Vandaag speel ik de hoofdredacteur van de krant. En die willen wel eens heel overdreven "koppen". Een schreeuwende titel waardoor van heinde en verre lezers op de krantenjongen afstormen om vooral niets van het sensationele verhaal te hoeven missen. Al lezende ervaart men dan dat de titel op zijn zachtst gezegd nogal opgeklopt is en dat het allemaal nogal meevalt.
Dat geldt ook voor het eerste deel van deze titel "afschuwelijke" is nogal hoog gegrepen, maar missers zijn het toch. Wat dan?
Na een flinke wandeling met Wisky kijk ik naar het sombere weer. Het zal eerder gaan regenen dan dat de zon zal gaan schijnen. Toch is de roep van de toren erg groot. Ik ben al even niet meer geweest en ik ben vooral benieuwd hoe het met de valken is, maar ook heb ik al het "kleine spul" gemist. Is mijn geest moeilijk over te halen? Welnee, ik ga gewoon.
Op de toren zitten de valken op een makkelijk te vinden plek. Ze zitten namelijk ieder op een van de lampen onder de ring. Een zilverreiger trekt de aandacht bij de Loop en twee nijlganzen doen aan territoriumafbakening. In de bomen aan de rand van de bossen hupt allerlei klein spul. Ik herken de kool- en pimpelmeesjes direct. Ook een mannetje vink toont zich. Na het eten van een mandarijn besluit ik op pad te gaan. Eerst naar de toren om te zien of ik de valken misschien herken. Dat het PA en VV zullen zijn, daar twijfel ik niet aan, maar ik kan niet echt zeggen op welke lamp de grootste (dus VV) zit.
De glazen voor mijn ogen zijn weer een maatje sterker en ook is er een leesgedeelte ingeslepen, Het kijkt inderdaad beter. Mag ook wel voor dat geld.
Bij de stenen pilasters van het (doelloze) ijzeren hek vlakbij de toren hupt een en ander rond. Ik herken de goudhaantjes meteen, ik pak mijn kijker om te zien of er misschien een vuurgoudhaantje tussen zit. Dat is niet het geval. Mijn camera knipt vijf keer. De beestjes zijn watervlug, dus moet je om er een paar scherp op de foto te krijgen maar beter een stuk of vijf maken. Dan opeens zijn de goudhaantjes weer weg. Tevreden stap ik verder door het bos, op weg naar de Snelle Loop. Ik ga over het bruggetje en zie daar ook weer allerlei beweging in de haast kale bomen. "Hee, kijk nou, een paar staartmeesjes", zie ik heel tevreden. Ik knip weer bij elke beweging en twijfel bij eentje of het wel een staartmeesje is. Alle twijgjes die in de weg zitten konden een goeie foto wel eens onmogelijk maken. Wanneer ook het "normale 3D kijken" met de menselijke oogjes het al zo moeilijk maken, dan zal de camera het zeker niet aankunnen. Ik denk toch dat het een kuifmeesje is, die ik heel kort in beeld heb.
Verder gaat de wandeling. Over de weg nadert een bekende auto. "Dat is Piet", weet ik. Maar toch wil ik mijn wandeling af maken. Dan ineens hoor ik de valken. De valk op het raam aan deze kant is nu weg. Hoog in de lucht zie ik de grote valk, die krijst alsof ze de ander wil waarschuwen: "weg hier, dit is mijn huis".
Dan zie ik de valk recht boven me, snel klapwiekend. Deze valk maakt op mij de indruk vaart te maken om weg te komen uit dit onhelspellend gebied. Ik probeer de vluchtende valk op film te zetten. Met een snelle beweging om mijn as controleer ik waar de ander nu is. Er zit nu in elk geval een valk op de hoge antenne. (De uitkijkpost) Het gekrijs is gestopt. Piet stapt uit zijn auto. Ik maak een zwaaiend gebaar met mijn arm. Ik keer nog niet terug, want ik wil mijn rondje afmaken.
Even later sta ik bij het "acht uur boompje". Ik zie dat de andere valk (op de andere lamp) ook niet meer daar zit. Ik draai me om en ga door het bospaadje. Een flinke bos takken verspert de doorgang. Het zal met de 5 december storm zijn afgeknakt. Ik moet dus van het paadje af en dan knapt er een takje onder mijn voet. Een stuk verderop zie ik een reactie op dit geluid. Twee reetjes maken zich uit de voeten. Ik probeer een paar plaatjes te maken, maar verwacht er niet veel van.
Omdat mijn komst door het geknapte takje al luid is aangekondigd, verwacht ik niets meer op mijn pad aan te treffen en dus keer ik via het brede bospad terug om bij de poel uit te komen. Daar zie ik hoe de valk in de antenne er nog zit en een tweede valk een rondje om de toren vliegt om ergens uit mijn beeld te landen. "Kijk, die is wel welkom, dus zal dat PA zijn, die terugkeert", ik probeer het denken van de valk te snappen.
Even later sta ik bij Piet op het veldje. Onderweg heb ik in één van de vele regenplassen mijn schoenen laten weken. De koeienvlaai gaat er makkelijk af.
Ik vertel Piet over mijn waarnemingen en bekijk de plaatjes van het goudhaantje. Dan kom ik tot de ontdekking dat ze geen van allen scherp zijn. Snel scroll ik door naar de plaatjes van de meesjes. "Lijkt mee te vallen". Verder naar de reetjes: "da's weer niks".
"Afschuwelijke missers"......
(Ik verwacht ook niks van het filmpje)