Ik wist het zo enorm zeker: gisteren zou direct na Nederland - Wit Rusland (4-0) om 22:30u het vierde eitje gelegd worden. Dat was geen schatting, nee dat was exact.
Maar dan blijkt dat inderdaad in De Mortel alles anders is, althans op de toren van De Mortel, dan. Er kwam geen vierde eitje om half elf, en er kwam geen vierde eitje om half drie en ook niet om half zeven. Sterker nog: helemaal niet.
Terwijl ik op de badkamer was, zal M met V gewisseld hebben. En om een lang verhaal iets in te korten: in de middag was ze al vanaf half negen niet meer gezien. Ook nadat ik Wisky had uitgelaten was er nog steeds geen spoor van V. En dan ben ik niet meer te houden: ik wil het weten: waar is die valk gebleven.
Voor me loopt een wandelaarster die het veldje op gaat. Ik zet mijn auto langs de weg en loop haar achterna. Korte groet. Scan de toren. Geen valk te zien. Refresh op mijn foon, M op de eikes.
Hoog boven de toren zweeft een buizerd. Het mag want er komt geen reactie. "Gebeurt er iets anders dan normaal?", vraagt de vrouw belangstellend.
Ja, dat is de verkeerde vraag aan de verkeerde man gesteld (of is het de juiste vraag aan de juiste man gesteld?) In elk geval begin ik te vertellen en in de loop van het gesprek haal ik aan dat ik er wel een boek over zou kunnen schrijven. Haha, ik hoefde dat denk ik al niet meer uit te leggen.
De dame op het bankje is bezig een wandelroute uit te zetten, de toren zal een van de onderwerpen worden die in de route besproken zal worden. Is het leuk wanneer ze mijn naam erbij vermeldt? En Kuiko lacht: zet er maar bij: Kuiko. In een paar zinnen leg ik uit wat ik hier doe en waarom ik me zo genoemd heb. Wanneer ze vervolgens verder wandelt en ik de toren nog eens goed in me opgenomen heb: nee aan deze kant geen V. Besluit ik ook maar eens te gaan wandelen, naar de achterkant natuurlijk, op zoek naar V.
Zij gaat het bruggetje over, ik ga verder langs de Loop. Ik wijs op de kleur van het water, "ijzer-oer". Zij weet waar ik het over heb: de breukrand, de bron van alle Lopen hier in de buurt.
Aan de achterkant kan ik ook geen valk ontdekken. Ook hier zit een buizerd. Ik hoor hem van dichtbij maar kan hem toch niet ontdekken. Ik wandel terug om het bruggetje over te gaan en langs de Loop naar het achtuurboompje te gaan. Daar kan ik de toren ook van voren goed genoeg zien. Ik zie een hoefafdruk van een van de koeien van de kudde grazers. Ik maak een foto en grap in mezelf "Angus was here". Dat dit even later nog een extra verhaal gaat opleveren weet ik dan nog niet.
Er is een extra mini paddenpoeltje gevormd, ik hoor ze plonzen. Bij het boompje stop ik even, kijk naar de nestkast, kijk naar de koektrommel, kijk naar de stellages, kijk naar de antennes: NIKS.
De refreshbeelden tonen dat ook M is verdwenen en op de wiphoekcam zie ik de gestalte die ik onmiddellijk herken als een duif. Achter me hoor ik de buizerds weer en ik besluit voorzichtig het bos in te gaan. De Wet van Gerrit negeer ik volkomen en dat bezuurt me onmiddellijk: ik loop en zoek de buizerd en dus zijn de ogen omhoog gericht. De Wet van Gerrit zegt: spottten is stilstaan en de ogen omhoog. Verderlopen is met de ogen naar onderen gericht. Flats ik ga bijna onderuit wanneer ik vol in een verse koeienvlaai stap. Gadver. Maar de buizerd hoor ik nog steeds en van dichtbij, waar zit ie toch? Flats. Daar ga ik opnieuw. Tsja hoe zat het ook alweer met die ezel en die steen?
Vorozichtig stap ik verder, eerst het pad voor me scannend en dan zoekend in de bomen. "Daar gaat ie", de buizerd zag mij eerder en vliegt weg, te lastig om hem op de foto te krijgen. Maar ik krijg er wel heel veel voor terug: de groene specht gilt op, hij lacht me ronduit uit om mijn uitglijders van even daarvoor. Maar omdat ik de groene specht zoek, zie ik de grote bonte specht vliegen: en de raast voorbij een andere grote bonte en die... die krijg ik wel heel mooi in beeld om op de foto te zetten. Natuurlijk draait ie om de berkenstam heen, maar ik hebbem.
Verder gaat het. De stormachtige wind van eerder heeft een nieuw slachtoffer gemaakt. Een omgevallen boom verspert het pad totaal en ik moet door het slootje dat gelukkig droog is. Ik loop terug naar de toren. Loop verder naar het spottersveld, daar zit Gerrit ondertussen. Ik heb het warm en pak snel een flesje water. Ik vertel van mijn uitglijders en hoor nogmaals de Wet van Gerrit aan.
Veel gebeurt er niet. Gerrit meent een duif te zien zitten bij de kleine antenne, maar twijfelt of het een prooirestant is. Ik vertel van de duif en dan wordt onze aandacht getrokken door een valk.... en nog een. De grootste zit voorop de achterste nadert snel. Het gaat steeds vlugger en mijn ogen raken de zon. Ik ben klaar met kijken want ik zie alleen nog blauwe bollen in beeld. Gerrit ziet waar ze achter elkaar omlaag duiken en achter de bossen verdwijnen. Nee geen felle strijd, opnieuw niet. Maar het mannetje verdedigt zijn nestkast meer dan uitstekend en hoewel een stuk kleiner laat ie zich door niets en niemand bang maken. Ik mag hem wel, die kleine man.