header11.jpg
header02.jpg
header04.jpg
header05.jpg
header06.jpg
header07.jpg
header08.jpg
header10.jpg
header12.jpg
previous arrow
next arrow
Shadow
  • Bonte kraai, kievit, spreeuw, bonte specht

    Het gaat al naar de middag, mijn dochter stuurt me een appje of ik even kan helpen met het ophangen van een rekje voor in de tuin. En welke vader weigert zijn dochter nou om een handje te helpen? Deze vader in elk geval niet.

    Het rekje moet de climatis helpen te geleiden, een pindakaashuisje is er voor de vogeltjes en een vetblokhoudertje moet een verdere verwenning van vogeltjes bevorderen. Na gedane arbeid gaan we nog even in het zonnetje in de tuin zitten. Ik hoor de groene specht die ik zo vaak hoor wanneer ik mijn wandeling met Wisky maak. Mijn dochter heeft de groene specht met regelmaat in haar tuintje gezien, maar herkent het geluid niet. Ik zoek het geluid op, op mijn mobiel en speel het af. De herkenning is er meteen. "Is dat de groene specht? Dat geluid ken ik wel ja". Nog eens speel ik het geluid af. En dan.... ergens aan de overkant van het veld dat grenst aan haar achtertuin wordt het geluid overgenomen. We schieten in de lach. Da's de echte!

    Ik pak mijn spullen bij elkaar en breng ze naar huis. Ondertussen is het teken al lang opgepikt door de grijze massa in mijn bovenkamer: "hey kerel, tijd om te gaan Mortelen".

    Niet veel later zit ik in de auto. Niet ver van de toren passeer ik een paar fietsers. Het zijn buren uit de straat. Ik rijd hen voorbij en sla een stukje verder rechtsaf. Hemelsbleekweg. Voor me stapt een ruiter te paard en een begeleidend fietser te fiets. Ik minder vaart en rij uiteindelijk de berm in bij het welbekende spottersveldje. Er staat een graafmachine en er zijn paatljes uitgezet. Een man die aan dezelfde weg woont weet me te vertellen dat dinsdag gestart wordt met het bouwrijp maken van de grond. Er komen zes woningen te staan, zo weet hij me te vertellen. Even raak ik in paniek. Waarom ook het spottersveldje? Nu snap ik ook waarom de boompjes zo nodig weg moesten. Ik troost me met de gedachte dat ik regelmatig bij de poel aan de overkant van de Loop ga staan en dat is ook nog niet zo'n slecht plekje. Even later stap ik naar de toren om mijn wandeling in te zetten en zou ik het voorval al snel weer vergeten.

    Ik heb de valken nog niet kunnen traceren, maar mijn mobiel laat zien dat er eentje in de nestkast zit. Dat verbaast me uiteraard niets. Maar dat de ander niet te vinden is, dat is jammer. Gisteren was het al eenzelfde verhaal. Jammer! Het is kwart voor drie. Ik stap door het bos en besluit langs de loop verder te gaan naar de achterkant. Ik slinger me wat voorzichtig om het wildpoortje heen, je weet immers nooit wat er zit. Ditmaal zijn het twee spreeuwen die vlak voor me zitten. Al bij het tweede plaatje vliegen ze op. Ik bekijk de mogelijke plekken aan de achterkant van de toren. Geen valk te zien. Terug dan maar weer.

    Wanneer ik even later bij het bruggetje sta, ga ik er overheen, stap door het klappoortje en loop naar de paddenpoel. Een "lucky shot" verbergt een kikker: die heb ik maar alvast. De kieviten kan ik niet ontdekken, ook de plek waar mogelijk het nestje is, is verlaten. Ik heb laatst bewust verzwegen waar dat was om nieuwsgierigen te beletten er heen te gaan, maar gisteren moest ik wel om te voorkomen dat iemand met zijn hond te dichtbij zou komen. Nu zijn de vogels weg en kan ik me wel voor het hoofd slaan dat ik er gisteren iets van heb gezegd.

    Wel zie ik een kraai met nogal wat veel wit aan de vleugels. Wanneer deze opvliegt zie ik tot mijn verbazing dat het de bonte kraai is. Nooit eerder zag ik er een in Nederland (wel in Griekenland). De foto lijkt te zijn gelukt. Verder gaat het. Nu ga ik het bos in. Ik hoor de bonte specht niet ver van me vandaan, maar ik kan hem nog niet ontdekken. Pas wanneer ik weer verder loop zie ik hem naar een andere boom vliegen. "Gotcha".

    Wanneer ik bij de grote poel aan kom, vliegt daar de reiger weg. Ik ga even op het bankje zitten en neem de tijd om te speuren naar de koppies van de schildpadjes die iemand vorig jaar in de poel achter gelaten heeft. Het duurt best wel even voordat ik uiteindelijk het koppie boven het water uit zie steken. Drie fietsers die me passeren brengen de bewijsvoering teweeg... het koppie verdwijnt namelijk onder water en de kring volgend zie ik ook wat van de vorm van het lijfje: schildpadje één is terecht. Een stukje verderop denk ik een tweede te zien, maar dat kan ook een kikker zijn.

    Aan de overkant heeft Sjaak zijn auto achter de graafmachine gezet. Hij zit daar al even en we hebben al even naar elkaar een arm opgestoken ten teken van herkenning. Ik besluit naar hem toe te lopen en te informeren wat hij al weet van de bouwplannen die volgende week starten.

    Even later zitten we naast elkaar op het bankje. De kievit is ondertussen al teruggekeerd en dus zal de titel van mijn verhaaltje al niet meer "Verjagers bedankt" of zo hoeven te zijn. Terwijl we daar op het veldje zitten is daar opeens de beweging hoog bij de toren. We zien ze gelijktijdig: twee valken naderen de toren. De grootste gaat in de antenne zitten, de ander op het hekwek er vlakbij. Dat duurt niet lang. Beide valken vliegen op. Boven onze hoofden zijn ze, wanneer ik plotseling gekrijs hoor dat uit de nestkast lijkt te komen. Ik zoek het op op mijn mobiel: klopt er zit er nog steeds eentje in de nestkast, maar vliegt er nu ook eentje achter de toren, terwijl er twee achter ons vliegen? Hier helpt geen mobieltje aan.

    Een fietser uit Deurne valt met de neus in de boter. We proberen de valken te volgen maar de welbekende truuk wordt weer uitgehaald. De valken gaan op stealth-mode. Op een of andere manier valt het licht dan dusdanig op ze dat ze ineens onzichtbaar raken. De ene zien we weer opduiken. "Als we alledrie dezelfde zien, dan is het er nog één", weet ik heel intelligent. 

    Wanneer wat later een valk terugkeert naar de toren zien we hem nog net aan de achterkant landen. Het is het teken. Alledrie stappen we op. Zou het voor het laatst zijn op dit spottersveldje?

     



  • De wandeling

    Het verhaaltje is kort en bondig. Ik heb geen valken gezien vanmorgen.

    Maar tijdens de wandeling kwam ik toch meer dan voldoende moois tegen. En ondanks de neveligheid ging het knopje mooi op tijd op "filmen".

    Eindelijk is het me ook weer eens gelukt om de zwarte specht te kieken. Niet heel erg scherp, maar voor mij de kick om hem te hebben "gevangen". De grote bonte specht had meer geduld met me, die mocht ik uitgebreid filmen tijdens zijn werkzaamheden. Een roodborstje, de zilverreiger en nog wat klein spul maakte de wandeling weer meer dan fraai.

