Het is half tien wanneer ik het aandurf om te gaan Mortelen. Er is nog geen sprake van enige vorm van pijn, ik neem een flesje water mee en zal maar even blijven. Veel kan er dan toch niet gebeuren? Het is veel meer de hoop op het uitblijven van pijn dan dat ik er zeker van ben dat alles goed zal gaan. Ja, Kuiko heeft schrik in zijn donder gekregen.
Het is al heet in de zon. De valk zit op de lamp aan de voorkant en een aanvankelijk verblijf op het bankje gaat gauw om naar een toevlucht naar de schaduw. Dan zie ik HET vliegen. Op het eerste gezicht is het een doodgewone reiger maar met de waarneming van Gerrit112 in het hoofd besluit ik eerst te knippen en dan te kijken. De eerste foto mislukt zeker, de tweede kan ik nog net nemen voor dat de vogel langs de toren verdwijnt.
Het display biedt weinig hoop op een zwarte ooievaar. Later op de middag zal ook de laatste hoop me vergaan wanneer ik het meest bepalende kenmerk hoor: een gebogen nek is altijd een reiger. Weg is de belangstelling voor het resultaat van de foto.
De valk op de lamp meent me te moeten pesten en verdwijnt naar de achterkant. Veel geduld kan ik niet opbrengen, want het plan is toch om zeker niet lang te blijven. Ik kuier dus maar meteen naar de achterkant. Daar staat de toren wonderwel in een vage nevel, waar de toren aan de voorkant juist zo mooi strak in het licht staat.
De valk ontdek ik op de noordoostelijke lamp. Door de nevel twijfel ik zelfs of er een tweede op de GSM-antenne zit. Dat heeft te maken met een wat lichtere vlek aan de onderkant van de ring erboven. Geen tweede valk dus. Mijn schoenen zijn niet gemaakt voor dauwtrappen, dus ga ik snel weer retour.
In het bos hoor ik naast het gekraai van de zwarte paters een opvallend geluid van een grondvogel. Het geluid brengt iets nostalgisch bij me teweeg, vergelijkbaar met de geur van koffie-met-twee-schepjes-Buisman. Ik ken dit geluid van mijn fietstochtjes met mijn vader op zondagochtend naar mijn Oma in De Mortel. Mijn vader hoorde en zag ook altijd alles, een beetje vergelijkbaar met mensen als Piet uit Lieshout. Ik kan er verdorie maar niet opkomen wat dit nu voor een geluid is. Een patrijs? Een fazant? Anders?
Een geluid van een roofvogel zet me aan om toch door te lopen naar de hoek waar het paadje weer richting de toren voert. Ik gluur omhoog, maar zie niets. Ik loop door naar het boompje bij het spottersveldje.
Gauwééchtig (zeggen we hier) nadert een fietsster me tot op een paar meter. Mieke. We buurten wat en zien ook wat valkenbewegingen. Een poosje later stapt ook Gerrit (E) het veldje op. Nog meer bezoekers komen. Gerrit heeft veel koffie bij zich en die sla ik zeker vandaag niet af. Mijn watervoorraadje is al op, de koffie van Gerrit is zeker verblijfverlengend.
De valken zijn weliswaar actief in de zin dat ze niet op hun kont blijven zitten, maar echte jachtvluchten laten ze ook weer niet zien. Dan opeens gaat het weer: "rechts"; "twee"; "nee drie". Drie valken? Het gaat allemaal snel en ik probeer ze alledrie vast te leggen. Helaas lukt het niet om ze weer in een plaatje te proppen. We zijn er van overtuigd, dus is er geen discussie. (Maar dan zie ik bij thuiskomst een detail: dit is geen slechtvalk met die lange staart!)
Daarna wordt het beeld vooral overheerst door voorbijvliegende duiven, op de toren landende duiven, maar ook te brutale duiven die wel willen gaan zitten maar dan met een felle sneer door de slechtvalk terecht worden gewezen. De achtervolging duurt toch zeker wel een metertje of tien. "Is dit nou ook al zo'n slome Suus die geen zin heeft in actie?", vraag ik me af.
De luchtmacht komt met vier kisten de show van vandaag opvrolijken. Ook nog wat andere metalen vogels proberen onze aandacht te vangen. Geo-cachers zullen ook vandaag niet kunnen melden dat de dreuzels niks gezien hebben. We gaan wederzijds op de foto.
Gerrit112 komt het spottersteam ook nog eens versterken en tot ieders vreugde zien we ook een van de spotters van het eerste uur met scootmobiel het veldje op racen: Jan! Gelukkig hem weer eens te zien. En zoals zo vaak is het Jan die het allesbeslissende kenmerk van het verschil tussen reiger en ooievaar in vlucht meldt.