De vakantie is zowat voorbij, ik overdenk alle gebeurtenissen en concludeer dat het allemaal heel anders is gegaan dan ik had gehoopt. De Mortelbezoekjes waren uiterst miniem, het voelt alsof het slechtvalkenseizoen voor mij mislukt is. Het was erg weinig wat de jonkies ons hebben laten zien en of dat aan de vreemde winter en zomer ligt? Het zou natuurlijk kunnen. Desalniettemin kriebelt het altijd om even een onderzoekje te kunnen gaan doen. Het is iets over tienen wanneer ik besluit om zonder al te veel verwachtingen toch maar te gaan Mortelen.
De Hemelsbleekweg is leeg. Geen auto's in bermen, geen auto's bij de toren, geen fietsers op het spottersveldje en geen wandelaars op het bankje onder de toren.
Een gedeelte van de kudde Angussen staat aan deze zijde van de Loop te grazen. Een houtduif zit op een leeg voerplankje. Veel kraaien zitten in het veld, opmerkelijk, want kraaien zijn toch niet zo'n kuddedieren. Op de toren? Wat denk je? Aan de voorzijde: helemaal niks natuurlijk. Ik weet al dat ik niet lang op het spottersveldje zal verblijven. Er waait een stevige wind. Ik besluit een windjackje aan te trekken want ik heb geen zin om maandag met een koudje de werkweek weer te gaan beginnen.
Ik besluit meteen door te gaan naar de achterkant. Ik hoop daar toch een paar valken te kunnen zien. Het zint me niet dat er zo weinig gezien worden, hoeveel zullen er nog leven? Zijn PA en / of VV nog wel gezien?
Peinsend loop ik langs het hoge waterpeil in de Snelle Loop. Het voelt als herfst, en tot mijn verbazing ziet het er ook uit als herfst. Diverse soorten paddenstoelen hebben zich al door een laagje naalden en dorre blaadjes omhoog gewerkt, sommigen zijn al geknakt door nietsvermoedende voorbijgangers en mogelijk hun honden.
Ik merk dat mijn hoofd vooral omlaag kijkt, zoek ik in mijn onderbewustzijn naar de overblijfselen van dode slechtvalken?
Aan de achterzijde bij het betonblok valt me op hoe hoog het water staat. De stenige dam die ik nog maar een paar weken geleden gebruikte om de Loop over te steken is overspoeld met het water van de Loop. Ik ga verder door het poortje en een eind verder in het veld speur ik tevergeefs naar elk bekend plekje waar zich wel eens een slechtvalk op de toren begeeft. Ook de bomen waar wel eens een slechtvalk is gezien ontgaan me niet. Geen enkele slechtvalk te zien.
Ik besluit mijn wandeling om het bos voort te zetten. Pas wanneer ik naar het poortje loop hoor ik de kreten van twee vogels die het hoogste alarm gillen. Het zijn vermoedelijk twee jonge gaaien die dit geluid produceren. Ik kijk, maar ik kan ze niet ontdekken. Verder gaat mijn wandeling. Dieper in het bos zie ik een stuk voor me een witte plek die de bruine bodembedekking breekt. Het is een plukplaats. Het zijn de veren van een duif, maar het karkas ontbreekt. Voor mijn gevoel wijst dit op de aanwezigheid van tenminste nog één juveniele valk, die het laatste stuk duif ter oefening meegesleurd heeft. Een stukje verder, wat dieper in struiken ontdek ik nog een verenplek. Een flinke veer valt me op, erg lang voor een gewone duif. Ook de plek oogt wat vreemd. Slechtvalken willen de ruimte om overzicht te houden. We hebben al gezien dat de juvenielen best wel eens in het bos een prooi nuttigen maar meestal is dat in wat open plekken, zoals de eerste plek die ik daarnet vond.
Ik kijk omhoog alsof ik de juveniel zoek die in een boom op me neerkijkt. Onzin natuurlijk. Ik kuier verder.