     

    Ditmaal volgen de foto's een keertje wat later. Er staat een ongeduldig hondje naast me dat graag uitgelaten wil worden...

     

  • De wandeling

    Mijn rug voelt als een harde plaat en de spieren willen maar niet ontspannen. Er is één remedie: een flinke boswandeling kan wel eens helpen. Ik voel dat ik pauze moet nemen, even een beetje gas terug om daarna de eindsprint in te zetten. 

    De verhuizing van mijn ouders valt zwaar. Er zitten twee hele levens opgeborgen in het huis dat leeg moet, vooral moeders is aan heel veel spullen gehecht. Teveel spullen, want hoewel het appartement enorm groot is, is het aantal (muur)kasten aanzienlijk minder. Bovendien zijn er toch twee slaapkamers, een schuur en een zolder minder. Gisteren heb ik al even de tijd genomen om de lokale voetbaltrots als voorbereiding op het grote werk van die avond aan het werk te zien tegen de profs van Helmond Sport. De 3-3 zal voor de staf van de amateurs een heel wat beter gevoel geven dat dat bij de tegenpool van de profs. 

    De wedstrijd van Oranje tegen Costa Rica zal ondanks de troosteloze 0-0 toch nog vele jaren besproken worden door de geniale zet van Van Gaal om zijn keeper in de slotseconden van de laatste verlenging te wisselen voor Tim Krul, die meer vat heeft op pingels. Met veel Haagse bluf pakte de invallerkeeper twee van de strafschoppen.

    Vandaag dus even uitwaaien en vooral proberen om de pijn uit de rug te stappen. Twee valken zitten er in de antenne, een derde zit op de linkerlamp. Dan valt me de zonnebril op, die kennelijk als gevonden voorwerp in een voerbakje gelegd is.

    Ik loop even terug naar de auto en vul het bakje met wat vogelvoer. Dan ga ik op pad. Wanneer ik mijn marstempo vertraag om met de nodige voorzichtigheid de aanwezigheid van een eventueel ijsvogeltje niet te verstoren word ik ingehaald door een fietser. De man groet en hoewel ik liever zou willen vloeken, groet ik terug. Ik zet de wandeling voort nadat ik via het bruggetje de Loop ben overgestoken. Het gaat verder langs de Loop, naar de doorwaadbare plek bij de zandhoop waar ik de immer stromende Loop op zijn mooist op de foto zet. Ik vind het prachtig om te zien hoe het stroompje zich tussen de stenen wurmt en met wat fantasie zie je de Niagarafalls in miniatuurvorm.

    Bij het acht uur boompje maakt de familie nijlgans zich protesterend uit de voeten. Ik heb geen mededogen. Op een mini-eilandje in de Loop steekt een mooie bloem waar ik de naam niet van ken omhoog en wuift door de vrij harde wind heen en weer. Een bijtje doet zijn werk. Het is best ver weg, zou een foto kunnen laten zien wat ik er zo mooi aan vind? Ik probeer het en ga na een paar plaatjes weer verder met mijn wandeling.

    Telkens weer hoor ik boven me dat de valken actief zijn. In het bos blijf ik een paar keer stil staan om tussen de kruinen van de bomen door een blik te werpen op de spelende valken. Een specht trekt mijn aandacht. Hij zit ver weg, maar dat geeft me wel de gelegenheid om hem te "vangen". En verder gaat het weer. Boven klinkt het geluid van de slechtvalken wat nadrukkelijker nu. Ik versnel mijn pas. Geen prooioverdracht, geen valk in een boom, geen valk op de grond. Ik loop verder naar de achterkant. Onderweg geen ijsvogeltje, maar in het veld linksachter de toren staan heel opmerkelijk wel drie blauwe reigers. Ze staan te ver weg om ze alledrie op één plaatje te krijgen. Ik stap door. Op het veld ook nu geen valken en ook niet in de bomen en zelfs niet op een zichtbare plek op de toren. de wandeling gaat alweer verder en wanneer ik langs de kale bomen verder wandel in de richting van het nieuw ontdekte poortje hoor ik weer een hoop kabaal, ik ren even snel terug. Er is weer een enthousiaste thuiskomst maar niet meer dan dat. Tussen wat bomen door zie ik een mooi plaatje in een tafereel met een paard tussen de struiken en bomen door. Kerken en een torenspits van het kasteel van Gemert steekt boven de bomen uit. Verder weer.

    Een stuk verder doe ik weer wat ik wel eens vaker doe. Ik heb er nog altijd niet helemaal vrede mee dat nooit iemand het skelet van MA heeft gevonden en ook nu wijk ik af van het pad en speur ik over de grond. Ik vraag mezelf af wat er nog over kan zijn na al die jaren en wat de natuur gedaan kan hebben om het skelet aan het menselijk ook te onttrekken. Mijmerend zie ik dan opeens die schedel. Vrij groot is de eenzame schedel in het bos. Ik weet niet wat het kan zijn, maar het moet toch van een redelijk groot beest zijn. En dan ontdek ik een nog vers uitziend hol. Het heeft meer ingangen. Wat zou dit zijn? Ik besluit er niet te gaan rondstruinen om mijn geur niet achter te laten en wandel verder. Het lijkt nu wel of ik een acht aan het wandelen ben. Ik heb dorst gekregen, maar mijn flesje water ligt nog in de auto. Ik besluit de tweede ronde niet af te maken en keer terug naar het spottersveldje, daar zit de best "Helmonds sprekende Duitser" ooit samen met zijn vrouw aan de picknicktafel en staat Piet bij zijn scope.

    Ik pak wat te drinken en merk hoe de pijn in de rug langzaam terugkeert. Het wordt drukker op het veldje en ik heb nog wat te doen vandaag. Ik sta op en merk dat de rugpijn er gewoon weer is, daar heeft de wandeling weinig aan geholpen, maar het was heerlijk om weer door het bos te struinen.  

     



  • Een verhaal van drie dagen

    Mijn vaste lezers hoef ik het niet uit te leggen dat ik maar weinig Morteltijd heb gehad in de afgelopen weken. En als ik dan toch even de kans had om te gaan was er geen ruimte meer voor het maken van een verhaaltje.

    Toch valt er best wel wat te melden, al zul je zien dat het bitterweinig over de slechtvalken zal gaan. Waarom niet? 

    Dit nest is het minst interessante dat ik in al die jaren dat ik ze volg heb meegemaakt. Vier kids, dus zes valken en wat krijgen de spotters voorgeschoteld? Helemaal niks. Zelfs het kuikenloze jaar bood meer. 

    Ben ik dan telkens op het verkeerde moment gaan spotten? Neen, zeggen mijn collegaspotters. Ze zijn gewoon veel minder zichtbaar en als ze er al zijn, zitten ze meestal of op het dak of ergens anders buiten beeld van de spotplaatsen.

    Verwend als we zijn rekenen we ook op minstens zoveel moois als vorig jaar en liefst nog een beetje meer, maar dit jaar is het ronduit *** (dit is een interactief verhaal, dus vul op de sterretjes maar een eigen drieletterig woord in).

     

    Uitgemopperd? Ja, ik ben mijn frustraties alweer kwijt.

