Het is wat na tienen wanneer ik aankom op een leeg spottersveldje. Op de toren is niets waar te nemen dus zet ik snel de gang naar de achterkant in. Voorzichtig neem ik de hoek nabij het bruggetje. De hoop om het toch weer waargenomen ijsvogeltje te zien is voor niets. Een muisje schrikt van me en duikt het kreupelhout in. Een stukje verderop zie ik wat eenden. Ik hoor mensen praten en zie een fiets bij het wildpoortje bij het zitje aan de achterkant. Stokjeslopers staan te kletsen met Mieke.
Wanneer zij doorlopen wijst Mieke op de toren. Eén valk te zien. Ik zoek een plekje waar ik de toren aan deze kant goed kan bekijken en ontdek ook de tweede valk. De eerste valk zit op de GSM-antenne. Ik kan niet zien welke het is. Maar de ander zit op de betonnen rand vlakbij de lamp. Het is dat ik alle plekken zorgvuldig scan met mijn kijker, anders was deze valk me vast en zeker ook zijn ontgaan.
Heel even is er actie. De valk op de GSM antenne vliegt op en keert even later weer terug om op precies dezelfde plek te gaan zitten. Ik heb weinig zin om lang te blijven staan aan deze kant en besluit terug te wandelen. Nu de valken aan deze kant zitten is er aan de voor kant natuurlijk weinig te verwachten. Ik gok en hoop dat ze snel weer in actie zullen komen, zodat ik ze aan de voorkant ook zal kunnen zien.
Veel gebeurt er echter niet. Met Mieke concludeer ik dat het zo opvallend is dat we sommige vogels opeens een aantal dagen, soms weken met regelmaat zien en dan opeens niet meer. Het hoeft dan niet eens om trekkers te gaan. Zo hebben we een poosje staartmeesjes gezien, de witte kwikstaart doemde opeens op, de bonte vliegenvanger en nu telkens de gekraagde roodstaart.
Na een poosje horen we het ronkende geluid van een autootje. "Daar zullen we Piet hebben", weten we allebei.
Opeens denken we twee slechtvalken te zien. "Vier?", vraag ik me af, denkende dat de twee nog steeds op hun plek zitten. "Prooitje", meldt Piet. Het is bijna vanzelfsprekend in dit seizoen dat de prooi aan de rechterkant uit ons zicht wordt gedropt.
Ik besluit een kijkje te gaan nemen, maar wanneer ik halverwege ben, hoor ik geroep vanaf het spottersveldje. "Kuiko... reetje", is wat ik versta. En inderdaad loopt aan de overkant van de Snelle Loop een ree. Na een paar kiekjes loop ik naar rechts het onverharde weggetje in.
Het bordje staat er al een tijdje, maar toch wil ik de inhoud wel eens goed nalezen. Een kiekje legt de spelregels voor een bezoek aan het gebied nog eens goed vast. Dan gaat de blik omhoog. Op de derde ring zit een valk met prooi en de ander zit er een metertje vandaan op het hekwerk. Hoewel ik het moeilijk voor zeker kan vaststellen lijkt het me Pa die op het hek zit en dus moet de prooivanger B|Y zijn. Gisteren heeft Gerrit(E) ontdekt dat het ringnummer van deze Belgische jongedame B|Y is.
Ik leg nog net vast hoe PA opvliegt en een rondje maakt. Dan komt Gerrit112 aanrijden en besluit ik mee terug te lopen naar het spottersveldje. Onderweg er naartoe zie ik de kijkers omhoog wijzen. Pa is dus nog in de lucht. Uiteindelijk landt hij op de derde ring, maar nu eens in beeld. Dan dwarrelen de veertjes. Een valk horen we duidelijk een bedelend geluid maken. We hopen dat er nog een derde valk op de toren zit (liefst een juvie). Maar na een poosje wordt het steeds duidelijker dat het Pa is die zit te bedelen.
Duiven naderen en één duif is zo brutaal op de `hoek van de ring´ te gaan zitten. Een poosje kijkt Pa toe en dan besluit hij voor de duif langs te vliegen. Die schrikt en vliegt op. Dat zou een dodelijke fout kunnen/moeten zijn. Maar Pa geeft het na een korte achtervolging alweer op.
Onze aandacht gaat naar een muisje dat zich herhaald tegoed doet aan wat zaadjes die op het veldje gedropt zijn.
Uit verveling komen de grappen en grollen. Jeugdstreken worden opgebiegd, we kunnen er hard om lachen. Ik heb vannacht nog wat gegoogled en kwam de site van de geocachers tegen. Ik vertel dat sommige schatzoekers melden dat de dreuzels, wat zoiets zal zijn als mensen die het schatje zoeken per ongeluk in de weg zitten, niets gemerkt hebben van het bijwerken van de logs. We lachen ons een deuk. Eerlijk, als er spotters op het veldje zijn is er echt geen een schatzoeker die ongezien het schatje opgraaft. Maar ach laat ze maar in de waan.
Nog weer een buitje dient zich aan. Het gevoel van honger komt bij me op. Wanneer het buitje nog wat aanhoudt is het voor mij het teken. Het is weer laat zat. En weer is er een vakantiedag met regen op de kalender aan te kruisen. Misschien had ik beter alle dagen zonder regen kunnen aankruisen.