Een paar van mijn websites liggen er uit sinds vannacht. De provider is op de hoogte en is al bezig om het probleem op te lossen. De onbenutbare tijd krijgt dus een andere besteding - ook nuttig - want natuurlijk rij ik naar De Mortel.
Wanneer ik de toren in de verte zie staan, zakt mijn humeur enigszins. De top van de toren is in nevelen gehuld. "Da wordt nie veul", bedenk ik. Toch sla ik de HB-weg in. Natuurlijk is er niemand op het spottersveldje. Het is maar fris, dus zal niemand verder op het idee komen om ook te gaan Mortelen. Bij het bankje zie ik de sporen van een bekend krukje. Er is dus gisteren nog wel een bekende geweest.
Ik heb alleen mijn kijker uitgepakt. De camera ligt nog geduldig in de tas in mijn auto te wachten of het de moeite is om tevoorschijn gehaald te worden.
Bij mijn eerste stappen op het veldje heb ik de valk op de GSM-antenne al zien zitten. Bij de tweede speurtocht zie ik de valk op het rooster ook. Het vormt de aanleiding om toch maar de camera erbij te pakken. En daar krijg ik geen spijt van.
Precies op het moment dat ik de roosteraar in beeld wil nemen - de nevel is precies op het goed moment een beetje verplaatst - zie ik precies op het "knipmoment" dat de valk opvliegt. Hij/zij sjeest over me heen, maakt flink vaart en ondertussen zie ik de reden: een flinke tros duiven vliegt zo ongeveer boven de Bakelseweg. Meteen is er grote paniek. Kraaien, houtduiven en vermoedelijk spreeuwen vliegen van alle kanten op. De duiven hebben de valk ook al gezien en stuiven alle kanten op. Door al deze bewegingen ben ik de jager al meteen kwijt. Een beetje hopeloos laat ik de camera zakken, probeer ik eerst met het blote oog nog wat orde te scheppen in alle flitsende beelden en als dat ook al niet helpt, gaat de kijker voor de ogen. Ik zie geen valk meer.
Ik kijk om naar de toren. Daar zit de valk op de GSM nog steeds op dezelfde plek. Weer een heleboel gefladder achter me. Weer zie ik een groepje passerende duiven en weer breekt er paniek uit. Ik kijk om naar de toren en zie dat de tweede valk nu ook weg is.
Het is zo'n beetje kwart over tien. Ik wacht een poosje op een terugkomst. Maar die blijft uit. Dan hoor ik een buizerd. Die moet niet ver van me vandaan zitten. Na wat speurwerk zie een schim op een bekende tak van een boom vlakbij de Snelle Loop.
Daar zit een buizerd. Het lijkt of de tijd heeft stil gestaan. Een jaar geleden zat er daar toch ook zo vaak een buizerd. De nevel neemt plotseling weer toe. De toren lijkt nog meer in een grijze deken gehuld dan even daarvoor.
Een gaai zit vlakbij me flink te krijsen. Ik ga voorzichtig naar hem op zoek, maar precies op het moment dat ik hem weet te zitten nadert er een auto. Krijsend vliegt de gaai verder het bos in.
Voor mij een teken om de auto maar weer op te zoeken. Het is me te koud voor een langer verblijf. De buizerd is ook verdwenen.
"Het was kort, maar precies op tijd", constateer ik tevreden wanneer mijn auto koers zet naar huis.