     

    Ik zal mijn waarnemingen van donderdagavond, vrijdagmiddag en zondagmiddag in dit verhaaltje bundelen. Waarbij ik het me makkelijk maak door het facebookverslagje van de donderdagavond hier klakkeloos in te kopiëren.

     

    "Dit heeft me geraakt: eerst die prachtige zwanen in de Snelle Loop en dan boven hen zwaar geronk van een overvliegend militair transportvliegtuig met vier motoren en twee extra brandstoftanks die oostwaarts vliegt.... een hercules dus."

    Het gaat er over dat ik donderdagavond staande op het spottersveldje plotseling een statige witte gedaante in de Snelle Loop zag zwemmen, het bleek een prachtige zwaan die nabij het "achtuurboompje" ronddobberde en opeens onder het prikkeldraad door terugzwom naar het deel dat vanaf het spottersveldje niet te zien valt. Ik besloot voorbij aan de toren naar de poort van het veld te lopen om te zien of ik de zwaan in de verte nog zou kunnen zien. Wat ik toen zag was niet alleen moederzwaan, maar ook nog eens zeven prachtige grijze jonkies. Het werd allemaal nog meer bijzonder toen de zwanen omkeerden en over hen heen het zware geronk van de hercules klonk die de volgende lading met stoffelijke overschotten van vlucht MH17 ging ophalen.

     

     

    Filmpje van donderdagavond:

     

    Vrijdagochtend besloot ik me een beetje rust te gunnen voordat zaterdag de grote containerstortactie zou gaan beginnen bij het ruimen van mijn ouders' huis.

    Het zou een flinke wandeling gaan worden met een opvallende rol van met name een zilverreiger en een zwarte kat die op strooptocht was en opeens die grote menselijke gestalte waarnam, waardoor hij het op een rennen zette. Opnieuw konden de slechtvalken me niet tot opwinding brengen. Des te opvallender de diverse plukplaatsen die ik in de bossen rond de toren aantrof. Steeds sterker is het vermoeden dat de valken veeltijds in de bossen verblijven, vooral als het erg warm is.

     

     

    En tenslotte de dag van vandaag. Waarbij ik opvallend genoeg wel eerst het spottersveldje betreed, de omgeving scan, maar waarbij ik (achteraf toch ook tot mijn eigen verbazing) vergeet om de toren in de speurtocht mee te nemen. 

    Ik stap in mij auto om die een stukje verder (bij de toren) te parkeren. Ik neem wel mijn rugzak mee, maar het stoeltje laat ik in de auto en mijn statief heb ik geeneens bij me. Bij het wildpoortje aan de achterkant ligt een groot betonblok en daarbij staat een bankje. Omdat ik niet ver van me vandaan minstens één buizerd hoor, besluit ik daar voorzichtig naar op zoek te gaan. Tot mijn grote vreugde ontdek ik hem in de kale boom waar eerder al een paar keer juveniele slechtvalken hebben gezeten. Nog groter wordt mijn vreugde wanneer een tweede buizerd in dezelfde boom landt. Mijn camera schiet gehaast enkele plaatjes. Dan klapwiekt de bovenste buizerd. Blijft ie zitten? Even lijkt het daar op, maar dan zoeft de groe roofvogel met twee machtige klappen om in een boom ietsje verderop te gaan zitten. Ik heb onthouden waar dat is, maar zelfs met de kijker in de hand is het moeilijk om hem tussen het gebladerte te zien zitten. Dan zie ik hoe ook de tweede buizerd in dezelfde boom vliegt en weer onthoud ik de plek. De plaatjes maak ik bijna blindelings, maar ik heb ze er wel degelijk op staan. Dan vertrekken de twee buizerds om ergens achter hetzelfde bos te gaan zitten.

    Een reiger in de Loop trekt mijn aandacht evenals twee beekjuffertjes die vlakbij me onophoudelijk achter elkaar aan dwarrelen. Door hun vlugge vleugelslag lijkt het wel of er vliegende kruisjes boven de Loop hangen. Buizerds schijnen boven het bosje van het eilandje voor me te hangen want de reiger houdt hen scherp in de gaten. Dan opeens zegt er iemand achter me wat. Ik schrik me een hoedje en vertel Piet (hij is het) dat ie geluk heeft gehad dat ie niet op een metertje achter me heeft gestaan omdat ie geheid een klap tegen zijn kop gekregen had. Niet omdat ik zo agressief ben, maar omdat dit - al vaker gebleken - een schrikreactie van me is.

    Piet vraagt of ik de buizerds gezien heb, want die heeft ie gehoord. Ik begin te lachen en vertel over de plaatjes die ik zojuist gemaakt heb. Of ik soms ook het ijsvogeltje heb gezien, want ook dat meent Piet gehoord te hebben. Dat moet ik helaas ontkennen, ik heb geen ijsvogeltje gezien en ook niet gehoord. Maar dat wordt snel anders. Ik zie een oranje met blauw vogeltje op ons af komen, het zwenkt komende vanaf rechts over de linker loop langs ons heen richting het bruggetje. Wat later komt het terug en gaat zelfs heel even op een tak vlakbij ons zitten. Dan ziet het ons en vliegt het een stukje verder waar we het op een takje zien zitten.

    Om het verhaal compleet te maken is daar dan ook nog de grote bonte specht die in een berkje vlak voor ons gaat zitten en zich in alle rust op de foto laat zetten.

    De slechtvalken schijnen nu jaloers te worden en proberen onze aandacht te trekken. We nemen niet eens de moeite.....

     



  • Favoriet foto-momentje

    Het was nog donker toen ik mijn ochtendwandeling met Wisky maakte. En het natte wegdek was hier en daar nog gevaarlijk glad. Ik was gewaarschuwd, nog even niet gaan Mortelen, gewoon nog even een paar uurtjes geduld hebben.

    Het gaat droogblijven voorlopig, dus wanneer het zonnetje doorkomt dan is dat het juiste moment. Het is al februari en de jaarteller staat nog maar op één. Hoog tijd dus voor het tweede bezoek.

    Een eindje over elf sta ik dan met mijn kijker omhoog gericht, de toren te scannen. Maar ik kan turen tot ik een ons weeg, geen enkel plekje toont me een slechtvalk. Mijn toch al niet zo hoge vertrouwen dat we met zijn allen naar de slechtvalken van De Mortel mogen gaan kijken over een paar weekjes daalt nog een stukje meer. Als ze zich niet laten zien....

    Ik besluit maar eens naar de achterkant te wandelen. Niet dat ik daar echt veel van verwacht (de voorkant is nu immers warmer), maar om het toch maar zeker te kunnen weten.

    Er zijn veel wandelaars, en hoewel ik dat wel leuk vind, betekent dat ook vaak dat bijvoorbeeld een ijsvogeltje dan al gevlogen is. Het is toch al erg rustig in het bos en daarbuiten.

    Ik stoom op tot aan de vistrap met de omgevallen boomstam er over heen. Dit moet straks toch absoluut een geweldig stekje zijn voor een ijsvogeltje, hoop ik haast hardop mompelend. Dan draai ik me naar de toren. Zie ik iets? Absoluut niet. In de lucht dan? Ik tuur en tuur, ik draai een rondje om mijn as, maar geen slechtvalk in de lucht, sterker nog, aan deze kant hoor ik weliswaar een groene en een bonte specht, maar ik zie niets meer dan een paar kraaien.

