De titel is niet voor niets gekozen. "We were here". Voor mijn gevoel is het alweer een eeuwigheid geleden dat De Mortel mijn reisdoel was. Gisteren weerhield een plensbui op het verkeerde moment van een Morteling. Vandaag zal het dan eindelijk weer eens gebeuren. Terwijl ik mijn verhaal opteken staat PSV op de achtergrond weer eens te schutteren en maakt The Greatest Show On Earth van Floor Janssens' Nightwish veel goed. "We were here", niet voor niets een fragment uit dit ruim 20 minuten durende nummer.

Mijn auto smeekt om wat druppels brandstof want de voorraad is ondertussen zeer dunnetjes. Omdat ik "de andere kant" op moet besluit ik een stukje om te rijden en De Morteltoren in de verte voor me te zien opdoemen. Net voordat ik De Mortel binnen rij hoor ik "het Brabantse plaatsje De Mortel" noemen op de radio, terwijl ik fluitend achter het stuur zit. Even luisteren: er blijkt een vreemd maar dodelijk ongeval te hebben plaatsgevonden waarbij een Mortelnaar om het leven komt terwijl hij in de garage door zijn eigen auto geplet wordt. Zou ik het slachtoffer persoonlijk kennen? Dat is iets wat je jezelf onherroepelijk afvraagt. Het fluiten is afgelopen.

8.5 Kilometer geeft mijn teller aan wanneer ik de auto langs het bosje manoevreer dat vlak voor het spottersveldje ligt. Hier valt me onmiddellijk op dat het bosje amper nog een bosje genoemd kan worden. Een zware machine is achtergebleven en de stapel gekapte bomen is hoog. Ik weet dat dit bosje niet erg gezond was en vraag me niet lang af waarom de bomen gerooid zijn.

Ik stap om 11:11u uit de auto en loop naar het spottersveldje. Niets bijzonders te zien op het veldje. Net als vorige keer hoor ik tenminste twee buizerds maar ik zie ze niet. Het winterse zonnetje staat laag, maar zet de toren wel mooi in het licht. Het kost me heel weinig moeite om de twee valken te ontdekken. De eerste zit op het kozijn links onder de onderste ring, de ander zit duidelijk op het rooster van de nestkast op de bovenste ring.

Ik bedenk dat ik bij mijn mortelingen vaak gebruik maak van twitter en omdat ik mijn gang naar De Mortel op facebook aangekondigd heb zou het best wel kunnen dat iemand de berichtjes oppikt.

Het intikken van de korte berichtjes is zo gebeurd, en dan kijk ik weer op: "daar vliegt er een". Ik volg de valk en probeer hem te kieken. Haha, dat is na al die tijd best wel weer lastig. Het grote nadeel van deze camera is de autofocus die je enerzijds hard nodig hebt bij het "vangen" van de snel bewegende vogel, maar bij het inzoomen vormt het de achilleshiel van de camera.

Ik besluit de valk die verder weg (richting Helmond) vliegt met de kijker te volgen. Na een poosje wordt het stipje kleiner en mijn ongetrainde arm steeds zwaarder. 

De laatste keer dat ik geMorteld heb vormden mijn open sandalen de barriere waarom ik niet naar het veld achter de toren kon wandelen. De natte bladeren waren niet te nemen en zorgden ervoor dat ik  moest omkeren. Ditmaal kan ik mijn schoenen wel aan en kan alleen vermoeidheid vanwege het trekkebenen met tegenhouden. Maar dat zal niet gebeuren, Ik ken mezelf en weet dat ik wanneer ik een doel heb gesteld dat haast op zeker zal voltooien. De karaktereigenschap doorzetten past me wel, een erfenis van mijn vader waar ik maar wat trots op ben, zeker omdat ik dit ook bij mijn kinderen en zelfs al bij mijn oudste kleinzoon herken. De kleinste kleinzoon is vandaag 16 dagen oud, bij hem kan ik dat met de beste wil van de wereld nog niet ontdekken. Maar dat komt vast ook wel goed.

Het modderige paadje naast de brede Snelle Loop maakt dat ik er wat moeizaam loop, maar het lukt. Bij een boom direct langs het pad stop ik even, witte strontvlekken duiden er op dat hier met regelmaat een vogel zit. Ik weet van de lessen van mijn vader van vroeger dat visetende vogels opvallend wit schijten. Zou dit een parkeerplaats van een reiger zijn? Ik weet het niet en loop dus maar verder.

