Vandaag neem ik een rustdag. Gisteren had ik een enorme meevaller bij het verwijderen van de vloerbedekking in mijn ouders huis. Eerder had ik een klein stukje geprobeerd en dat bleek een stukje te zijn dat maar niet los leek te willen komen. Voorzien was de huur van allerlei apparatuur die de klus toch zou moeten klaren, maar die middelen bleken niet nodig. Gelukkig maar, maar ik voel me gesloopt. Het warme weer in combinatie met ongewoon fysiek werk zijn me niet in de kouwe kleren gaan zitten. Deze meevaller geeft me de lucht en vertrouwen om vandaag een snipperdag in te gelasten.
En waar ga ik dan naartoe? En is dit eigenlijk wel een vraag? Nee, wie me een beetje kent weet wel waar ik heen ga bij zo'n buitenkansje.
Het spottersveldje is bezet met twee fietsers. Ik stap uit mijn auto en bedenk dat ik nog een voervoorraadje in de auto heb. Het gemengde voer met onder andere zonnepitten lijkt de vogels goed te bevallen want de voerbakjes zijn telkens leeg.
"Voor welke vogel is dat?", opent de man die aan het bengske zit. Ik antwoord hem dat het voor divers klein grut bedoeld is, zoals ondermeer voor de boomklever, vinken, meesjes etcetera.
We buurten even over vogels en gebied en dan verlaat het echtpaar het veldje weer, mij nog een fijne dag wensend wat ik uiteraard ook retour wens.
Op de toren kan ik geen valk ontdekken. Het is na tienen.
Ik twijfel even wat ik zal gaan doen. Neem ik mijn hele boeltje mee om aan de overkant te gaan zitten of ga ik met een flesje fris op pad om de valken elders op de toren te gaan zoeken. Ik opperde eerder deze week al het idee dat de valken wel eens vaker in het bos zouden kunnen zitten met dit hete weer. En terwijl ik me zonder bepakking op pad begeef bedenk ik dat het dit jaar niet gaat zoals ik gehoopt had. Altijd hoop je op hetzelfde als het voorgaande succesjaar en liefst nog een beetje beter. Nu met vier jonkies leken de kansen alleen maar groter maar de spotters krijgen juist veel minder moois te zien dan andere jaren. De uitschieter die vorig jaar toch was wordt op geen enkele wijze benaderd.
Voor ik er erg in heb stap ik langs de Snelle Loop naar de achterkant. Libellen en waterjuffers trekken de aandacht, net als enkele vlinders die over het water en het pad dwarrelen. Ik geniet er maar half van, want ik ben bang dat het "nie veul gî worre".
Aan de achterkant hoor ik hoe twee buizerds op afstand met elkaar "in gesprek"zijn. Ik zie hen niet, maar de ene zit niet erg ver van me vandaan. Ik stap door het kringelpoortje en stap naar het door Piet gemaakte zitbankje ergens midden op het veld. Hij heeft me laatst verteld over het hout dat ik ooit al eens vond in dit veld niet ver van de bosrand. Het leek er erg op dat dit restanten waren van een door kinderen gebouwde boomhut. Piet vond het ook en maakte er zoals gezegd een minibankje van.
Je kunt inderdaad vanaf dit plekje fraai over de stekjes op de toren kijken waar we de valken regelmatig zien. Op de lamp aan de noordelijke kant zit een volwassen valk en ook in de hoge antenne zit ondertussen een jonkie. Twee van zes, het is nog steeds erg karig.