    Dan maar weer terug. Ik langs de Loop is er amper een vogeltje te horen, om maar niet eens over zien te spreken. Omdat er voor me weer een paar wandelaars het poortje met een klap dicht laten vallen, besluit ik het goede voorbeeld maar te geven en allereerst geruisloos over het bruggetje te lopen en vervolgens door het poortje te gaan en dan heel zachtjes dicht te maken. "Zo iedereen, hebben jullie het gehoord, zo maak je een poortje dicht!" Ik murmel het en verwacht niet dat iemand het hoort. Mensen na mij, sluiten het poortje met een zacht klapje. "Werkt het?"

    Ik loop eerst even naar de grote poel. Er staat een laagje wit ijs op, maar langs de kanten is het los. Dat is fopijs, weet ik al. Dan gaat het naar de oversteekplaats. Molshopen genoeg, geen verse koeievlaaien, het water perst zich over en tussen de stenen door. Wat is dit toch een mooi schouwspel. Op de toren? Niks te zien.

    Ik ga verder naar het achtuurboompje wanneer ik opeens drukte in de lucht zie. Een hele kudde duiven stuift alle kanten op. Ik probeer in de drukte te ontdekken of er een slechtvalk tussen vliegt, maar helaas dat lukt me niet. Wel zie ik dan de buizerd die ik al even hoorde aan de achterkant van het bosje naast me. Met een paar klappen met de vleugels zweeft de buizerd naar een berk aan de rand van het "omgevallen bosje". Het is het bosje dat je bij het inrijden van de HB-weg vanuit de weg De Mortel / Bakel links achter het veld dat vaak voor de mais bestemd is en soms ook een jaar braak ligt ziet liggen. Bij de zware storm van vorig jaar is het merendeel van de bomen daar als dominosteentjes tegen elkaar afgeknakt.

    Ik maak een paar foto's van de buizerd en kijk dan weer eens omhoog naar de toren. En dan zit daar zomaar ineens die slechtvalk op de kabel van de bovenste hark van de grote antenne. De valk is in gesprek. Het is duidelijk te horen, maar waar is nu die andere? Opeens zie ik bij de kleine antenne iets bewegen. Bingo, dat is nummer twee. Ik ga op pad om de valken zodadelijk vanaf de HB-weg beter te kunnen bekijken. De wandeling lijkt lang te duren. Iets voorbij de zandhoop en de oversteekplek stop ik even om te zien of de antenne-valk er nog zit. Helaas, zonder iets te zeggen is de valk verdwenen. Wanneer ik even later iets voorbij de toren op de HB weg sta, zie ik ook de andere valk niet meer. Ik wil teruglopen naar het spottersveldje, maar iets zegt me dat ik me nog even moet omdraaien naar de toren. Hoog in de lucht zie ik de valk, achter de berken langs de weg verdwijnend. Tempo omhoog en snel terug naar de spotplaats. De valk zit weer op de antenne, de ander zie ik niet meer. Maar vanwege de conversatie tussen de twee vermoed ik de valk nog steeds ergens in de buurt van het dak.

    Op het spottersveldje richt ik mijn camera op de valk in de antenne. De valk leunt ietsje voorover, slaat één keer met de vleugels en ik knip.... raak... precies het vertrekmoment heb ik in beeld. Dat zijn de mooiste plaatjes mits enigszins scherp. Ik probeer de valk te volgen maar deze verdwijnt achter de bomen naast me. Ik zoek in de lucht maar die blijft leeg en dan... opeens zie ik de tweede (?) valk vanaf het dak van de toren in dezelfde richting vertrekken. Het gaat richting De Mortel. Ik blijf nog heel even om een snelle terugkomst waar te nemen, maar de valken blijven even weg. Dan ga ik zelf ook maar eens richting De Mortel... naar huis.

       

  • Kuiko en de nieuwe wandelroute

    Ik wist het zo enorm zeker: gisteren zou direct na Nederland - Wit Rusland (4-0) om 22:30u het vierde eitje gelegd worden. Dat was geen schatting, nee dat was exact.

    Maar dan blijkt dat inderdaad in De Mortel alles anders is, althans op de toren van De Mortel, dan. Er kwam geen vierde eitje om half elf, en er kwam geen vierde eitje om half drie en ook niet om half zeven. Sterker nog: helemaal niet.

    Terwijl ik op de badkamer was, zal M met V gewisseld hebben. En om een lang verhaal iets in te korten: in de middag was ze al vanaf half negen niet meer gezien. Ook nadat ik Wisky had uitgelaten was er nog steeds geen spoor van V. En dan ben ik niet meer te houden: ik wil het weten: waar is die valk gebleven.

    Voor me loopt een wandelaarster die het veldje op gaat. Ik zet mijn auto langs de weg en loop haar achterna. Korte groet. Scan de toren. Geen valk te zien. Refresh op mijn foon, M op de eikes.

    Hoog boven de toren zweeft een buizerd. Het mag want er komt geen reactie. "Gebeurt er iets anders dan normaal?", vraagt de vrouw belangstellend.

    Ja, dat is de verkeerde vraag aan de verkeerde man gesteld (of is het de juiste vraag aan de juiste man gesteld?) In elk geval begin ik te vertellen en in de loop van het gesprek haal ik aan dat ik er wel een boek over zou kunnen schrijven. Haha, ik hoefde dat denk ik al niet meer uit te leggen.

    De dame op het bankje is bezig een wandelroute uit te zetten, de toren zal een van de onderwerpen worden die in de route besproken zal worden. Is het leuk wanneer ze mijn naam erbij vermeldt? En Kuiko lacht: zet er maar bij: Kuiko. In een paar zinnen leg ik uit wat ik hier doe en waarom ik me zo genoemd heb. Wanneer ze vervolgens verder wandelt en ik de toren nog eens goed in me opgenomen heb: nee aan deze kant geen V. Besluit ik ook maar eens te gaan wandelen, naar de achterkant natuurlijk, op zoek naar V.

    Zij gaat het bruggetje over, ik ga verder langs de Loop. Ik wijs op de kleur van het water, "ijzer-oer". Zij weet waar ik het over heb: de breukrand, de bron van alle Lopen hier in de buurt.

    Aan de achterkant kan ik ook geen valk ontdekken. Ook hier zit een buizerd. Ik hoor hem van dichtbij maar kan hem toch niet ontdekken. Ik wandel terug om het bruggetje over te gaan en langs de Loop naar het achtuurboompje te gaan. Daar kan ik de toren ook van voren goed genoeg zien. Ik zie een hoefafdruk van een van de koeien van de kudde grazers. Ik maak een foto en grap in mezelf "Angus was here". Dat dit even later nog een extra verhaal gaat opleveren weet ik dan nog niet.

    Er is een extra mini paddenpoeltje gevormd, ik hoor ze plonzen. Bij het boompje stop ik even, kijk naar de nestkast, kijk naar de koektrommel, kijk naar de stellages, kijk naar de antennes: NIKS.

    De refreshbeelden tonen dat ook M is verdwenen en op de wiphoekcam zie ik de gestalte die ik onmiddellijk herken als een duif. Achter me hoor ik de buizerds weer en ik besluit voorzichtig het bos in te gaan. De Wet van Gerrit negeer ik volkomen en dat bezuurt me onmiddellijk: ik loop en zoek de buizerd en dus zijn de ogen omhoog gericht. De Wet van Gerrit zegt: spottten is stilstaan en de ogen omhoog. Verderlopen is met de ogen naar onderen gericht. Flats ik ga bijna onderuit wanneer ik vol in een verse koeienvlaai stap. Gadver. Maar de buizerd hoor ik nog steeds en van dichtbij, waar zit ie toch? Flats. Daar ga ik opnieuw. Tsja hoe zat het ook alweer met die ezel en die steen?

