Het jaar is al drie weken oud, maar het aantal Mortelingen is zeer beperkt geweest. Drukte (gelukkig) en een flinke griep hebben alle Mortelaspiraties de kop ingedrukt. Vandaag heb ik mezelf beloofd om het hoofd even leeg te maken. Hoe groot de kansen zijn ditmaal wel de slechtvalken te zien boeit me niet eens zo heel erg. Ik wil hoe dan ook een lekkere wandeling gaan maken en wat ik dan te zien mag krijgen zal ik allemaal met veel plezier tegemoet zien. Dat is het plan en zo zal het gaan!
Er zit een nog jonge man op zijn telefoon te staren wanneer ik het spotterveldje op kom lopen. Ik begin een praatje en het lijkt of het de man uit een diepe overpeinsing haalt. Mijn fantasie legt een verband met het ingekraste "Goede reis bruur", maar uiteraard kan dat volledig uit de lucht zijn gegrepen. Uiteraard komt het onzichtbaar zijn van de valken aan bod. Want ook ditmaal leidt een torenscan vanaf het spottersveldje tot helemaal niets. Ook de refreshbeelden op mijn telefoon leveren geen nieuwe inzichten op. Mijn compaan wandelt verder en nadat ik nogmaals een totaalscan doe van zowel de toren als de omgeving die weer helemaal niets meer oplevert dan een zilverreiger die aan de overkant van de Loop tussen zandhoop en het bruggetje staat, besluit ik ook een wandeling in te zetten. Het vogeltje dat vanuit het struweel het bos in vlucht is te snel om het te herkennen. Ik probeer het in het bos te volgen maar ondanks de kaalheid van de bomen zie ik het niet meer.
Ik loop om het stalen poortje heen en ga het bos is. Een laatste blik omhoog aan de zijde van de toegangsdeur van de toren levert geen nieuws op. Een flinke hondendrol vraagt mijn aandacht. Ondanks de (wat krap geworden) kistjes van mijn dienstplichttijd heb ik geen zin in stront krabben uit de nog altijd diepe profielzolen.
Een beetje voorzichtig met het betreden van het bospaadje naast de Loop hoop ik op het ijsvogeltje, maar aangezien mijn metgezel van even daarvoor nog maar net voor me was is de kans op de waarneming van het ijsvogeltje nagenoeg nihil. Wel zet ik de zilverreiger even op de foto. Ik besluit over het bruggetje te gaan en de wandeling voort te zetten in de richting van de wei waar de trekkertrek wedstrijden gehouden werden. Het doel: heel misschien een paar reetjes?
Ik maak er meteen een secundair doel bij. Ik ga niet over het paadje maar juist door het bosje zelf heen. Nog altijd is er het gevoel dat wellicht PA of nog meer misschien MA hier ergens ligt. Wat er dan nog van te vinden zal zijn? Maar je weet immers maar nooit.
Wanneer ik even later weer bij de ganzenpoel sta weet ik dat ik deze beide doelen heb gemist. Op twee plekken heb ik een Winterkoninkje in de kijker gehad, maar allebei de keren is het maar zeer de vraag of ik met het schieten van een plaatje wel op tijd ben geweest. (Inderdaad: beiden gemist)
Ik zie een groene auto achter de mijne staan. Dat zou heel best Gerrit E kunnen zijn, maar voordat ik naar het spottersveldje terugkeer wil ik weten of de valken ergens aan de andere kant van de toren zitten. Ik ga over het bruggetje en vervolg mijn wandeling langs de Loop. In de verte zie ik de kudde Angussen. Ik tel er vijftien. Ook hier staat een zilverreiger. Dat zijn er twee. Ik hoop ook twee valken te gaan zien. Even later sta ik wat verder op het veld achter de toren. Ik hoor een vreemd geluid dat ik wel eens vaker heb gehoord en ik weet dat het een variant is op het "standaard" geluid van een vogel die ik ken, maar ik kan nu niet bedenken welke. De toren is leeg. Wanneer de valken er al zijn dan zitten ze nu dus op het dak of op een plek wat verder op de ringen. Geen stellage, geen buis heb ik gemist. Natuurlijk baal ik wel een beetje. Ik