za 22 maart 2008, 10:15u tot 12:30u
Photoshoot
Ondanks de gure weersvoorspellingen lijkt het mij best te doen om eens koers te zetten naar De Mortel. Het is behoorlijk bewolkt en dat voorspelt niet veel goeds. Er is niemand op het spottersveldje en zelfs de hondenuitlaters zijn nergens te bekennen.
Op de toren zie ik Pa bij de antenne zitten. Af en toe hoor ik vanuit de nestkast wat geroep. Niet indringend, maar het klinkt meer alsof S2 wil laten weten dat ze er ook nog is. Ik wandel naar de toren, mijn wandeling stokt wanneer ik een onbedekt schatje zie liggen. Een paar blaadjes doen wonderen. Dat kuier ik rustig verder, af en toe kijk ik omhoog in de hoop iets op het rooster waar te kunnen nemen. Niets te zien. Langs de bosrand loop ik rustig verder, af en toe iets van het pad afwijkend vanwege de glibberigheid. Over het bruggetje, door het klappoortje en door naar de poel waar de nijlganzen mijn komst al opgemerkt hebben. Hun kroost zwemt vinnig om hen heen. "Pronte kuikentjes", constateer ik. Op de toren zit nog steeds Pa bij de antenne. Terug maar weer? Ik besluit het paadje langs de Snelle Loop in te slaan. In de verte zie ik een witte gestalte: de zilverreiger.
Ik loop naar het bengske dat daar bij het watervalletje bij de splitsing van de Loop staat. De hooglanderkudde is niet compleet. Waar de andere groep is, kan ik niet ontdekken. De reiger vliegt op en zet koers richting Bakel. Ik keer dus ook maar om. Vlakbij het bruggetje sjezen twee nijlganzen voorbij. "Daar wordt er een verjaagd", weet ik dan. Ik loop door en zie nog net hoe de zilverreiger onder luid protest van de andere nijlgans bij de poel landt. Niet voor lang, want de nijlgans doet een nijdige uitval. De zilverreiger landt een heel stuk verder in het weiland. Ik loop maar weer terug naar het veldje. Het zal precies op tijd zijn om mooie vluchten van buizerds te kunnen zien. Die zijn heel erg actief vandaag. Drie stuks doorklieven de lucht.
Dan komt er een auto aangereden die knipperend met zijn lichten laat merken dat de bestuurder me kent. Het is Gerrit uit Eersel. Wanneer hij stopt wrijf ik demonstratief met mijn handen door mijn ogen: "Verslapen Gerrit?"
Gerrit komt een videocamera testen. De zoom is schitterend, het scherpstellen valt nog tegen. Gerrit is een ander occulair vergeten en baalt daar een beetje van. En op de toren? Daar is Pa al een poosje verdwenen. Ineens zie ik hem terugkomen. Hij landt op het rooster onder luide aanmoedigingen (?) van S2. Even later zien we hem opnieuw. Ik probeer hem te volgen en knip lukraak. Wanneer ik het knopje op mijn camera op filmen draai zie ik Pa van links richting de toren vliegen, het is niet goed te zien of hij een landing inzet of doorvliegt. (Later blijkt dat hij een prooitje heeft.) Ik gok op een doorkomst via de achterkant naar rechts. Er gebeurt niets. Hij zal dus wel aan de achterkant geland zijn.
De buizerds zorgen ervoor dat we ons niet hoeven te vervelen. Opeens kan ik er drie gelijktijdig in mijn vizier nemen. "Dat zijn ook mooie beesten", zegt Gerrit. Dat ben ik helemaal met hem eens. Wanneer de buizerds weer verdwenen zijn, besluit ik nog een keer naar de achterkant te wandelen om te zien of ik Pa nog ergens kan ontdekken. Hij blijkt op de bovenste ring aan de achterkant te zitten. Terug maar weer. Wanneer ik opnieuw half glijdend over het glibberige paadje terugloop hoor ik opeens een schel gefluit. Het is Gerrit die me ergens opmerkzaam op wil maken, maar vanaf hier zie ik niet veel, dus versnel ik mijn pas. Af en toe kijk ik omhoog. Bij het spottersveldje staat een fietser. "Er hebben hier ooit slechtvalken gezeten", merkt de man op. Ik hoor Gerrit zeggen dat er alweer vier eieren gelegd zijn en dat er een valk op de antenne zit. De man ziet niks zitten en fietst verder. Wanneer hij ter hoogte van het houten hek nog eens stopt hoor ik hem mompelen: "nou zie ik hem ook".
Het is niet moeilijk in te schatten wie dit is. "Als dit S2 niet is, dan vreet ik een beer", ga ik een weddenschap met mezelf aan. Gerrit vertrekt en ik blijf nog heel even omdat de buizerds me weer trakteren op een mooie vlucht. Hier en daar is het wat opgeklaard dus valt het licht weer mooi onder de wijde vleugels. Wanneer ook deze buizerds weer uit het zicht verdwijnen vind ik het ook weer welletjes. "Ik ga de ziekenwagen maar achterna, die daarnet met luide sirenes voorbij kwam", denk ik nog. Een poosje later bij de laatste rotonde voor mijn huis hoor ik de ziekenwagen opnieuw. Op de rotonde stop ik om hem door te laten. Die heeft haast! Ik ook, want ik heb een hele serie foto's te bekijken, verkleinen en te plaatsen.