    Vorozichtig stap ik verder, eerst het pad voor me scannend en dan zoekend in de bomen. "Daar gaat ie", de buizerd zag mij eerder en vliegt weg, te lastig om hem op de foto te krijgen. Maar ik krijg er wel heel veel voor terug: de groene specht gilt op, hij lacht me ronduit uit om mijn uitglijders van even daarvoor. Maar omdat ik de groene specht zoek, zie ik de grote bonte specht vliegen: en de raast voorbij een andere grote bonte en die... die krijg ik wel heel mooi in beeld om op de foto te zetten. Natuurlijk draait ie om de berkenstam heen, maar ik hebbem. 

    Verder gaat het. De stormachtige wind van eerder heeft een nieuw slachtoffer gemaakt. Een omgevallen boom verspert het pad totaal en ik moet door het slootje dat gelukkig droog is. Ik loop terug naar de toren. Loop verder naar het spottersveld, daar zit Gerrit ondertussen. Ik heb het warm en pak snel een flesje water. Ik vertel van mijn uitglijders en hoor nogmaals de Wet van Gerrit aan.

    Veel gebeurt er niet. Gerrit meent een duif te zien zitten bij de kleine antenne, maar twijfelt of het een prooirestant is. Ik vertel van de duif en dan wordt onze aandacht getrokken door een valk.... en nog een. De grootste zit voorop de achterste nadert snel. Het gaat steeds vlugger en mijn ogen raken de zon. Ik ben klaar met kijken want ik zie alleen nog blauwe bollen in beeld. Gerrit ziet waar ze achter elkaar omlaag duiken en achter de bossen verdwijnen. Nee geen felle strijd, opnieuw niet. Maar het mannetje verdedigt zijn nestkast meer dan uitstekend en hoewel een stuk kleiner laat ie zich door niets en niemand bang maken. Ik mag hem wel, die kleine man.

     

  • Op herhaling

    Op herhaling

    De komende dagen / weken zal het Mortelen niet aan mij besteed zijn. Het hoogtepunt van het slechtvalkenseizoen zal ik helaas voor een groot deel moeten missen. En omdat ik mezelf daar erg om betreur ben ik vandaag, nu het nog even kan, maar liefst twee keer naar De Mortel gereden.

    Een groot verhaal kan ik er niet van maken. Ten eerste omdat er niet zo heel veel te vertellen valt en ten tweede omdat de tijd me alweer ontbreekt om er veel over op te schrijven.

    Het ochtend bezoek (van elf tot twaalf) is toch wel bijzonder, want het verblijf op het spottersveldje zal niet veel meer dan vijf minuten bedragen, maar daarna begint een voettocht die me zeker geen spijt zal opleveren.

    Om één of andere reden besluit ik dus vrijwel meteen naar de achterkant te lopen. Bij het bruggetje ben ik even voorzichtig en tuur ik naar het einde van het bos waar we het ijsvogeltje met regelmatig zien. Dit keer ontbreekt het en ik stap met versnelde pas voorwaarts. En dan opeens raast er een blauw figuurtje over de Loop. Het ijsvogeltje zat er dus toch en ik heb het onbewust op doen schrikken. Ik zie hoe het ijsvogeltje de kronkels van de Loop volgt en in de verte verdwijnt. Verder gaat het, en opnieuw stop ik voorzichtig bij het betonblok vlakbij het wildpoortje aan de achterkant. Ik scan het veld en automatisch neem ik ook even de kale boom onder de loep. En terecht zo blijkt, want een juveniele valk zit in de boom. Mijn camera lijkt het te vertikken om scherp te stellen en daarmee verstrijkt kostbare tijd. Ik schiet een plaatje van de valk in de boom en meteen zie ik de rug iets inzakken. Dan gaan de vleugels wijd en nog net kan ik er één fotootje van maken en dan is de juvie verdwenen. Het verbaast me als de juvie van mij geschrokken kan zijn, want de afstand is behoorlijk. 

    Dan loop ik het veld op en bekijk de toren van de achterzijde en ik start mijn telling. Eentje op de betonnen rand, eentje op de antenne, twee op de tweede ring. Eentje op de lamp. "Da's vijf en dat is vermoedelijk incluis de valk uit de boom", constateer ik. 

    Maar dan klinkt er een schreeuw. Het lijkt het commando om in actie te komen, want ik zie opeens hoe de twee die naast elkaar zaten verdwenen zijn en het volgende ogenblik zie ik drie valken schreeuwend en krijsend achter me opdoemen. En van de andere kant naderen er nog twee. En dan zie ik in een ooghoek dat ook de valk van de lamp (PA?) vertrekt. 

    Binnen een minuut zie ik dan zes luchtdansende slechtvalken om elkaar heen cirkelen. Het is bijna niet bij te houden en mijn camera weet er uiteindelijk vier op één plaatje te zetten. Ondertussen staat Jan de jachtopziener bij me en ook hij geniet van het moois wat de valken even laten zien. Maar zoals het gaat met het versje van de tien kleine negertjes: ze komen per stuk en verdwijnen ook weer per stuk. Ik heb het idee dat ze ditmaal vooral aan de voorzijde (zichtbaar) zijn geland en dus wandel ik terug. In de verte nadert een bekende gestalte. Niet te lang, beetje stevig, pet op, statief met scope op de schouders. Het is Piet uit Lieshout, die mijn auto heeft zien staan en vermoedt dat de actie aan de achterkant is. Hij denkt dat een valk een prooi heeft laten vallen en hoewel ik dat niet kan rijmen met onze waarneming loop ik wel met hem terug. Ook Piet wacht bij het betonblok om eerst de boel te scannen voordat hij verder gaat. En terwijl hij tevergeefs zoekt naar juvie met prooi zie ik tussen een paar boompjes door hoe in de verte een bruine gestalte uit het bos komt. Het is een ree. Ik neem een aantal foto's en vertel ondertussen hoe de valk uit de boom verdween en hoe even later zes valken bij elkaar boven me aan het spelen waren. Ik maak daarbij wat wijdse bewegingen met mijn arm en kennelijk schrikt het reetje hiervan. Het snelt weg. 

    We checken nog even de achterkant van de toren en lopen dan terug. Iets voorbij het bruggetje zien we een bekende uit het bos komen met zijn hondje. Hij zwaait met zijn arm, maar we hebben niet de indruk dat dit aan ons gericht is. Dat is het echter wel. We wachten even en even later vertelt de man dat er een kalfje bij haar moeder ligt dood te gaan. Of ik even de eigenaar wil bellen. Ik doe dat maar krijg de voicemail. Ik spreek die in en zie dan dat het de hoogste tijd is om te vertrekken.

    Wanneer ik wat later met Wisky aan het wandelen ben, gaat mijn telefoon. Het gaat over mijn berichtje. Ik leg uit dat ik de waarneming niet zelf heb gedaan, maar waar de man aangaf het kalf in nood gezien te hebben. De andere kant bedankt me voor het belletje en men zal gaan kijken wat er is.

