Om 10:45u zal het droog zijn, zo geeft buienradar aan. Hoewel ik er geen sikkepit van geloof zet ik rond die tijd eerst koers richting pompstation, daar gaat de auto ook maar even de wasstraat in en een half uurtje later glijdt mijn auto precies op het juiste plekje in de berm. Hard regent het wel niet, maar droog is het allesbehalve.
Het zal niemand verbazen dat ik eenzaam op het veldje sta. De bankjes staan rondom in een plas water. Op de toren ontdek ik meteen de figuren op de lampen. Rechts zal PA wel zijn, maar links? Wat zit daar nu? Een valk met een punthoed op? Ik zie meer overeenkomsten met een Kakatoe dan met een slechtvalk. Mijn kijker helpt me in mijn onderzoek en dan valt het stuivertje: de toren is zeiknat, maar een vreemde smalle strook is droog. En het is juist PA die daar zit achter een lichtkleurde vlek die grappig genoeg inderdaad op een punthoed lijkt.
Wie is dan de ander? De valk op de rechterlamp is zeiknat en lijkt daardoor wel bruin. Het zal het vreemde vrouwtje ..R2 zijn, want de B/Y rugpennen ontbreken. Tot dit moment is de waarneming absoluut onzeker, eens te meer omdat de regen alles in een nog grauwere kleur hult. In de richting van de Loop herken ik het geluid van het ijsvogeltje, maar ik zie het ditmaal niet.
Het begint weer wat harder te regenen en dus ga ik in mijn auto zitten. Dan vliegt Pa opeens op en maakt gakkend een paar rondjes om de andere valk heen. Ik kan dit gedrag niet verklaren, maar mijn fantasie maakt ervan dat hij zoiets zegt als: "luister es hier dame, je mag hier gerust blijven maar als mijn vrouw thuiskomt dan donder je maar weer op". De ander sputtert wat tegen, maar schijnt het te accepteren. "Okee, zo kan ie wel weer Kuiko".
Af en toe lijkt er een brandje te woeden bij de toren. Het is opstijgende nevel of damp en ziet er wat vreemd uit. Dan een volgend raar verschijnsel: er liggen voor mijn auto een viertal flinke plassen. De verste zal zo'n beetje 25 meter verderop zijn. Hij is bijna droog en ik wil alweer uit mijn auto stappen. Maar dan zie ik dikke druppels in de verste plas spatten. Dan is de tweede plas aan de beurt. In de verste plas nu geen druppels meer. Dan de derde plas, nóg dichetr bij mijn auto. Spat, spat, spat. De tweede plas: geen druppels meer. Dan de vierde plas en meteen daarop: pats, pats, pats op het dak van mijn auto. Een paar seconden duurt deze bui, dan is het weer over. Motregen blijft.
Op de linkerlamp zit opeens geen valk meer. Pa is verdwenen? Maar dan zie ik een schim voor het raamp boven de rechterlamp: PA op zijn onmogelijke stekje.
De valk eronder kijkt eens omhoog maar blijft gewoon zitten. In mijn binnenspiegel zie ik een auto de HB-weg oprijden. Mijn raampje glijdt wat open en dan bevestigt het gesputter van de aankomende auto wie er aan komt: Piet uit Lieshout.
Niet veel later een volgende auto: dat moet Gerrit112 zijn. Wanneer Gerrit het veldje opstapt zeg ik: "ik dacht er zullen toch geen twee idioten zijn om met dit weer te gaan kijken, maar het zijn er zelfs drie !"
Zowel Gerrit als Piet gokken op de betrouwbaarheid van buienradar. Ik vertel over de vreemde natuureffecten van even daarvoor (de puntmuts van Pa, de opstijgende regen, de bui over de plassen). Lang duurt onze conversatie niet, want weer begint het te regenen. Een volgend natuurverschijnsel kondigt zich aan en nu ben ik weg....