Het is opvallend stil. Het is naseizoen, de vogeltjes hebben al voor hun nageslacht gezorgd en hebben geen reden meer voor het te berde brengen van hun hoogste lied. En omdat alleen mensen vreemd afwijkend en nutteloos gedraag vertoont, doen vogels dat niet. Niks doen wat geen nut heeft. Slimme beesten.
Helaas is er ook geen spoor van een ijsvogeltje. Meestal een fantastisch alternatief wanneer de valken zich verstoppen.
Peinsend ben ik bij het bruggetje voor ik er erg in heb. "Strekpootje", het stiertje met de aangeboren pootafwijking staat vlakbij een andere stier. Deze is een stuk forser, maar het in groei wat achtergebleven dappere stiertje laat zich niet wegjagen. Het is het instinct van het beest dat het zich weert tegen de concurrentie en naar het zich laat aanzien sta ik op het punt om getuige te zijn van zo'n mannengevecht.
Het gaat er niet erg fel aan toe. Er zijn geen horens die voor bloedende wonden kunnen zorgen. Het zijn kopstoten die hooguit wat dof klinken. Dan realiseer ik me dat het zeer waarschijnlijk is, dat ik bij het ontvangen van zo'n kopstoot totaal knockout zal gaan. Ik zal het niet uitproberen. Strekpootje deelt uit en ontvangt. Een keer of tien haalt de een of de ander uit. Strekpootje moet de kracht uit drie poten halen, maar aan de reactie van de ander te zien komen zijn beuken toch ook behoorlijk aan. Dan zet de ander nog een paar keer flink aan. Het lijkt of Strekpootje er niet helemaal op bedacht was. Dan zakt zijn kop en begint hij te grazen. Het lijkt het teken voor de ander dat Strekpootje zich gewonnen geeft. Deze staakt dan ook het gevecht en blijft nog even triomfantelijk staan te kijken. Ik merk dat ik eigenlijk partij heb getrokken voor Strekpootje. Dan moet ik lachen: Robin Hood de redder van de zwakken.
Het lijkt me niet verstandig om tussen de twee stieren door mijn pad te vervolgen en dus besluit ik om te draaien en terug te gaan naar het spottersveldje. Een goede keus, zo zou even later blijken.
Ik sta nog niet op het spottersveld wanneer mijn oog valt op beweging in de lucht. Het is een kleine valk en meteen vermoed ik PA. De valk lijkt iets mee te dragen. Dan zet hij de landing in op de lamp aan de voorzijde van de toren. Een typische plek voor PA. Met mijn kijker zoek ik naar het raampje met de lamp. Het is PA en hij heeft een kleine prooi bij zich. Ik loop wat dichter naar de toren toe en maak ondertussen wat plaatjes. Dan besluit ik het knopje ook maar even op filmen te zetten. Bewegende beelden zijn er momenteel niet veel, dus wellicht is dit een mooie aanvulling.
Ik hoor het geknor van het dieseltje van Piet. Hij rijdt me een stukje voorbij en parkeert het wagentje dan in de berm. Samen bekijken we hoe het prooitje genuttigd wordt. We bespreken de afgelopen week en ik leer daarvan dat de valken zich inderdaad nog steeds weinig laten zien, en dat een van de betere momenten in de vroege avond ligt. Piet heeft de twee oudervalken met nog minimaal één, maar mogelijk twee jonkies gezien op een avond eerder in de week.
We horen de groene specht en ik zie waar hij landt. Mijn camera heeft daar meer moeite mee, op de gok schiet ik een plaatje en hoewel het niet scherp is: ik kan weer een vinkje plaatsen achter de soort: groene specht 2014.
Veel valt er niet meer waar te nemen en we besluiten allebei weer te vertrekken. Terwijl we naar de auto's lopen stopt er een auto bj het spottersveldje. Wanneer ik er even later aan voorbij ga zie ik hoe een fotomodel door haar man op de foto gezet wordt :)