De altijd aanwezige hoop op een ijsvogel vervliegt wanneer ik aan het einde van het bos ben en zowel op de linker als op de rechter vertakking van de Loop niets kan ontdekken. Twee wandelende dames zijn me achterop gekomen en gebruiken bankje en betonblok even als rustplaats. 

Belangstellend vragen ze wat het doel van mijn camera is. Ik vertel ze dat dit alles is wat me maar interessant lijkt, maar met name de slechtvalken op de toren. We raken aan de praat en ik leer van een van de dames dat een bruine massa voor me een van de stam gevallen en nat geworden nest van de eikenprocessierups is. 

Na een gezellig praatje gaan de dames verder met hun wandelroute en ik volg op een paar meter met als doel om de toren nog even van deze kant te kieken. 

Niet helemaal verwacht ontdek ik de valk naast de kleine antenne aan de linkerkant. Ik zet hem wat gehaast op de foto en besluit dan om te keren. Het wandelen valt me toch wat zwaarder dan gehoopt. 

Langs de Loop hoor ik het winterkoninkje dat zoals altijd lijkt te mopperen over mijn verstoring van zijn zondagsrust. Ik weet waar hij zit, maar zie hem toch niet. Dan hoor ik links van me een gaai. Ik zie hem ook en weet waar hij landt, maar daarmee zie ik hem nog niet meteen. Even turen.. ja daar zit ie. Lastig op de foto te zetten door alle takjes die in de weg zitten en de focus trekken. Wanneer ik hem eindleijk kan kieken verbergt een takje zijn koppie. Ik loop verder en zie in de verte dat Gerrit ook is gearriveerd. Ik blaas nog een keer flink uit en zet aan voor het laatste stukje. Ik ben moe door het banjeren over de natte bladeren, maar ik ben wel heel voldaan dat het me gelukt is. Die lach zal ongetwijfeld nog op mijn gezicht staan wanneer ik het spottersveldje betreedt. De begroeting met Gerrit is fijn. We hebben samen al vele uurtjes gespot en ik ben blij hem weer te zien. Ondertussen is V (vermoed ik) op het hek van het dak geland. De ander nadert ook weer en landt op een schotel links op de derde ring. Ik zag hem er ergens landen maar was hem wel kwijt, Gerrit heeft beter opgelet en wijst waar hij precies zit.

We keuvelen nog een hele poos door en ik leer dat het vorige seizoen ondanks de jonkies niet heel speciaal was. De juvies zijn weinig te zien geweest in bomen of zandhoop en zijn ook buitengewoon vroeg vertrokken. Eigenlijk ben ik daar wel blij mee, het maakt dat het voor mij zo verloren seizoen wat minder bitter nasmaakt.

Blij, moe, heel voldaan stap ik in mijn auto om huiswaarts te gaan: "We were here" 

 

Mooiste van 2020

P1200017.jpg
P1200019.jpg
P1200022.jpg
P1200043.jpg
P1200052.jpg
P1200055.jpg
P1200057.jpg
P1200071.jpg
P1200075.jpg
P1200083.jpg
P1200098.jpg
P1200103.jpg
P1200112.jpg
P1200121.jpg
P1200122.jpg
P1200369.jpg
P1200460.jpg
P1200465.jpg
P1200497.jpg
P1200566.jpg
P1200577.jpg
P1200581.jpg
P1200590.jpg
P1200685.jpg
P1200716.jpg
P1200737.jpg
P1200754.jpg
P1200775.jpg
P1200823.jpg
P1200837.jpg
P1200865.jpg
P1200908.jpg
P1200949.jpg
P1210018.jpg
P1210053.jpg
P1210152.jpg
P1210236.jpg
P1210259.jpg
P1210286.jpg
P1210348.jpg
P1210387.jpg
P1210487.jpg
P1210532.jpg
P1210660.jpg
P1210723.jpg
P1210775.jpg
P1210943.jpg
P1220023.jpg
P1220074.jpg
P1220138.jpg
P1220300.jpg
P1220314.jpg
P1220353.jpg
previous arrow
next arrow