Mijn rug voelt als een harde plaat en de spieren willen maar niet ontspannen. Er is één remedie: een flinke boswandeling kan wel eens helpen. Ik voel dat ik pauze moet nemen, even een beetje gas terug om daarna de eindsprint in te zetten.
De verhuizing van mijn ouders valt zwaar. Er zitten twee hele levens opgeborgen in het huis dat leeg moet, vooral moeders is aan heel veel spullen gehecht. Teveel spullen, want hoewel het appartement enorm groot is, is het aantal (muur)kasten aanzienlijk minder. Bovendien zijn er toch twee slaapkamers, een schuur en een zolder minder. Gisteren heb ik al even de tijd genomen om de lokale voetbaltrots als voorbereiding op het grote werk van die avond aan het werk te zien tegen de profs van Helmond Sport. De 3-3 zal voor de staf van de amateurs een heel wat beter gevoel geven dat dat bij de tegenpool van de profs.
De wedstrijd van Oranje tegen Costa Rica zal ondanks de troosteloze 0-0 toch nog vele jaren besproken worden door de geniale zet van Van Gaal om zijn keeper in de slotseconden van de laatste verlenging te wisselen voor Tim Krul, die meer vat heeft op pingels. Met veel Haagse bluf pakte de invallerkeeper twee van de strafschoppen.
Vandaag dus even uitwaaien en vooral proberen om de pijn uit de rug te stappen. Twee valken zitten er in de antenne, een derde zit op de linkerlamp. Dan valt me de zonnebril op, die kennelijk als gevonden voorwerp in een voerbakje gelegd is.
Ik loop even terug naar de auto en vul het bakje met wat vogelvoer. Dan ga ik op pad. Wanneer ik mijn marstempo vertraag om met de nodige voorzichtigheid de aanwezigheid van een eventueel ijsvogeltje niet te verstoren word ik ingehaald door een fietser. De man groet en hoewel ik liever zou willen vloeken, groet ik terug. Ik zet de wandeling voort nadat ik via het bruggetje de Loop ben overgestoken. Het gaat verder langs de Loop, naar de doorwaadbare plek bij de zandhoop waar ik de immer stromende Loop op zijn mooist op de foto zet. Ik vind het prachtig om te zien hoe het stroompje zich tussen de stenen wurmt en met wat fantasie zie je de Niagarafalls in miniatuurvorm.
Bij het acht uur boompje maakt de familie nijlgans zich protesterend uit de voeten. Ik heb geen mededogen. Op een mini-eilandje in de Loop steekt een mooie bloem waar ik de naam niet van ken omhoog en wuift door de vrij harde wind heen en weer. Een bijtje doet zijn werk. Het is best ver weg, zou een foto kunnen laten zien wat ik er zo mooi aan vind? Ik probeer het en ga na een paar plaatjes weer verder met mijn wandeling.
Telkens weer hoor ik boven me dat de valken actief zijn. In het bos blijf ik een paar keer stil staan om tussen de kruinen van de bomen door een blik te werpen op de spelende valken. Een specht trekt mijn aandacht. Hij zit ver weg, maar dat geeft me wel de gelegenheid om hem te "vangen". En verder gaat het weer. Boven klinkt het geluid van de slechtvalken wat nadrukkelijker nu. Ik versnel mijn pas. Geen prooioverdracht, geen valk in een boom, geen valk op de grond. Ik loop verder naar de achterkant. Onderweg geen ijsvogeltje, maar in het veld linksachter de toren staan heel opmerkelijk wel drie blauwe reigers. Ze staan te ver weg om ze alledrie op één plaatje te krijgen. Ik stap door. Op het veld ook nu geen valken en ook niet in de bomen en zelfs niet op een zichtbare plek op de toren. de wandeling gaat alweer verder en wanneer ik langs de kale bomen verder wandel in de richting van het nieuw ontdekte poortje hoor ik weer een hoop kabaal, ik ren even snel terug. Er is weer een enthousiaste thuiskomst maar niet meer dan dat. Tussen wat bomen door zie ik een mooi plaatje in een tafereel met een paard tussen de struiken en bomen door. Kerken en een torenspits van het kasteel van Gemert steekt boven de bomen uit. Verder weer.
Een stuk verder doe ik weer wat ik wel eens vaker doe. Ik heb er nog altijd niet helemaal vrede mee dat nooit iemand het skelet van MA heeft gevonden en ook nu wijk ik af van het pad en speur ik over de grond. Ik vraag mezelf af wat er nog over kan zijn na al die jaren en wat de natuur gedaan kan hebben om het skelet aan het menselijk ook te onttrekken. Mijmerend zie ik dan opeens die schedel. Vrij groot is de eenzame schedel in het bos. Ik weet niet wat het kan zijn, maar het moet toch van een redelijk groot beest zijn. En dan ontdek ik een nog vers uitziend hol. Het heeft meer ingangen. Wat zou dit zijn? Ik besluit er niet te gaan rondstruinen om mijn geur niet achter te laten en wandel verder. Het lijkt nu wel of ik een acht aan het wandelen ben. Ik heb dorst gekregen, maar mijn flesje water ligt nog in de auto. Ik besluit de tweede ronde niet af te maken en keer terug naar het spottersveldje, daar zit de best "Helmonds sprekende Duitser" ooit samen met zijn vrouw aan de picknicktafel en staat Piet bij zijn scope.
Ik pak wat te drinken en merk hoe de pijn in de rug langzaam terugkeert. Het wordt drukker op het veldje en ik heb nog wat te doen vandaag. Ik sta op en merk dat de rugpijn er gewoon weer is, daar heeft de wandeling weinig aan geholpen, maar het was heerlijk om weer door het bos te struinen.