Nee, helemaal blij was ik niet toen ik gisteren bij het thuisgebied van de slechtvalken vertrok. Het kan nog erger, want later op de avond zie ik op FB hoe Gerrit beschrijft dat er een prooiaanvoer was en ik de bijbehorende plaatjes bekeken heb. Maar er is altijd wel weer een overtreffende trap wanneer het om nog erger gaat. Vanmorgen kom ik aan bij het spottersveld en zie ik buurman Hans met zijn hond lopen.
"Je had gisteren nog tien minuten langer moeten blijven", zegt hij. "De valken kwamen toen met het gebruikelijke gekrijs met een flinke duif aangevlogen."
Ik vertel dat ik op een filmpje van Coriena heb gezien hoe het werkelijk met de duif is gegaan. Deze is namelijk tijdens mijn aanwezigheid niet weggevlogen maar een stukje verder naar achter gaan zitten zodat ik hem vanaf de grond net niet kon zien. Daardoor heb ik gemist hoe de valk op hem afstormde de duif vluchtte. Het is niet moeilijk om aan de hand van dit gegeven te concluderen dat het volgende moment de aanvoer van de dode duif die Hans gezien heeft is. De duif heeft het er dus niet goed afgebracht. Niet echt een terror-duif dus.
Veel meer een Tommy Cooper * act dus. (* Britse "goochelaar" wiens truuks altijd mislukten)
Hans gaat verder met zijn hond en sportieve wandelaars gebruiken de tafel op het veldje even voor rek- en strekoefeningen. Daar is de eerste valk al. Ik moet heel vlug mijn camera aanzetten en met een lucky shot een prentje proberen te schieten want de valk heeft een prooi bij zich. In één vlotte beweging zet de valk de landing in op de koektrommel. Ik meen te zien dat het de juveniele vrouw is, maar dit ging zo vlotjes dat ik daar ook weer even aan twijfel. Er wordt minimaal aan de prooi geplukt en dan komt de valk overeind. Geen honger zo te zien. Het is toch het jonge wijfje?
Het duurt niet heel lang of er komt een tweede valk met een hoop kabaal naar de toren. De landing is op een wat vreemde plaats, namelijk op de geharkte stang boven de eerste ring die aan de buitenwand vastzit en aan de andere kant aan de opstaande stang tussen eerste en tweede ring zit. In vervlogen jaren een regelmatige plaats, maar de laatste jaren nauwelijks meer. De nieuweling krijst dat het een lust is en lijkt dus erg hongerig. De valk op koektrommel boeit het allemaal niet.
Gerrit is ondertussen ook gearriveerd en vertelt over de gebeurtenissen van gisteren laat in de middag.
Weer wordt er even flink gevlogen, ik kan er maar geen genoeg van krijgen maar mijn camera werkt niet goed mee om mooie plaatjes te schieten. Uiteindelijk landt een van de jonge valken nu op de stelling op de derde ring. Gerrit merkt op dat ook dit een vreemde plaats is, maar ik heb dit al vaker gezien. Gerrit gaat weer weg.
Dan hoor ik een van de jonge valken enorm krijsen en het lijkt wel alsof dit vanuit een boom aan de andere kant van de Loop is. Ik tuur, ik speur, ik luister en tuur al wat ik kan, maar de valk kan ik niet ontdekken. En dan komt opeens die ingeving, die vurige nog altijd openstaande wens: hij zal toch niet ... bij de Loop... zitten badderen?
Genadeloos verdwijnt mijn statief in de auto. De pas is versneld, niets zal mij kunnen tegenhouden. Maar even later moet ik constateren dat ik gewoon pech heb. Er zit daar geen valk.
Dan kuier ik verder naar de achterkant. Wanneer ik nog een winterkoninkje kan kieken ben ik meer dan tevreden. Ik hoor het ijsvogeltje wegflitsen, da's dubbele pech want ook de jonge winterkoninkjes zijn verdwenen. De overstekende groene specht en een vink "doen me even niks".
Ik tuur in het heldere water en zoek naar visjes. Ik kan ze niet ontdekken. In een dode boom aan de achterkant zit een buizerd, hij ziet me en vliegt weg. Dan hoor ik iemand naderen. Het is Piet. Samen lopen we verder het veld in. Piet ziet de twee juvenielen het eerste: ze zitten met zijn tweetjes op de onderste ring en dan precies op het uiterste randje. Door het tegenlicht vallen ze daar amper op. We lopen verder het veld in zodat we ze wat beter zullen zien. Onderweg zien we wat bijzondere insecten die nog even op de foto gaan. Het bijtje is misschien wel een zeldzaamheid aan het worden, want wereldwijd staat hun voortbestaan in het geding.
Een van de twee juvies is verdwenen en blijkt nu aan deze kant op de stellage te zitten. Het wordt erg warm en we besluiten terug te kuieren naar het spottersveldje. Voor we het weten is het half een. Tijd om naar huis te gaan.