Nu ik nog niet zo lang thuis ben van maar liefst twee lange Mortelingen ben ik nog steeds zo boos dat het schrijven me niet eens lukt. Ik zal proberen mijn ergernis pas te laten blijken wanneer ik in het laatste gedeelte van de beschrijving van vandaag ben.
Vroeger dan normaal ga ik voor de zoveelste keer deze week naar De Mortel. Het voornaamste doel van deze eerste visite is het uitdokteren waar de beste stek is om in de nestkast te kunnen kijken.....Verdomme, het lukt me echt niet om te vertellen.
Dan maar meteen naar het verhaal van de fictieve familie Pommerans. Pieter en Bettine hebben een leuk klein gezinnetje. Alledaags, niets mee aan de hand, zou je op het eerste gezicht zeggen. Ze hebben een tweeling, Hansje en Fieke. En Hansje en Fieke zijn een paar maandjes geleden jarig geweest en mochten natuurlijk een cadeautje vragen.
Fieke wil naar de dierenwinkel, want daar hebben ze een leuk hondje gezien. Maar Vader en Moeder werken allebei overdag en dat betekent dat een hondje dan de hele dag alleen zou moeten zijn. Vader zegt heel verstandig: nee, dat gaat niet kleine Fieke. Zou je dan een ander diertje willen? Fieke denkt goed en diep na. Dat duurt Hansje toch een beetje te lang en hij roept: ik wil een schildpadje! Jaaaaa, roept Fieke en ik wil er ook een.
"Waarom toch een schildpadje?", vraagt Moeder, "zijn die niet een beetje saai?" "Ik wil er een". "Ik ook een, toe mama asjeblief".
Vader denkt ook eens na en zegt dan: "vrouw, ik vind het idee van de schildpadjes een prima idee. Ze vragen niet veel aandacht en doen zichzelf wel zo'n beetje".
Even later zijn de kinderen in de dierenwinkel en krijgen ieder een schildpadje. "Wat zijn ze lief", zegt Fieke. "Vind ik ook", zegt Hansje.
Na een paar weken zijn de schildpadjes al gegroeid en kijken de kinderen er steeds minder naar om. De vakantie staat voor de deur. Alles is klaar om op vakantie te gaan. "Wat doen we met de schildpadjes", vraagt Moeder. "Hmmm, da's waar ook", zegt Vader, "ik bedenk wel wat". Hij zet de schildpadjes in een emmer en stapt ermee in de auto.
Een paar dagen later staat Kuiko op het bruggetje in De Mortel wanneer twee wandelaars vriendelijk vragen of ze even voorbij mogen. Er ontstaat een kort praatjje waarbij de man uiteindelijk opmerkt: "ik zag twee schildpadjes in dat vennetje zwemmen daar, die overleven de winter toch nooit".
Wanneer ik een poosje later langs het vennetje wandel en de kikkers een kwaakconcert opzetten kan ik de schildpadjes eerst nog niet ontdekken, maar na een poosje zie ik een uistekend koppie boven het water. Een gepantserd lijfje zit onder water. Wanneer ik ietsje dichter in de buurt kom duiken ze weg.
Moet ik nog uitleggen waarom ik boos ben?