Twitter dat ik niet wil opgeven, maar dat sluit niet helemaal aan bij hoe ik me voel. Dan weer dat geluidje. Ik ben al door het slingerpoortje maar toch kijk ik even om. En dan komt de herkenning vrijwel tegelijk: ik hoor en zie een klein vogeltje aan de waterkant op een strootje riet: ijsvogeltje! Het was ook het alternatieve geluidje dat ik wel eens eerder hoorde van een ijsvogeltje. Nu valt alles opeens op zijn plaats. Een andere rietstengel verpest het plaatje. Heeeeel voorzichtig schuif ik een metertje naar links. Ja, goed zo, prima! Na een paar plaatjes die zeker erg mooi geworden moeten zijn durf ik het aan om het schuifje op filmen te zetten. Een goede keus, blijkt. het vogeltje vliegt op en gaat een heel eind hoger zitten en verplaatst zich vervolgens daar ook weer naar een takje nog hoger. Het lukt me om het vogeltje in de zoeker te krijgen en besluit na een paar minuten dat het zo prima is. Rustig loop ik terug, ik draai me nog één keer om en zie het vogeltje nog steeds op het takje zitten. Een specht daagt me uit om hem te zoeken, maar dat lukt niet. De zon schijnt behoorlijk fel tussen de bomen door en precies op de plek waar ik de (bonte) specht denk te horen. Het gaat verder. En dan opeens zie ik ietsje voorbij het bruggetje iets vanaf een hoge boomtak in het water plonsen. Kippenvel staat op mijn arm wanneer ik een tweede ijsvogeltje in dezelfde tak met een klein visje zie terugkeren. Wanneer het visje verorberd is vliegt het ijsvogeltje naar de overkant van de Loop waar ik het niet kan ontdekken. Een paar meter verder wandelend raast het opeens langs me heen in de richting van het andere ijsvogeltje. Het maakt mijn dag meteen helemaal goed. Al is dit alles voor vandaag, ik ben dik tevreden. Maar er wacht nog meer...
Wanneer ik even later bij Gerrit E sta, ja hij was het inderdaad, gaat het over het toeval of niet (was het een ingecalculeerd "risico") dat we elkaar treffen. De koffie van Gerrit smaakt zoals vanouds heerlijk. En onder het genot van het "bakkie" vertel ik over wat ik al gezien heb. Soms is toeval zo grillig dat het haast onverwachts genoemd mag worden :)
Gerrit neemt de zilverreiger maar eens in beeld en roept meteen: "Wat maken we dan nou weer mee?" Om een of andere reden weet ik dat hij een ijsvogeltje in beeld moet hebben. Inderdaad in één blik met de zilverreiger zit daar een ijsvogeltje op een rietstengel. Ik zie hem op deze aanwijzing van Gerrit ook meteen zitten.
En dan is daar opeens die schim in de lucht: "een slehtvalk naar het dak", roep ik verheugd. Gerrit heeft het gemist en de valk lijkt aan de achterkant op het dak te zijn verdwenen maar daar is opeens een valk die aanzet op de kleine antenne bij de wiphoek en de tweede is daar ook opeens weer. Mijn inschatting is dat de eerste VM was die aankwam en verdween en dat VV volgde en op de kleine antenne landde. Nog voordat we van de "schrik" kunnen bekomen, lijkt VM een prooi te zien in de richting waarvan zij vandaan kwamen, ergens boven De Mortel. Meteen is hij dus alweer weg.
Hmmm, twee zilverreigers, twee winterkoninkjes, twee ijsvogeltje, twee slechtvalken.... en drie koffie vult Gerrit letterlijk aan. En dan stopt het autootje met de twee meiden uit Millus en om het verhaal helemaal af te maken: ook de twee buurtjes van het vogelparadijs melden zich nog even voor een praatje.
Ik hoor van hen dat Clyde een nieuw thuis heeft gekregen. Clyde is de zo vaak loslopende hond van de buren. Ik heb net als vele anderen me vaak zorgen gemaakt dat ie een keer aangereden zou worden. Het is goed zo.
Nu we dus bijna alles "dubbel" gezien hebben is het tijd om weer naar huis te gaan. "Een mooie Morteling", gaat er door me heen. "Mooi, goed, prima."