vr 18 juni 2010, ochtend
Heb ik mijn slaap nog niet goed uit? Zit ik er nu zo ontiegelijk naast? Of zie ik het gewoon wel goed? Ik grijp naar mijn camera en probeer hem nog net in het vizier te krijgen. Op de gok maak ik een foto in de richting waar mijn blote oog de beweging zag. Waar? Op het veld aan de overzijde van de Loop.
Hul ik mij in mysteries? Dat past wel enigszins bij de cultuur van de plaats waar ik me samen met mijn vrouw een poosje heb opgehouden. We hebben genoten van een heerlijke korte vakantie op het eiland waar de beroemde arts van het allereerste uur Hippocrates geboren is. Ik heb het over het Griekse eiland Kos. Verdorie wat was het een heerlijke vakantie, maar laat ik terugschakelen naar het wezen dat zich een stuk voor mij op het veld bevindt. Op het eerste gezicht denk ik aan een beest waar ik er de laatste dagen meer dan genoeg van heb gezien: een zwerfkat. Echter, de verhoudingen kloppen niet. Dit beest heeft een dikke staart, een langerekt lijf en ik meen zeker een wat lange snuit en kenmerkende oren van een... vos te zien. Hier? Klopt het wel? De rietstruiken zijn hoog, ik kan er geen touw meer aan vastknopen hoe dit beest nu weer uit mijn zichtsveld kan verdwijnen. Ik zie hem niet meer. Opeens hoor ik wat paniekerig gekwaak en zie ik wat eenden opfladderen. Een vos? Een kat? Het mysterie zal mij nog zeker een half uurtje afleiden. Jazeker, ik kwam voor iets anders. Ik heb ze gemist: drie juvies en hun ouders op en rond de toren. Dat is mijn eigenlijke target. Ik zie er twee: S2 zit aan de achterkant op de lamp, Pa zit op de stellage met de schotels. Verder kan ik niks ontdekken.
Ik bedenk dat ik al heel lang niet meer aan de achterkant ben geweest. Met een laatste blik achterom (zie ik de vos misschien nog) wandel ik door het klappoortje steek ik over het bruggetje de Snelle Loop over en kuier ik op mijn gemakkie over het paadje langs de Loop. Klein gevogelte is te snel om goed op de foto te zetten. Jammer, want een kuifmeesje zit zo mooi op een van de paaltjes. Een pimpelmeesje plukt een metertje of wat voor me een rupsje uit een struik. Ik wil knippen, maar het vogeltje is met de buit al gevlogen. Hoe heb ik genoten van de zwaluwen die op eenzelfde afstand voor mijn neus het ongediertje uit de lucht plukten, maar dat was op Kos. Ik wandel rustig door. Voorbij het wildpoortje neem ik de stand van zaken op de toren op. Niks aparts te zien. Ik keer me om en loop weer in het tempo van een Griekse ober terug naar het spottersveldje. Voor de duidelijkheid: de meeste obers liepen in een wel zeer gestaag tempo, sommigen echter werden door hun baas aangespoord om letterlijk te rennen voor de gasten. Bij hen heb ik weinig genuttigd. Was het niet Hippocrates die stelde dat geestelijk welzijn leidt tot snellere genezing van ziekten? Oftewel: een vriendelijke bejegening door de baas leidt vanzelf tot hogere prestaties door het personeel en verlaagt het ziekteverzuim.
Terug naar De Mortel, terug van 37 graden celsius naar de kille 15 van de ochtend. Een roodborstje zit een stuk voor me op een paaltje in de buurt van de toren. Dan opeens HET geluid. Dit heb ik gemist. Het is een juveniel die enthousiast ergens boven me vliegt. Tusssen de toppen van een paar boompjes door zie ik de dartele vlucht. Ik krijg haast, ik wil minstens onder de toren staan, om dit alles te kunnen aanschouwen. Ik zie nog net hoe de dartele jongeling een landing op een van de ringen inzet. Knip, dat heb ik dan toch.
Precies wanneer een klein gevoel van teleurstelling bij me begint op te borrelen, het valt me een beetje tegen vandaag, is er dan toch de actie. Twee juvies dagen elkaar uit. Snel gaat het knopje op filmen, maar dan verdwijnen de twee achter de toren. Ik ben te koud gekleed. Zal ik toch maar eerst een jasje aan gaan trekken dat altijd achter in de auto ligt voor geval van nood? Laat me maar verstandig zijn. Even later sta ik met jackje aan te wachten op de dingen die komen gaan. Ik hoef niet lang te wachten. De twee jongelingen gaan verder met hun spel. De camera staat op scherp. Een rilling gaat door me heen wanneer ik de twee op film weet te zetten. Weer landen ze even. Knip zegt de camera nu. En dan zomaar ineens wordt het spel door alledrie ingezet. Ze verdwijnen nu snel achter de bomen. Wat later doemen ze weer op, maar ik kan ze niet in één plaatje vangen. Nadat ook dit spel stopt besluit ik naar huis te gaan. De koffers mogen weer voor even naar de zolder. Er is nog wel wat te doen thuis. (Maar een retourtje zit er nog wel in, denk ik) Kalimera... tot het Kalispera wordt...
Foto's...
Het filmpje van vandaag duurt een minuutje.