    Aan het eind van de middag kriebelt het nog steeds om even terug te gaan, nu kan het nog een keer. Het is maar de vraag of ik morgen nog even tijd heb. Dat is teveel voor me. Even later zit ik al in de auto.

    Bij dit tweede (herhalings)bezoek zet ik mijn auto direct bij de toren neer en ik zet meteen koers naar de achterkant. Opnieuw verlaat ik voorzichtig het bos en bij het bruggetje zet ik mijn kijker aan mijn hoofd: bingo !!! Het is blauw en het vliegt naar het prikkeldraad: ijsvogeltje.

    Wanneer dat na een paar fotootjes besluit niet langer te willen poseren, loop ik verder. Aan de achterkant valt helaas niet veel te beleven en dus ga ik terug. Ik steek de Loop via het bruggetje over en loop dan tussen de koeien door naar de poel. 

    Ik zie één valk op de tweede ring op de stellage zitten en een ander zit steeds te krijsen. Die zie ik niet. Ik wandel een stuk door het bos, schiet nog een plaatje van een grote bonte specht en kom dan vervolgens weer door het bos uit bij de scheiding tussen wei en veld. Ik loop naar HET boompje, waar ik een geelgorsje denk te zien wegvliegen. In het water, dat vrij laag staat en daardoor troebel is, zie ik de contouren van een grote vis. Verder is er niet veel te zien en dus loop ik terug dwars door de grazende koeien heen om zo weer naar het bruggetje te gaan en mijn auto op te zoeken.

     

     



  • Piketpaaltjes en de pup

    Piketpaaltjes en de pup

    Graag zou ik een lang verhaal willen vertellen over de gebeurtenissen van vandaag, maar het is alweer erg laat om daar nog aan te beginnen.

    De dag begon vroeg met een lange wandeling met Wisky. Eigenlijk moet Wisky wat vertellen, maar hij schaamt zich er diep voor. Wat is er dan aan de hand? Wisky is van de week erg ondeugend geweest. Hoewel verpakt in een rugzak met de rits maar op een klein kiertje, maar wel met de draagriem een stukje uitpuilend, heeft mijn grote kameraad kans gezien om zijn verveling te verbreken door de rugzak naar het bankstel te slepen en aan de draagriem te sleuren zodat.... mijn oude fotocamera uit de tas viel. Toen ik thuiskwam trof ik een totaal versnipperde camera aan. Total loss, rijp voor de vullisbak. Tot mijn grote geluk vond ik de kapot geknaagde lithium batterypack onder de bank aan. Wanneer hij die kapot geknaagd had, was hij mogelijk ten onder gegaan door het gif van de batterij. Pffff.

    Wisky weet nu precies wat k*tjoekel betekent. Hij heeft dat woordje namelijk nog nooit zo vaak in één minuut horen zeggen. Nou ja zeg maar: schreeuwen. Hij was er zo beduusd van dat ie maar vrijwillig in de bench ging zitten. Tsja en dan is baasje niet erg boos meer.

    Maar dat alles terzijde.

    Ik besluit na mijn ochtendwandeling nog gauw van de kans gebruik te maken om voor de grote verhuizing van mijn ouders naar het verzorgingshuis nog even een dagje te gaan Mortelen. De dames zullen vandaag de kledingkasten van vooral moeders aan een kritische blik gaan onderwerpen. Haha, mijn vrouw zal het een en ander willen weggooien, maar mijn moeder kon daar wel eens anders over denken. Een vooroorlogskind gooit niet gauw iets weg dat nog goed is.

    Op het spottersveldje zit GerritE. Dat is alweer een poosje terug dat we elkaar bij de toren gezien hebben. Vrijwel direct na mijn aankomst stopt er nog een auto in de berm. Het is Dorine en ook haar heb ik alweer een poosje niet gezien.

    Veel bijzonders was er nog niet te zien, zo weet Gerrit te vertellen, maar nu ik er ben is er opeens wel wat actie. Ik tel drie spelende valken bij elkaar aan de linkerkant van de toren en een vierde zie ik rechts van de toren verdwijnen. Waar het hele spul zo snel vandaan komt? 

    Wanneer het linkerstel in de buurt van de zon komt, haak ik af. Ik wil voorkomen dat ik traanogen krijg. De valk rechts zie ik ook niet meer, maar even later zit er opeens de valk in de antenne. Een vrouwtje, dus zal het VV zijn. Zij heeft even daarvoor ook op het rooster gezeten. 

    Dorine onderzoekt het plaatje via de scoop en merkt dan opeens op dat dit niet VV is, maar een vreemde valk die wel lijkt op het vrouwtje dat bij de InkassoUnie in Eindhoven zat. Wanneer we de tekening van de kop van het vrouwtje goed bekijken zien we inderdaad alledrie dat er iets niet klopt. GerritE wil dit van dichterbij gaan bekijken, maar voordat ie zijn spullen heeft opgesteld merk ik opeens op dat de valk uit de antenne verdwenen is. Maar dan blijkt ze opnieuw op het rooster te zitten. Het is een vreemde vrouw, maar ik weet niets van de valken in Eindhoven, dus kan ik er totaal geen oordeel over geven.

    Opeens zien we hoe twee valken achter elkaar aan gaan. Ze komen allebei uit de richting van de toren en we denken even dat het spelen is, maar dan wordt snel duidelijk dat het om heel wat anders gaat, dit is een verjaging. Het is geen strijd van leven op dood, maar de ander moet duidelijk weg.

    Dan zie ik de nieuwe buurtbewoners weer met hun puppy van negen weken oud. Ik moet even naar het hondje toe dat over enkele maanden misschien wel eens zo groot zal zijn. Een lief beest, dat door haar baasjes flink gesocialiseerd wordt. Ik help er graag een beetje aan mee en speel wat met haar. Terwijl we staan te kletsen komt een onverwachte vraag. Wie is eigenlijk de persoon achter de website Op de Hoek van de Ring? Ik begin te lachen en zeg dat die misschien wel voor haar staat.

    Dan lacht zij ook en zegt ze: "wij zijn van de paaltjes". Heel even moet ik schakelen, maar dan begint me iets te dagen. Mijn aprilgrap ging dit jaar over een aanstaande bebouwing van de grond van en om het spottersveldje. Toen ik dat had beschreven stonden er een dag later aan de top oranje geschilderde piketpaaltjes in het veld alsof er een bouwterrein afgebakend was. Ik heb altijd gedacht dat het Piet of een van de anderen was die de paaltjes heeft geplaatst. Nu komt de aap uit de mouw. Het grappige is, dat zij als nieuwe buurtbewoners geschrokken waren van mijn grap en toen ze het door kregen hadden ze de boel versterkt met de paaltjes. Geweldig dit !!!!

    Debbie is een tikkeltje later dan vooraf aangekondigd, maar wanneer zij doorrijdt naar de toren om naar de overzijde te gaan en ook Piet zijn auto daar parkeert, loop ik ook naar de auto. Precies wanneer ik dat doe komen volgende slechtvalkenfans uit Helmond aangefietst, ik doe alsof ik de ingang versper en loop dan lachend door naar de auto om even later bij het bruggetje over de Loop te gaan. Ook Gerrit *censuur* komt er aan. Hij steekt met zijn knalrode trui behoorlijk af tegen de groene, bruine en gecamoufleerde kleuren van onze jassen. 

