Wat moet het verhaal zijn? Twee valken op de toren van De Mortel? Ja, inderdaad twee valken op de toren van De Mortel. En de een is wel duidelijk Pa, de ander zal OR2 moeten zijn. Dan hoor ik een van de twee kwieken. Bedelen wel haast.
Hoewel ik het niet zeker kan zeggen, lijkt het de valk in het raampje te zijn die het bedelende geluid maakt. De ander (op de lamp) kijkt eens omhoog. "Ja, wat mot je?"
Af en toe wordt er in de buurt geschoten. Wetende waar S2 neergeschoten is, weet ik nu dat ik me er niet druk over hoef te maken. De valken maken ook niet de indruk te schrikken.
Behalve wat korte verplaatsingen is er niet zo heel veel te melden. Het vrouwtje gaat achter iets aan. Maar omdat ik vrij dicht bij de toren sta is mijn zicht heel beperkt door de bomen om me heen. Even later komt de valk weer terug om niet heel veel later nog eens op pad te gaan. Ditmaal doet PA ook mee, maar opnieuw eindigt het verhaal voor mij heel snel. Weer omdat de bomen mijn blikveld verkleinen.
Weer een terugkomst. Mogelijk zit één van de twee even op het rooster, even later dan weer op de betonnen rand bij de oude buicampositie. Dan ook de tweede valk weer, is het PA? Hij gaat op de rechterlamp zitten. Tijd voor de eitjes (in de pan thuis).
Onderweg nadert een blauwe auto, mijn raampje gaat al omlaag om te zwaaien, de tegenligger knippert. "Hoi Piet, tot zo".
Dat ik terug zou gaan stond bij mijn vertrek eigenlijk al vast. Soms kun je daar achteraf spijt van krijgen omdat het dan vaak heel wat minder is, wat je geboden krijgt. Vanmiddag niet!
Piet en Gerrit112 zitten al op het veldje. En al gauw lijkt het er op dat het niet erg spannend gaat worden. Maar wanneer de twee kort na elkaar vertrekken hopen we al op meer. Na een poosje komt er een terug die buiten adem lijkt te zijn. Heeft ie een prooitje op de lamp? Daar zien we niets van, maar de slechtvalk lijkt buiten adem. Lijkt zich de veren van een ander van zich af te schudden. De ene vleugel ietsje uitgespreid. Dat doet deze valk vaker. Alsof er iets aan mankeert. Het zal de nieuwe zijn. Door de scope van Piet probeer ik een plaatje te maken. Dat lukt maar half.
Een sperwer daagt even uit. Reactie krijgt ie wel, maar agressief gaat het er niet aan toe. Wanneer de twee valken weer tot rust lijken te zijn gekomen is het volgende "incident" al weer in de maak. Het gekrijs klinkt als een alarmroep. Zij zien vele malen verder dan wij en zien mogelijk iets aankomen. En of ze wat zien aankomen. Even snappen we er niets van: twee valken op de toren en... twee in de lucht. Eerst lijken de twee nieuwelingen het vooral met elkaar aan de stok te hebben. (Ook dit is niet echt agressief te noemen). Het speelt zich eerst ook nogal hoog boven de toren af. De valk op de lamp kan ze nog niet zien. Maar dan draait er een voor de toren langs. Ho even. De valk op lamp zit kennelijk eerst nog wat uit te hijgen, maar de ander komt opeens fel voor de dag. "DRIE !!!" roepen we naar elkaar. "En één op de lamp", weet Skreeverke. "VIER". Ik probeer vanalles om ze allemaal gelijktijdig in beeld te krijgen, maar dat wil natuurlijk niet lukken. Dan landt er een op de grote antenne en komt een ander een paar keer venijnig dichtbij. "Hoe moeten we dit nog allemaal precies kunnen navertellen", zeg ik tegen Gerrit. Die pakt zijn camera er ook bij.
Nog steeds weten we dat er (minstens) twee valken op de toren zijn, wanneer Piet drie schimmen in de lucht ziet. De opsomming na even turen: "één is een buizerd, de andere, die rechtse, is een havik". "En er vliegt ook een slechtvalk bij, die kleinere daar".
Het is spannend en iedereen probeert wat te volgen. Maar er is zoveel om in de smiezen te houden dat dit niet meevalt.
Dan keert de rust terug.
Wat en waar was het ook alweer allemaal? Valk op de lamp, valk op de reling, valk op de betonnen rand bij de buitencamera, valk in de antenne, valk op het rooster. Lachend tellen we op: "dat zijn er dan zo'n beetje elf", grap ik. Dan weer een knal van jagers ergens in de buurt. "En nu nog tien?".
Ja, er wordt gejaagd. De valken kijken af en toe een keertje op wanneer de knallen wat dichtbij zijn, maar verder stoort het ze nauwelijks. "Kijk eens in de scoop", zegt Piet, "wat is dat met die ring bij die op de antenne?" Ik kijk en zie inderdaad iets vreemds, zonder nu precies te zeggen wat er zo vreemd is. "Hij lijkt wel afgezakt", meen ik.
Een scooter komt voorbij. Hij claxonneert en zwaait. Ik herken de man aan zijn scooter. "Hij was het die S2 gevonden heeft", zeg ik. Even later komt een andere man met de fiets het veldje op. "Is ie nu met de fiets terug", vraag ik me verwonderend af.
Terwijl Piet honderd uit praat, reageer ik nauwelijks, sterker: het is onbeleefd, maar ik luister even niet naar Piet, ik probeer het gesprek van de man te volgen. "Nee, dit is niet de man van de scooter, maar hij lijkt er wel veel op", weet ik even later.