De buizerd in het bos roept weer. Ik kan me niet bedwingen en ga op onderzoek uit. Mijn gehoor werkt behoorlijk goed dus durf ik de richting te gaan verkennen die mijn gehoor me aangeeft. Dat is niet voor niets. Ik krijg echter hulp uit onverwachte hoek. Er loopt of fietst namelijk iemand door het bos, die de buizerd doet opschrikken en dat is precies op de plek die mijn gehoor al aanwees. de buizerd vliegt twee bomen verder en daar zie ik waar hij landt. Met de zoeker in mijn camera ga ik op zoek naar de juiste boom en zoom ik langzaam in. Ik zie zijn lijf maar zijn kop zit buiten beeld. Da's niks. Vorozichtig schuif ik een metertje naar rechts en vanaf die plek zie ik de buizerd prachtig zitten. Op het moment dat het schuifje naar filmen gaat, verdwijnt de buizerd. Een beetje teleurgesteld maar blij om de foto's die ik kon maken, loop ik verder naar het onlangs door mij gevonden nieuwe poortje. Wanneer ik daar doorheen ben en al enkele tientallen meters verder ben, hoor en zie ik een grote vogel tussen de bomen door wegvliegen. Ik weet dat het de tweede buizerd moet zijn en bij het hekje gekomen zie ik hoe hij ergens in een boom nabij een volgend poortje gaat zitten. Fietsers verjagen hem daar ongemerkt en ongewild weer.
Verder gaat het en tussen het geboomte door kijk ik naar de toren. Ik zie de valk op de lamp er nog steeds zitten en ook de valk in de antenne is er nog steeds. Op de plek waar eerder een voorbijganger de buizerd moet hebben opgeschrikt ontdek ik een verse plukplaats. Zou de buizerd aan dit nog verse restant hebben zitten te azen? Zou dit een duif van een juvie kunnen zijn geweest? Ik weet het niet en loop dus maar verder. Even later sta ik weer bij de Loop en loop ik erug naar het bruggetje. Zal ik mijn stoeltje en rugzak ophalen bij de auto? Dan zie ik een man bij de bosrand staan. Geen twijfel mogelijk, het is Piet uit Lieshout. Ik stap op het bruggetje en voel hoe mijn telefoon trilt. "Of ik de groene bak wil buiten zetten en de luifel wil inklappen". Anders dan mijn verhalen bestaat het antwoord dat ik verzend uit een uiterst korte bewoording: "ok".
Ik loop naar Piet en wissel de laatste informatie met hem uit.
Omdat achter ons het Winterkoninkje maar bezig blijft met haar alarmroep besluiten we eerst te zoeken naar de plek waar het kleine druktemakertje zit (Piet ziet het vogeltje als eerste zitten) en daarna gaan we op onderzoek naar de oorzaak van de constante staat van hoogste alarm bij dit vogeltje. Piet oppert de kans dat het eekhoorntje dat ik er pas al zag de oorzaak kan zijn, maar helemaal overtuigd zijn we niet. Dan vinden we de eerste plukplaats in het bos en een paar meters verder vinden we de tweede plukplaats. We lopen verder en ontdekken een derde plukplaats en dan opeens: .... met een hoop kabaal vliegt een juveniel weg. We weten niet zeker of deze uit het bos komt, maar het lijkt er erg op. De juvie vliegt luid protesterend naar de toren waar hij / zij op de onderste ring landt. De vleugels uit elkaar houden alsof de valk het zweet van zijn oksels wil laten opdrogen. Een stukje verder op ontdekken we weer een plukplaats en weer is dit een verse. Terwijl Piet in de buurt van zijn scope blijft, loop ik nog een stukje verder en ontdek ik nog een plukplaats. Weer een IN het bos. Ik begin nu steeds meer overtuigd te raken dat de jonkies regelmatig in het bos zitten. Ik fluit een keer, maar Piet kijkt niet op. Ik loop verder om even later bij de poel uit te komen. Ik ga nog even terug naar Piet en besluit dan te vertrekken.
Wanneer ik even later net voorbij de toren ben zie ik hoe de juveniele valk van daarvoor opeens opvliegt. Een tweede komt er aan en die lijkt een prooi(restant) bij zich te hebben. Bomen versperren mijn uitzicht en ik zie hoe Piet wijst. De valken lijken al boven me voorbij te zijn gevlogen. Ik loop nog heel even naar het spottersveldje in de hoop daar nog iets te kunnen zien. De zon komt door en dan lijkt het spottersveldje kenmerken van een oven aan te willen nemen. Puffend stap ik in mijn auto.