dat een geraamte? De zoom op mijn camera helpt me. Ik schiet in de lach: ik ben geloof ik meer bijziend dan ik dacht.
Bij het bruggetje is de hoge waterstand goed te zien. Heel even twijfel ik om nog een klein stukje.... nee, moet ik niet doen.
Dan keer ik om en merk dat het lopen moeilijker gaat. Was het toch een "brug te ver"? In de verte zie ik een bekende auto naderen. Het is Piet. We zijn blij elkaar weer te zien na die lange tijd.
Lang blijf ik niet. Het half uur is voorbij en ik krijg het weer behoorlijk koud. Ook dat is een gevolg van de ziekte. Misschien gaat dat nog wel voorbij is met verteld.
Best wel moe, maar o zo voldaan stap ik in de auto. *Home*