za 12 juli 2008, ochtend
Jas meenemen?
Alweer zes valkenloze dagen zijn er achter de rug. Ergo: ik heb niet eens de tijd om verhalen van anderen te volgen. "Zouden ze er nog wel zijn?" De gedachte komt in me op als ik om 7 uur mijn krantje zit te lezen. "Is de accu opgeladen? - Yep, boterhammetje naar binnen? - Yep. Jas meenemen? - Welnee".
Het is droog wanneer ik het spottersveldje betreed, maar hoe lang nog? De wind steekt een versnellinkje op. - Drup - Het is een stuk kouder dan ik had verwacht. Gelukkig heb ik nog een trainingsjack in de auto liggen. Op beide lampen onder de ring een slechtvalk. Meer? "Nee, de rest zit op het dak of aan de achterkant", zegt Gerrit E. Nauwelijks heeft hij dit gezegd of we horen een gekrijs. Een jonge valk nadert, overigens zonder prooi, met veel gekrijs de toren. "Dur hedde die kweekert wir", meent Gerrit. Volgens Gerrit heeft deze valk al vaker vanmorgen een hoop herrie zitten maken.
Het drupje krijgt een tweelingbroertje, meteen nog een tweelingzusje en dan opeens blijkt er een hele sloot hemelwater over te lopen. Het giet er uit. "Verdorie, stond ik net mijn camera in te stellen en nou dit", verzucht ik. Gerrit en ik zoeken onze toevlucht in onze auto's. Mieke komt terug van een boswandeling en houdt het voor gezien. De ruiten in de auto's slaan aan. De bui lijkt niet te willen ophouden. Dan opeens gaat de stroom over in druppels. Drup, drup,... drup,........drup. Gerrit en ik wagen het er weer op. Maar het blijkt een lokkertje want amper hebben we de auto weer verlaten of daar gaat het weer: spets, spat, drup. Het blijkt een achterhoedegevecht. In de verte sieren stroken blauw de lucht. "Ut wordt better", meent Gerrit. "Dalijk komt het zunneke nog".
Ik neem het zekere voor het onzekere en besluit maar eens op onderzoek richting de toren te gaan. Wie weet plenst het zometeen wel weer en dan komt het er niet meer van. De lampzitters zijn er nog en de 'kweekert' zit op het nestkastrooster. Ik besluit de Loop maar weer eens over te steken. Behoedzaam gluur ik om de hoek wat er zich op of achter het bruggetje allemaal afspeelt. Verstandig van me, want het ijsvogeltje zit weer op een van zijn favo- stekjes. Knip! Nog een paar pasjes dichterbij... zwiep, weg is het schuwe ding. In de verte strijkt het weer neer op het afgezaagde hoopje twijgen dat in de Snelle Loop drijft. Klik. "Riskeer ik het om wat stappen voorwaarts te zetten?" Een beetje voorover gebogen probeer ik zoveel mogelijk achter wat struiken te blijven met de les in gedachte: 'als ik jou niet zie, zie jij mij misschien ook niet'. Het werkt! Een metertje of tien kan ik zo dichterbij komen. In het water hoor ik wat geplons. Wanneer ik half omkijk waar het geluid vandaan komt, zie ik een hele familie eend stilletjes in het riet verdwijnen. Een metertje dichterbij komt moeder met haar kroost weer geruisloos dichterbij. Ze ziet me en blijft doodstil op haar plek. Haar jonkies bootsen dit na. Ik kijk weer richting het ijsvogeltje dat in het water duikt en voordat ik het besef hangt het even biddend in de lucht. Zoef, weg is het.
Ik loop terug naar het bruggetje om het ditmaal wel over te steken. Bij het klappoortje staan twee... wat zou eigenlijk de gedachte zijn achter deze scheppingen? Over sommige vraagstukken moet je niet te lang nadenken. Ik loop door het veld op, maar nieuwe feiten zijn vanaf hier niet te melden, dus vervolg ik mijn weg naar de achterkant. Helaas ook daar geen nieuws. Wel hoor ik een gekrijs in de buurt van de toren, dus besluit ik maar om te keren. Iets versneld maak ik de retourreis langs de Snelle Loop. Het gekrijs blijft aanhouden. "Wat zou er aan de hand zijn?" Bij de toren besluit ik even door te lopen op het onverharde (nu glibberig en soppende) deel van de Hemelsbleekweg. Een voor een neem ik de raampjes in me op. - Niks -. De noordkant dan? - Niks -. Alleen de valk op de lamp zit er nog steeds. Wanneer ik bij het grote houten hek ben teruggekeerd neem ik de toren nog eens in me op. Ook op de andere lamp zit nog steeds een valk. "En op de dwarsverbinding zit er ook nog een", zie ik ineens. Maar wie is nu die herriemaker? Ik krijg het niet voor elkaar om op het gehoor de richting van de herriemaker te bepalen en dus keer ik maar om richting spottersveld.
Een krampend gevoel in mijn buik dirigeert me naar een andere bestemming: * home *
Een paar foto's van vandaag: