Vandaag zal het een lastige dag worden. Rekent mijn moeder er op dat ze vandaag het ziekenhuis mag verlaten. Het geplande gesprekje dat wij van te voren met diverse behandelaars en nazorgvertegenwoordigers hebben laat bij mij een alarmbelletje rinkelen.
Piekeren dus, en daar is maar ëën geschikte plaats voor. Ik moet even naar De Mortel. En daar wil ik vooral even gaan wandelen. Ook nog wat van het buitengewoon fraaie weer meepikken is nu belangrijk.
Ik zie de valk al direct zitten op de Koektrommel onder de ring. Ik vermoed de ander in de nestkast. Verder zijn er geen andere valken zichtbaar. Het aanstaande schuilboompje op het spottersveldje staat in de knop. Dat is veelbelovend. Ik vraag me af over hoeveel tijd het zo hoog zal zijn dat het de gehoopte beschutting zal brengen.
In de bossen hoor ik veel vogelgeluidjes. Vooral de meesjes zijn goed vertegenwoordigd, maar ook melden zich van alle kanten spechten. Ik ga aan de wandel. Een kuifmeesje dat net beweegt wanneer ik het op de foto wil zetten is het eerste ietwat bijzondere vogeltje dat ik zie. Het ijsvogeltje kan ik niet vinden. Ook de zilverreigers zijn foetsie. Ver weg loopt de koeienbende. In het bos zijn diverse bomen met een dikke oranje punt gemarkeerd, Dat is voor hen geen goed teken maar voor het bos eigenlijk wel. het zal weer gezond worden. Mijn gedachten dwalen af en even schud ik met mijn hoofd om me weer bij het hedendaagse terug te brengen.
Wanneer ik bij de splitsing van de Loop sta, besluit ik om te keren om bij het bruggetje verder te gaan met de wandeling. In de kleine paddenpoel wordt gesplonsd. Er is nog een kleiner plasje maar daar hoor ik geen geplons wanneer ik dichterbij kom. Een goede keuze want weldra zal deze plas wel droog komen te staan.
Bij het boompje op de hoek bekijk ik de toren opnieuw. De valk op de koektrommel zit er nog steeds. Achter dit bos hoor ik buizerds. Ik ga even kijken of ik er een kan ontdekken.
De jagersstoel staat overeind. Twee andere stoeltjes staan bij de bosrand. Ik haal mijn schouders op, hier wil ik mij nu niet druk over maken. Over het brede pad loop ik verder wanneer ik opeens het geroffel van een specht hoor. Van Piet heb ik geleerd dat dit de zwarte specht moet zijn. Ik zoek, ik gluur, ik luister, maar ik kan de specht niet ontdekken. Wanneer ik een paar passen verder loop vliegt er opeens een donkere vogel op. De zwarte specht, ik grijp op de tast naar mijn camera maar ben al te laat, maar dan is daar nog een beweging, de kreet herken ik meteen: het lacht me uit en het is groen: ra ra. Weer ben ik te laat. Een beetje boos op mezelf zet ik weer een paar passen en dan... weer een beweging, nu pal voor me. Het is de grote bonte specht en daar nog een. Het duurt even voordat ie voorbij is aan de vervelendste takjes en dan knipt mijn camera. De spechten verplaatsen zich weer en nu ben ik ook deze twee kwijt. Ik loop door naar de grote poel. Ik zoek heel even naar koppies van kikkers maar ik zie ze niet. Ik ga terug naar het spottersveldje en bij blij met de wandeling. Piet arriveert ook. Een gaai achter ons trekt even de aandacht en dan is daar pal boven ons opeens die prachtige buizerd. Ik knip snel een paar plaatjes en dan is het de hoogste tijd om me gereed te maken.