    We praten elkaar bij en genieten van redelijk veel actie van de valken al verbazen we ons hoe weinig reactie er telkens is wanneer een van de ouders een prooi komt droppen op de toren. We mogen dus niet klagen over het aantal keren dat we de valken in de lucht zien, echt heel spectaculair is het toch ook nog niet.

    In een wat rustige periode besluit ik naar het boompje te lopen tussen Loop, veld en wei. Daar zie ik in het troebele veel te laag staande water een bijna stilliggende vis. Dan een scan van de toren en dan de wandeling naar de bosrand. Maar dan zie ik opeens de valk met prooi in de lucht. Die gaat even op film. Veel actie lokt dit echter niet uit en dus vervolg ik mijn pad. Door het bos keer ik terug naar de poel, maar ik besluit verder te gaan omdat ik me afvraag of er mogelijk een valk aan de achterkant (in een boom of op het veld) zit. Ik ben over het bruggetje halverwege het pad naar de achterkant wanneer me wat oranje met blauw tegemoet vliegt en passeert. Met een ruk draai ik me om en probeer ik de gestalte te volgen. Die gestalte landt op een zijtakje van een behoorlijke tak die in de Loop ligt (nabij de brug). Natuurlijk is dit het ijsvogeltje en dat gaat ondanks wat hinderlijke obstakels keurig op de foto en zelfs op film. Ik weet dat Debbie ook wel een paar dergelijke plaatjes zal willen maken, maar moet even bedenken hoe ik haar kan waarschuwen zonder het ijsvogeltje te moeten passeren, waardoor het op zeker zal wegvliegen.

    Ik vervolg eerst even mijn route en zie hoe er geen valk in het veld en geen valk in de dode boom zit. Er zit wel een valk te eten op de betonnen rand. Hoe nu terug?

    Het water in de Loop staat laag, dus kan ik over het stenen dammetje de Loop wel oversteken, maar zit het ijsvogeltje er nog wel. Met mijn kijker zie ik dat dit inderdaad het geval is. Ik ga in versneld tempo over het veld naar het pad dat weer bij de poel uitkomt. Ik passeer mensen die gelukkig omdraaien zodat ze niet doorlopen en over het bruggetje gaan, want dan zal het ijsvogeltje gevlogen zijn voordat ik Debbie kan waarschuwen. Wanneer ik Debbie wil roepen knalt het hek open en met een hoop herrie loopt een groepje mensen naar de zandhoop om hun hond daar te laten spelen. Ik vloek en ik tier, maar er is niets aan te doen, het vogeltje is inderdaad gevlogen.

    Op het spottersveldje wordt een barbeque opgesteld en er ligt een giga-berg met broodjes. "Er zal wel een grote groep daar gaan picknicken", wordt veronderstelt en dat blijkt het geval. Ook José en Arie komen nog even kleppen en dan is het tijd om weer te vertrekken.  

     



  • Schade, heel veel schade

    Wat is het lang geleden... iedereen weet wat ik bedoel en ik ga er verder ook niet over uitweiden. 

    Het zat ook niet mee, want toen ik weer eens gelegenheid had, dat was veertien dagen geleden. Daags na de januari-storm, werd door politie- en hulpdiensten gewaarschuwd vooral niet naar de bossen te gaan. Bij Aarle-Rixtel (zeg maar "achter de toren") was zelfs een windhoos geweest. Mountainbikers parcoursen werden afgesloten. En mijn auto is me toch te kostbaar om een afgebroken tak op het dak te willen riskeren.

    Diezelfde auto bracht me er vadaag wel toe om toch even te gaan Mortelen. Een foutmelding op het electronische display zorgde ervoor dat ik vanmorgen toch even de hulpdiensten erbij heb gehaald. Wanneer de sleepwagen dan voor je auto parkeert schrik je toch even! Dat zal toch niet nodig zijn? Een reset van de software bleek (voorlopig) genoeg. Het advies: rij er straks toch maar even mee, komt de melding terug dan kom ik nog wel even terug.

    Tsja, waar rij ik dan naartoe? Het zal niet moeilijk te raden zijn.

    In de bermen van de Hemelsbleekweg liggen hier en daar wat opgestapelde afgebroken en afgezaagde taken. Ik heb meteen door waar dat van komt. Wat me nog niet zo opvalt is een veel grotere schade, maar daar kom ik later nog even op terug.

    Op het veldje gaat de blik in de richting van de toren. Valken te zien? Helaas, op geen van de gebruikelijke plekjes kan ik er eentje ontdekken. Ik hoor het geluid van iets wat op een takelwagen lijkt maar ik zie hem nog niet.

    Dan ga ik op zoek naar de valken. Dan pas ontdek ik dat het hek bij de toren open staat. Een geparkeerde auto in de berm brengt me op de gedachte dat er wellicht in de toren aan de cams wordt gewerkt.

    Maar dan zie ik de takelwagen op het terrein. Het machtige apparaat grijpt afgebroken takken en stammen uit de tuin bij "IJzervosje", de buurman van de toren. Dan zie ik hoe ik vanaf de straatkant een open zicht heb op zijn woning. Iets waar voorheen nauwelijks sprake van was door de bedekking door alle bebossing. "Er is daar veel schade", bedenk ik me. Ik hoop voor hem dat er niks op zijn woning is gedonderd, want dat gun je niemand.

    Ik snap nu de afwezigheid van de valken ook en vermoed al dat de achterzijde me ook niet veel wijzer zal maken. Toch ga ik op zoek. En dan zie ik de eerste grote omgeknakte boom. Ik herken de boom als die grote waar ooit eens een slechtvalk een poos in zat (nee, niet die bij het spottersveldje). En dan die andere, die is meegegaan in de val van de andere: de boom waar het voor hier zeldzame Witgatje ooit eens in ging zitten. Gelukkig was toen het levende vogelboek, Piet, erbij.

    Ik ga er (nog) niet naartoe en besluit de Loop te volgen. Het water staat vrij hoog. Aan de andere kant van de Loop zie ik steeds meer van de schade die dit bos heeft opgelopen. Verderop, wat aan de rand met het open terrein lijken de bomen wel als luciferhoutjes afgeknapt. Er hangen er diversen tegen elkaar aan. Ik voel hoe de haren op mijn armen wat overeind gaan staan. Ik loop verder en zie hoe hard de Snelle Loop nu over de vistrap zijn loop vervolgt. Bijna trap ik in een koeievlaai wanneer ik me door het wildpoortje heb geslingerd. Verder gaat het tot ik wanneer ik me omdraai een goed zicht heb op de toren. Geen valk te ontdekken, maar dat had ik al verwacht.

    En dan zie ik pas de schade in dit gedeelte van het bos. Berken, eiken en dennen overal liggen ze er gekakt of zelfs compleet ontworteld bij. Het zijn er alles bij elkaar tientallen. Opmerkelijk genoeg kan ik op het eilandje tussen de twee stromen van de Loop nauwelijks schade ontdekken.

    Op de paal bij het slingerpoortje ligt het glas van vermoedelijk een leesbrilletje op zijn eigenaar te wachten. 

    Ik ga verder terug en zie dan vanuit de teruglopende hoek pas hoe erg de schade aan de overkant van de Loop is. Het maakt me treurig. Daar zat de zwarte specht, daar zat de bonte specht. Ik loop ook even het bruggetje over om de "slechtvalk en witgatje" bomen te bekijken. Er zijn nog meer bomen omgeknakt dan ik al dacht. Ook achter de poel wijzen zwarte hopen op ontwortelde bomen. Oh en daar waar ooit de drie juvenielen een prooi verorberden en lastig werden gevallen door kraaien: zouden ze er nu gezeten hebben waren ze plat geweest. Plotseling kan ik het niet meer verdragen en wil ik niet meer verder gaan verkennen hoe erg het is. Ik draai me om en loop wat verdrietig terug. Bij de toren worden nog steeds grote takken opgetild door de kraanwagen. Ik loop door en wil naar huis. Bij de buren (vogelparadijs) word ik opgewacht. Hoe het mij gaat en hoe het met haar gaat. Of ik ondertussen opa ben geworden? Haha, jazeker. Mijn gezicht zal ongetwijfeld op "shiny" zijn gegaan. Want inderdaad: ik ben een supertrotse opa.

    Ook de storm passeert de revue. Dan wordt ik gewezen op de schade aan het kleine bosje dat als een haak achter het spottersveldje ligt en dan een uitloper heeft langs het deel van de Loop dat je niet kan zien. Ooit had Lambert daar zijn ijsvogelcamera staan. Ik kijk over het (mais)veld heen en zie nu pas dat deze smalle bosstrook eigenlijk wel zo'n beetje in zijn geheel om ligt. Jeetje Mina.

    Schade, heel veel schade.

     

     

       

  • Skrîkbloas op de derde ring

    We hebben afgesproken bij de bosrand aan de overkant van de Loop. Gerrit, Piet en ik zullen de warmte ontlopen en de koele schaduw van de bosrand opzoeken. Volk op het spottersveldje groet ik zwaaiend bij het voorbijgaan. De auto parkeer ik op een metertje van de auto van Piet vandaan. "Zullen de bikers niet graag zien, maar dat kan mij niet schelen", voorspel ik de reactie van mountainbikers die nu een extra manoeuvre zullen moeten uithalen om tussen de auto's door te gaan.

    Ook de auto van Gerrit staat er al. Ik heb ze allang zien zitten aan de overkant van de Loop en ik verwacht commentaar omdat ik er opnieuw pas na tienen ben.

    In de gauwigheid check ik mijn mee te dragen spullen: camera 1 en 2, stoeltje, tas met extra accu's en kaartjes, koude drank, petje, vooral GEEN jas, statief. "Okee, dat zal het zijn". Met een klap laat ik de achterklep vallen. Klik daar gaat het vehikel op slot. De mars naar de mannen kan starten. 

    Even later pak ik mijn spullen weer uit en ontvalt me de vloek: "godsamme, kijker vergeten". Ik kuier weer terug naar de auto, maar neem voor de zekerheid toch maar een camera mee, je weet immers nooit wat je "onderweges" nog allemaal ziet.

    Weer wat later nestel ik me naast de mannen. Er is al wat gevlogen, maar het grote spectakel moet nog beginnen. "Aha, ik ben dus op tijd".

    Nu zal ik niet beweren dat het helemaal niks was dat we vervolgens het eerste uur zien, maar pas bij de komst van Debbie en haar vrienden breekt er wat spectakel los. Wat dan? Nou vooral de koekoek die zich kort achter ons begeeft valt op. Ik kan het niet langer uithouden en ga op zoek. Ik denk te weten waar de vogel zit, maar de anderen focussen zich op het geluid dan nu weer duidelijk van links komt. Ik zweer dat de koekoek nog steeds pal achter ons zit. Wanneer ik het smalle paadje door het bos volg, blijf ik telkens even stil staan om te luisteren, voorlopig hoor ik niks, maar ik weet wel waar het geelgorsje ergens zit. Het verraadt zichzelf, maar ik ben niet naar haar op zoek en ik kom dan ook weer recht overeind wanneer ik de koekoek opnieuw hoor op de plek waar ik haar verwacht. Telkens loop ik een paar meter en dan blijf ik weer stilstaan om te luisteren en te kijken. Juist daardoor zie ik de twee bonte spechten (jonkies nog?) die, "haha, kijk nou, berkje is vlakbij mijn companen, maar die zien niks", lach ik. 

    Terwijl ik probeer om de twee spechten allebei goed op de foto te krijgen hoor ik de koekoek nu erg vlakbij. Ik kies voor de spechten en draai me dan om. Geen koekoek te zien natuurlijk. Ik loop terug naar de bosrand. In de poel laat iemand een roedeltje honden los. Ik gruwel bij de gedachte dat in het stromingloze watertje de blauwalg meteen hoogtij viert. Mijn Wisky laat ik alleen in stromend water plonsen met zulk weer, ik riskeer zoiets liever niet.

    De valken worden nu inderdaad wat actiever maar ik merk nog steeds dat het veel moeite kost om ze met mijn nieuwe camera in de lucht te vangen en vooral vast te houden. Op de derde ring zit nu het juveniel dat we vermoedelijk eerder vandaag op de bovenste ring zagen zitten. Het lijkt ons het jongste kleintje. Wanneer de anderen wat actiever worden en vooral spelend voorlangs vliegen volgt deze ringzitter de verrichtingen belangstellend zonder zelf aan te sluiten bij het feestgewoel in de lucht. 

    Wanneer vervolgens een duif in de stellage boven dit jonkie neerploft en de timide reactie volgen worden we steeds meer overtuigd dat dit de jongste "skrîkbloas" (bangerik) is. Gerrit blijft zoals altijd nuchter en merkt op dat we het ringnummer nog steeds niet hebben kunnen zien en er dus geen enkele zekerheid is.

    Na weer een poos zitwerk en naar mijn mening te weinig actie stap ik uit mijn stoeltje en besluit ik naar de waterkant te gaan en koers te zetten naar het zogenaamde achtuur boompje. Vanuit die hoek zie je weer andere delen van de toren (zelfde zijde als vanaf het spottersveld) en bovendien ben ik benieuwd naar het leven op, boven en in het water. Goede keuze zo blijkt. Gisteren hebben we gezien hoe een kraai een klein zwart prooitje aan de waterkant greep en er een stukje verder mee ging zitten. Piet vermoedde een jonkie waterhennetje en daar kon hij wel eens gelijk in hebben, want ik zie een jonkie op het water. Ma zit met een ander jonkie een paar meter verderop en heeft mij kennelijk gezien. Het riet is nog maar heel laag, maar Ma weet haar eerste jong razendsnel in het riet veilig onder te brengen. Het andere jonkie volgt nu ook. Er ligt een filmpje drassig materiaal op het water waardoor het jonge waterhennetje in een slip lijkt te raken. Het is koddig en aandoenlijk om te zien en ik vergeet helemaal om mijn camera op filmen te zetten, het was zeker een komisch filmpje geworden.

    Behalve een libelle valt er verder niet zo heel veel meer te zien en dus besluit ik terug te lopen naar het dammetje bij de zandhoop. Het valt me op dat het hier nog erg drassig is en dus loop ik een eindje om zodat mijn schoenen droog blijven. Voor de tweede keer voel ik dat er iets op mijn arm gaat zitten en opnieuw blijkt het een daas. "Weg jij", sla ik het beest van me af. Ik loop terug naar mijn gezelschap.

    Er wordt nog steeds wel wat gevlogen maar waar ik op hoopte blijft uit. Hongergevoel begint zich te vormen. Het is best voor vandaag.....