Het zat op de dagen dat ik ruimte had om te gaan Mortelen niet vaak mee. Meestal was het druilerig, dus te nat of te koud. Het lopen gaat wel veel beter maar er is een ander probleem voor in de plaats gekomen. Door het ongelukkige lopen in combinatie met het graag vol gas op de hometrainer geven heeft mijn knieën een opdonder gegeven. Ik loop met het gevoel dat mijn benen elk moment op kniehoogte kunnen afbreken. Niet fijn om te wandelen, maar vandaag wint de wil om te gaan Mortelen het van de angst voor grotere problemen.
Het heeft vannacht gevroren en er hangt nog een beetje vrieskou met niet heel veel maar toch wel wat zuidoostelijke wind.
De paddenschermen passeer ik maar mijn aandacht gaat vooral naar het bosje achter het spottersveldje dat ondertussen geen bosje meer is. Het is bijn totaal gesloopt. Een paar jonge gezonde boompjes staan er nog, de rest is geheel om.
Wanneer ik uitstap vat ik het plan om even terug te lopen om de stapels boomstammen op de foto te zetten, maar geluid vanaf de toren trekt mijn aandacht. Ik zie hoe één valk op het rooster zit en die lijkt de ander te roepen. Door toeval heb ik de aanvliegende tweede pardoes ook op de foto. Deze maakt een rondje om de toren, lijkt heel even te landen op de betonrand op de linkerhoek en maakt daarna een flinke boog. In de zon links van me raak ik de valk kwijt. Even later doemt een valk rechts van de toren op. De nestkastzitter is inmiddels vertrokken. Je weet het nooit helemaal zeker wanneer je in je eentje bent, dus kan de valk die daarnet van rechts de toren naderde zowel van de nestkast komen, van zojuist uit de lucht komend zijn maar kan ook nog een derde zijn. Ik weet het niet, ik snap het ook niet dus besluit ik mijn eerdere voornemen om naar het bosje te lopen maar te volgen. De stapels boomstammen laten zich gewillig kieken. De buizerds die rondzweven niet. Zij hebben de zon in de rug dus ik zie ze amper.
Terwijl ik weer op het veldje aan ga, passeert me een auto. "Piet", weet ik dan al. Ik sta nog in de buurt van het half verdwenen bosje wanneer ik een foto maak van de nestkast. Ik zie daar iets wits wat er voorheen niet zat: de tweede binnencam zo heb ik gelezen.
Piet schudt me de hand. "Lang geleden", lacht hij. "Je loopt nog niet zo goed", merkt hij op. Ik vertel hem van mijn knieën. Samen komen we erachter dat ouderdom met gebreken komt, we kunnen er om lachen.
Piet weet te vertellen dat er regelmatig een derde valk in de buurt is. Wanneer we denken dat er eentje in de nestkast zit en de ander in de antenne en er eerst een vliegbeweging is vanaf de toren en er enkele tellen later weer een valk nadert komt de verdenking naar een derde valk weer op. Maar weten doen we het niet.
De valk die de toren nu nadert en op de hoek van de voormalige buitencam op het dak landt lijkt mij wat groter dan de ander die we op het rooster zien. Ik hou het er op dat dit V is en dat M op het rooster zit.
V lijkt af en toe wat te plukken (en dat zou wel eens een klein prooitje kunnen zijn wat bij mijn aankomst daar is neergelegd). Ze schuifelt langzaamaan steeds verder naar rechts en zit even later zelfs helemaal aan de rechterkant wat ze met een kleine vliegende sprong bereikt. Elke landing met de pootjes vooruit vind ik kicken om op de foto te hebben en ik denk dat het me weer gelukt is. De foto hoeft niet scherp te zijn, als ik hem maar heb vastgelegd. (Iedereen heeft zo zijn eigenaardigheden nietwaar?)
Weer horen we roepen. Piet denkt opnieuw aan de derde valk maar ik heb zo'n vermoeden dat de valk bij de nestkast verdwenen is en nu komt aanvliegen voor..... "Gaat ie nou wippen?", verbaasd Piet zich. Ik heb mijn camera al in gereedheid.... jawel en hebbes.
Het is opvallend lang maar kan nog niets anders zijn dan een zogenaamde oefening. Piet denkt dat die extreem vroeg is maar ik meen me te herinneren dat ik dit wel vaker al vroeg gezien heb. (En even snel zoeken op mijn site leert me dat ik op 9 februari 2008 ook al eens een vroege wip heb geconstateerd).
Het is dan snel weer rusttijd voor de valken. Het is ook weer tijd voor mijn gebakken eitjes en Piet heeft nog een volgende bestemming te gaan.
"Tot de volgende keer". "En niet over een half jaar", voegt Piet er aan toe.