Natte bedoening
Het is een treurige dag vandaag en dat in meer opzichten. Niet alleen is de vrolijkheid van Carnaval weer over, ook het weer is triest. Vannacht hing er een knallend onweer boven de streek. Fikse hagel- en regenbuien deden straten onderlopen. Ik was benieuwd hoe het rondom de toren was en besloot daarom na drie uur maar eens poolshoogte te gaan nemen.
Op het spottersveldje en langs de berm is niets te zien dat op menselijke aanwezigheid duidt. Op de toren neem ik al meteen twee gestaltes waar die op beide lampen zitten. In eerste instantie lijkt de gestalte op de rechterlamp iets groter dan die op de linkse. Wanneer ik mijn kijker ter hand neem is die gedachte zo omgeslagen: "links zit S2 en rechts zit Pa, ik ben er zeker van", zo brom ik in mezelf. Een paar plaatjes zullen het wel duidelijker uitwijzen, zo verwacht ik.
De positie op de lampen op dit tijdstip en met dit weer (het begint weer te regenen), voorspellen niet veel goeds als het nog om actie gaat. Aan de overkant van de Snelle Loop klinkt steeds het indringende gesnater van de nijlganzen. Kennelijk zijn ze het weer ergens niet mee eens. Ik neem mijn kijker nog eens ter hand, maar ik kan de ganzen niet bespeuren. Een reiger, een gewone blauwe ditmaal, strijkt neer in de wei waar normaal de nijlganzen vaak vertoeven. Voor het bosrandje achter me zie ik een strook nattigheid, de neerslag heeft voor een langgerekte plas gezorgd. In de bomen naast me doen de goudhaantjes allerlei circusacts. Die beestjes zijn echt zo ontiegelijk klein! Veel kleiner dan een mus. Met de focus op een hangend exemplaar ingesteld is de vergelijking met een ernaast hangend denneappeltje mooi te maken.
Verder is het vooral weer erg koud, waterkoud met een misselijk windje. Niet prettig om lang te blijven. Een kraai die in een boomtopje langs de weg gaat zitten deint rustig mee met de wind. Het takje kan het gewicht maar amper dragen en buigt flink door. De kraai stoort zich er niet aan.
Naast me hoor ik al even een bekend getik of geklop. Ik probeer de specht te lokaliseren en na enige tijd lukt me dat ook. Ik schiet een paar plaatjes. Hoog in de lucht nadert een groepje vogels, meeuwen, zo denk ik op het eerste gezicht. Ze maken een half rondje om de toren om vervolgens in draaiende bewegingen langzaam in de richting van Bakel te verdwijnen.
Ik besluit om mijn auto ook maar weer eens op te zoeken. Ik verheug me al op de warme kachel. Veel vrolijker dan ik was toen ik kwam ben ik van dit bezoekje niet geworden. En hoewel een foto van een winterig zonnetje dat zijn best doet om door een donkere wolkenlaag heen te breken misschien toch wel geslaagd is, heb ik weinig om van dit bezoek een memorabele gebeurtenis te maken.
Kort verhaaltje, paar fotootjes en geen filmpje dus.
{AG}2008/m02/d06{/AG}